Aansluitplicht op aardgas vervalt

Artikel delen

De Eerste Kamer heeft de Wet Voortgang Energietransitie (VET) aangenomen. Daarmee vervalt de plicht om nieuwbouw aan te sluiten op aardgas. De Wet VET is een wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet. De wijziging moet Nederland helpen om te schakelen naar een duurzaam energiesysteem.

Foto: Gasunie.

De wet biedt extra ruimte voor experimenten en innovaties. Daarvoor is er een duidelijkere rolafbakening tussen netbeheerders, netwerkbedrijven en marktpartijen. Daarnaast is het niet meer verplicht om nieuwbouw aan te sluiten op het aardgas. De Tweede Kamer stelde bijna unaniem voor om deze gasaansluitplicht te laten vervallen.
“Om de bouwregelgeving op de Wet Voortgang Energietransitie af te stemmen, bereid ik een wijziging van Bouwbesluit 2012 voor, zodat nieuwe gebouwen in bestaand stedelijk gebied niet meer hoeven te worden aangesloten op het gasnet”, aldus Minister Ollongren van het Ministerie BZK in antwoord op Kamervragen. Daarnaast zullen er huidige landelijke regels worden overgeheveld naar gemeentelijk niveau.

Energietransitie

“Het is evident dat de bestaande wet- en regelgeving moet worden aangepast om de energietransitie te kunnen ondersteunen. Zie hierover ook de brief van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 11 december 2017 over de wetgevingsagenda energietransitie, waarin is ingegaan op aanpassingen van de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Warmtewet, de Wet windenergie op zee en de Mijnbouwwet”, reageert Ollongren op de vraag of de regelgeving hiaten vertoont dan wel dat de bestaande regelgeving gemeenten belemmert om de energietransitie in praktijk te brengen.
Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal het gemeentelijk omgevingsplan tevens fungeren als het gemeentelijk energie- en warmteplan, zodat lokaal een integrale aanpak mogelijk wordt. In het omgevingsplan mogen gemeenten namelijk hogere eisen stellen aan energie- en milieuprestaties. “Dan worden ook de huidige rijksregels van Bouwbesluit 2012 over de aansluiting van gebouwen op de lokale infrastructuur voor elektriciteit, gas en warmte vervangen door gemeentelijke regels, zodat meer ruimte voor lokaal maatwerk ontstaat”, aldus Ollongren.

Chw versnelt energietransitie

‘Deelt u de mening dat de energietransitie niet kan wachten op de Omgevingswet, zeker nu de inwerkingtreding daarvan vertraagd is? Zo ja, wat gaat u doen om te voorkomen dat de energietransitie bij gemeenten ook vertraagt of wordt belemmerd door adequate regelgeving?’, aldus een vraag van Kamerleden.
“De aanpak van de energietransitie hoeft niet te wachten op de Omgevingswet. Uit de praktijk blijkt dat al veel decentrale overheden bezig zijn met de ontwikkeling van een visie op de energietransitie. Om ten tijde van inwerkingtreding van de Omgevingswet voortvarend aan de slag te kunnen, moeten overheden naar mijn oordeel nu al beginnen met hun voorbereiding op het realiseren van deze afspraken. Gemeenten hebben daarbij de mogelijkheid om vooruit te lopen op de Omgevingswet. Zo experimenteren op grond van de Crisis- en herstelwet (Chw) al meer dan 100 gemeenten met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. In dat experiment kunnen door de bredere reikwijdte regels in het kader van de energietransitie in het bestemmingsplan worden vastgelegd”, antwoordt Ollongren.