CML en DB-Infra per 1 mei overgenomen door Stadhouders

Wouter en Maarten Stadhouders, beiden eigenaar van civieltechnisch adviesbureau StadLandWater hebben op donderdag 1 mei 2014 de aandelen van Civiel Management Lichtenvoorde (CML) en DB-Infra overgenomen van Jos te Brake. CML en DB-Infra blijven zelfstandig functioneren naast StadLandWater. Wel gaan alle partijen nauwer samenwerken en elkaar zo in hun dienstverlening versterken.

IJzersterke combinatie
Wouter en Maarten Stadhouders van StadLandWater vierden vorig jaar nog het tienjarig bedrijfsjubileum. Overname van CML en DB-Infra betekent voor hen verbreding en verdieping van de civieltechnische dienstverlening die ze de afgelopen jaren boden vanuit Goor. Maarten Stadhouders is zeer enthousiast  over de overname.  “De combinatie van onze dienstverlening is ijzersterk. DB-Infra is gericht op het aanbestedingsgereed maken van infrastructurele projecten. StadLandWater biedt eveneens civieltechnische werkvoorbereiding, maar ook toezicht op projectuitvoering en is bovendien specialist in het beheer van de openbare ruimte: wegen en riolering. In aanvulling hierop kan CML de volledige projectleiding en het projectmanagement inclusief directievoering verzorgen. Samen vormen we een krachtig totaal-concept.”

Frisse wind
Civiel Management Lichtenvoorde (CML) werd in 2003 opgericht door Jos te Brake. Te Brake bouwde het bedrijf in korte tijd op tot een stabiel projectmanagementbureau dat vanaf 2012 werd uitgebreid met de dienstverlening van DB-Infra. Te Brake gaf aan een stap terug te willen doen en benaderde  Wouter en Maarten Stadhouders. Inmiddels is de overname een feit. Met name Wouter Stadhouders zal de komende periode veel in Lichtenvoorde en de Achterhoek te vinden zijn. “Nu de drie bedrijven onder één directie vallen, zal er een frisse wind gaan waaien. De werkwijze blijft nagenoeg gelijk, maar de toekomstvisie krijgt een nieuwe impuls. In de komende periode gaan we specialisaties verder ontwikkelen en uitdragen. Zo brengen we in één klap de dienstverlening van drie bedrijven op een hoger plan.”