‘Rheines Wasser’: Eerste onderzoeksresultaten
Andreas Fath, de zwemmende professor van het onderzoeksproject ‘Rheines Wasser’, heeft tijdens het 7e Hansgrohe Wassersymposium de eerste onderzoeksresultaten gepresenteerd. Op 28 juli startte hij bij de bron van de Rijn, de Zwitserse Tomasee en eindigde na in totaal 1.231 kilometer bij de monding in het Nederlandse Hoek van Holland. Behalve de sportieve prestatie was het project ‘Rheines Wasser’ vooral bedoeld om wetenschappelijke analyses van de kwaliteit van het Rijnwater te maken en aandacht te vragen voor het belang van onze milieuvriendelijke omgang met water.
Het goede nieuws is dat nergens in de Rijn kritische grenswaarden overschreden worden. De dagelijks verzamelde watermonsters zijn inmiddels op zo’n 600 verschillende stoffen onderzocht. Hiervoor is hoog gevoelige analyseapparatuur gebruikt, waardoor de onderzoekers tot de nanogram per liter (miljardste gram) aan stoffen terug konden vinden. Hoe verder de Rijn stroomt, des te hoger de concentraties aan niet afbreekbare substanties werden. Andreas Fath: ‘In de samenvatting van alle resultaten krijgen we een omvattende indruk van de waterkwaliteit van de Rijn tijdens zijn complete verloop. Het is goed nieuws dat op het gebied van zware metalen als koper, lood, titanium en chroom de drinkwatergrenzen niet werden overschreden.’
Onderzoeksvraag
De meest intrigerende vraag was: vanaf welk deel in de Rijn is welke substantie te vinden? Enkele uitkomsten: bloeddrukverlagende medicijnen zijn te vinden vanaf Ilanz in de Zwiterse Alpenrijn. Deze concentratie verhoogt zich steeds verder tot aan de monding in de Noordzee. Het antibioticum Sulfamethoxazol, dat onder andere bij de behandeling van longontsteking gebruikt wordt, was te vinden vanaf de plaats Chur. De betablocker Metroprolol voor behandeling van hoge bloeddruk werd gevonden vanaf de Bodensee bij Konstanz. Vanaf de Hoogrijn bij Laufenburg kwamen de onderzoekers de pijnbestrijder Diclofenac in de watermonsters tegen.
Behalve sporen van vele soorten medicijnen, troffen Andreas Fath en zijn team ook de zogenaamde ‘blockbusters’ aan: stoffen die dagelijks en door velen gebruikt worden. Van zoetstoffen uit populaire, calorie-arme frisdranken tot de resten uit vaatwastabletten. Andreas Fath: ‘Stoffen die door veel mensen in grote omvang gebruikt worden, vinden hun weg naar de rivier. De waterzuiveringsinstallaties kunnen de kunstmatige zoetstoffen niet geheel afbreken – en zo komen Acesulfam en Sucralose terecht in het Rijnwater. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld Benzotriazol: een chemische stof die onder andere in vaatwastabletten wordt gebruikt voor de bescherming van zilver en tegen corrosie.’
Momenteel is Andreas Fath bezig met de ontwikkeling van een methode die belastende stoffen onschadelijk maakt: ‘Het lange termijn-doel is om systemen te ontwikkelen die in staat zijn om substanties dicht bij hun oorsprongs-oord te minimaliseren, zodat ons water helemaal niet meer belast wordt.’