Momenteel Mooi
Hartje winter. Bijna niemand kijkt nog om naar groen. Komt dat door het groen zelf of door diegenen die het groen samenstellen? Wat te weinig mensen nog weten is dat de winterperiode een groot aantal planten met sierwaarde kent. Dat kan zijn in de vorm van een decoratieve bast, kleurrijke takken, een uitbundige bloei of een ander bijzonder detail.
Acer x conspicuum ‘Phoenix’
Er is een breed scala aan planten met in de winter kleurrijke twijgen. Bij Acer zijn dat er zeker een twintigtal. A. griseum is het bekendst met de afschilferende kaneelbruine bast, maar feller gekleurd zijn bijvoorbeeld de rood/geel/oranje getinte takken en stammen bij A. pensylvanicum ‘Erythrocladum’, A. rufinerve ‘Winter Gold’ en A. x conspicuum 'Phoenix'. Of de heldergele takken van de vederesdoorn A. negundo ‘Winter Lightning’. Noemenswaardig zijn daarnaast ook de groenwit gestreepte takken bij de slangenhuidesdoorns waarvan A. davidii veruit de bekendste is. Misschien niet de goedkoopste planten maar één exemplaar is vaak al voldoende om een stadspark extra winterkleur te geven.
Cornus officinalis
Aan het einde van de winter, nog vóór het ontluiken van het blad, bloeit Cornus officinalis, net als de sterk gelijkende en beter bekende Cornus mas. Beide zijn als struik- en als boomvorm te gebruiken. Het voordeel van de eerste boven de tweede is dat deze zich beter en mooier als (éénstammige) boomvorm ontwikkelt wat de toepassingsmogelijkheden verruimt. Nadeel is dat beide planten slecht verharding verdragen dus alleen toepasbaar zijn in groenstroken. Extra is de wintersierwaarde van de afschilferende bast die bij C. officinalis opvallender is. Van beide planten zijn de vruchten die in de nazomer verschijnen eetbaar. Er kan gelei en jam van worden gemaakt en soms wordt er likeur van gemaakt.
Hamamelis x intermedia ‘Pallida’
Heel veel keuze is er binnen de groep van toverhazelaars. Hamamelis virginiana bloeit al in het najaar, op het moment dat het verkleurende blad gaat vallen, maar alle andere soorten en cultivars wachten tot de kou zijn intrede doet. Het bloeitijdstip is daarom altijd afhankelijke van de weersomstandigheden. Toverhazelaars bloeien in geel, rood, oranje, roestbruin en alle tinten die daar tussen zitten. De groei is relatief traag waardoor de plant zich pas na jaren tot indrukwekkende solitair ontwikkelt. Aanschaf op maat heeft daarom de voorkeur en zo’n solitairplant komt het best tot zijn recht met een wintergroene onderbeplanting van bijvoorbeeld klimop of de laag blijvende Prunus laurocerarsus ‘Otto Luyken’.
Salix alba ‘Chermesina’
Goedkoop, sterk, gezond, hufterproof, goed snoeibaar. Allemaal eigenschappen voor deze wilg die maar weinig in het openbaar groen wordt aangetroffen. Jammer want de feloranje twijgen vrolijken de lange grijze winterperiode maandenlang op. Het effect is het grootst bij een groepsaanplant wat goed kan omdat jaarlijkse snoei – het knotten – voorkomt dat de bomen te fors uitgroeien. Snoei bevordert juist ook de aanwas van nieuwe jonge twijgen die vaak de felste takkleur hebben. Blijft snoei achterwege dan kan deze – mannelijke – wilg zich ontwikkelen tot een middelgrote boom van ruim 10 meter hoogte. De kroonvorm is dan ovaal. Zoals bijna alle wilgen groeit ook deze nog goed op natte standplaatsen.
Eranthis hyemalis, Galanthus nivalis
De vroegste voorjaarsbollen, eigenlijk winterbollen want als de winter zacht is, openen de bloemen van Galanthus zich al in januari en die van Eranthis in februari. In grote aantallen geplant, zorgen ze dan voor kleurrijke tapijten in wit en geel. Bij de sneeuwklokjes is er veel diversiteit, er is een keur aan cultivars die in bloeitijd wat kunnen variëren. Bij Eranthis gaat het vrijwel altijd om de soort E. hyemalis die zich eenvoudig ondergronds – bij voorkeur heeft de plant leemachtige grond – kan uitbreiden waardoor het gele voorjaarstapijt jaarlijks alleen maar groter wordt. Beide verwilderende bolgewassen groeien prima onder bladverliezende bomen en struiken of in het gazon.
Viburnum x bodnantense 'Charles Lamont'
Viburnum x bodnantense 'Charles Lamont' bloeit in de winterperiode. Afhankelijk van het weer en de standplaats kunnen de eerste bloemen zich al eind november openen. De bloei kan doorgaan tot in januari-februari en soms volgt er nog nabloei in maart. Behalve de bloei zorgt ook de aantrekkelijke geur voor sierwaarde. Gedurende de zomer is de plant onopvallend met donkergroen loof. Voordeel van de cultivar 'Charles Lamont' is dat deze zeer rijk en al op jonge leeftijd bloeit. Van alle cultivars bloeit hij ook het langst. Nadeel is dat de plant zich weinig vertakt waardoor deze het best groepsgewijs is aan te planten met een wintergroene onderbeplanting zodat de bloemen het sterk uitkomen.
Stachyurus praecox
Einde winter, wanneer de temperaturen weer gaan stijgen, opent Stachyurus zijn lichtgele bloemen in kort gesteelde trossen. De sierlijke trossen staan verdeeld over lange twijgen. Pas wanneer het échte voorjaarsspektakel in plantsoen en tuin losbarst, stapt de plant weer naar de achtergrond. Van de acht soorten zijn er slechts twee voldoende winterhard voor het Nederlandse klimaat; S. praecox en S. chinensis. Beide lijken sterk op elkaar en vormen spreidende struiken. Stachyurus is een makkelijk groeiende plant die het goed doet op een zonnige plaats maar ook in de halfschaduw gedijt. Vanwege zijn sterkte is het een prima plant voor plantsoenen waar hij als vroege voorjaarsbode een opvallende rol vervult.
Pinus mugo ‘Winter Gold’
Coniferen staan alweer een aantal jaren op de achtergrond. Jammer want het sortiment heeft veel te bieden; van grote solitairen die tot flinke hoogtes groeien tot bossige kleinblijvers die het best in groepsverband zijn aan te planten. Coniferen hebben de stempel van saai en jaarrond hetzelfde, maar dat is zeker niet waar. Neem deze Pinus mugo ‘Winter Gold’, een selectie uit de vroeger veel in plantsoenen gebruikte P. mugo var. mughus. Deze winterharde – tot -30ºC – cultivar heeft in de zomer groene naalden die in de winter heldergeel kleuren. De groei is bescheiden dus de toepassing alleen voor kleine ruimte. Het effect is echter groots. Wie verder zoekt binnen het sortiment coniferen, vindt nog veel meer kleurrijks.
Niet alledaags openbaar groen
Moerbeibomen als sculpturen
Dat wintersierwaarde niet alleen zit in sortimentskeuze maar ook in hoe planten worden aangeplant en gevormd, bewijst deze groep moerbeien in Breda. Het Rotterdamse bureau West 8 is verantwoordelijk voor deze aanplant waar omwonenden en passanten inmiddels alweer 10 jaar van genieten.
Jaarrond sierwaarde, dus ook in de winter, zit in deze groep Morus nigra die vanaf de aanplant meteen scheef in de grond zijn gezet. Dit project bij een binnentuin in het Chassé-park te Breda is gerealiseerd door West 8 urban design & landscape architecture bv uit Rotterdam en Freek Boerwinkel geeft uitleg. “De moerbei is van zichzelf een boom die naarmate hij ouder wordt scheef gaat groeien. Hier wilden we dat een beetje overdrijven, we wilden de bomen vanaf het begin al sterk vervormen. Een veld met bomen toverden we zo om tot een veld met sculpturen.” Omdat de bomen meteen aandacht trekken, is de verdere invulling van de binnentuin sober gehouden; gazon en klinkers vormen de vloer en gevels en stalen hekken met moerbeimotief vormen de wanden.
Zwarte moerbei
De keuze viel bewust op de zwarte moerbei omdat deze lekkere vruchten geeft. De omwonenden kunnen er van plukken. Om meteen effect in de lege ruimte te krijgen, werden forse exemplaren met stevige stammen aangekocht en met de flinke kronen kon meteen gewerkt worden aan het ‘beeldhouwen’ wat ter plekke gebeurde. Na het aanplanten van de bomen kregen ze een stevige metalen steun. Zo konden de bomen niet verder weg zakken. De aannemer heeft de bomen scheef aangeplant, waarna de bomen samen met medewerkers van West 8 zijn gesnoeid en kromgebogen. Dit gebeurde met spankabels en grondankers, die normaal voor ondergrondse kluitverankering worden gebruikt. “Per boom hebben we bekeken welke takken mochten blijven en welke weg moesten. Dat gebeurde nogal rigoureus, soms verdween 50 tot 60% van de kroonvorm.”
Uiteraard vroegen de bewoners van de binnentuin wel om enige uitleg voor deze ongebruikelijke aanplant. “Ze moesten even wennen maar na enige uitleg voor en tijdens de uitvoering waren de reacties positief, ze vonden het leuk. Wie op een zomerse dag passeert, kan zien dat bewoners zich vaak onder een boom, in de schaduw neerzetten met een stoel en een boek of een tafeltje met wat lekkernijen. De bomen maken de binnentuin tot een gezellige buitenruimte.”
Iepen en platanen
West 8 heeft wel vaker bomen bewust schuin aangeplant. In het stadspark in Den Helder staan alle bomen (iepen) onder een hoek van 7-8 graden. “Alsof de zeewind ze een zetje heeft gegeven. Scheef op een natuurlijke manier.” Doordat de bomen in een rij én allemaal onder dezelfde hoek staan, is de groep het herkenningspunt van het park geworden. Bij de bibliotheek van de Universiteit Utrecht viel de keuze op jonge platanen waarvan de nog buigzame stammen langs staketsels werden geleid. “Dat was weer iets heel anders, meer leiden dan kromtrekken, maar wel weer een gebruik van bomen met een opvallend en spraakmakend resultaat. Een resultaat wat jaarrond door de passanten wordt opgemerkt.”