Momenteel Mooi
Eind mei is een overgangsperiode van lente naar zomer. De echte voorjaarsbloeiers hebben hun kruid verschoten en voor de warme zomerkleuren is het nog net te vroeg. Toch zijn er ook nu voor het openbaar groen volop planten te bedenken die opvallen met hun sierwaarde. Zowel bloeiende als bontbladige bomen en heesters zorgen voor kleur tussen het vaak vele groen. Met name met die laatste groep zijn we in Nederland eigenlijk veel te terughoudend.
1-Tamarix tetrandra
Tamarix is een forse heester die tot kleine boom kan uitgroeien. Vanwege zijn losse en transparante groeiwijze is de plant zelfs nog in kleine ruimtes te gebruiken. Tussen het fijne loof verschijnen jaarlijks rond begin juni talrijke kleine roze bloemen. De meeste vertegenwoordigers komen voornamelijk voor in de landen rond de Middellandse Zee en in Azië. Op toeristische boulevards in die landen worden sommige soorten als laanboom gebruikt. Voor het Nederlandse klimaat komen slechts enkele soorten in aanmerking. Vooral in de kustgebieden groeien die goed. Het klimaat is daar wat milder en de zoute zeelucht wordt goed verdragen. Meer landinwaarts verlangt Tamarix een beschutte standplaats in de volle zon.
2-Ginkgo biloba
Ginkgo is een traag groeiende boom die goed bestand is tegen luchtvervuiling. Hij verdraagt ook verharding goed en kan dus prima als straat- of laanboom in het stedelijk gebied worden aangeplant. Alle grondsoorten worden getolereerd. Vanuit de smal piramidale kroonvorm ontstaat een forse boom die breed spreidend uitgroeit. Volwassen bomen met hoogtes boven de 20 meter vormen geen uitzondering. Het meest opvallende van de boom is zonder twijfel het karakteristieke waaiervormige blad dat wel eens wordt vergeleken met een eendenpoot. Dat blad is, anders dan bij loofbomen, parallelnervig. In de lente loopt het frisgroen uit en in de herfst verkleurt het goudgeel. Die herfstkleur is de belangrijkste sierwaarde.
3-Siergrassen en Aegopodium
In openbaar groen is steeds meer ruimte voor vaste planten. Die moeten echter wel aan een heel pakket eisen voldoen. Al jarenlang wordt intensief onderzoek gedaan naar de sterkste soorten. Planten die hitte, droogte, extreme regenval en bijvoorbeeld strooizout trotseren. Ook wenselijk zijn een goede gezondheid, opvallend winterbeeld, snelle dichtgroei en goede winterhardheid. Veel siergrassen voldoen aan deze eisen. Vandaar dat op en rond deze rotonde veel grassen werden aangeplant. Carex morrowii ,Hakonechloa macra, Luzula sylvatica, Molinia arundinacea, Pennisetum alopecuroides zijn enkele toppers. Als opvullende bodembedekker koos men hier voor de bontbladige Aegopodium podagraria ‘Variegata’.
4-Acer pseudoplatanus ‘Brilliantissimum’
Het is een bijzondere boom, deze cultivar van de gewone of bergesdoorn. De groei is bescheiden en de uiteindelijke hoogte daarom ook. De compacte kroon blijft enigszins bolvormig. Een prima boom dus voor kleine ruimtes, zelfs goed als straatboom te gebruiken hoewel hij slecht tegen gesloten verharding kan. Aanplant in een groenstrook daarentegen vormt geen enkel probleem. Meest opvallende kenmerk van ‘Brilliantissimum’ is de bladverkleuring. Jong voorjaarsloof is helderroze waardoor een uitlopende boom een ware blikvanger is. Heeft het blad zich eenmaal ontwikkeld dan verandert de kleur via geeloranje en geelgroen naar lichtgroen. De bladonderzijde is altijd lichtgroen.
5-Liriodendron tulipifera
Liriodendron is een in Nederland algemeen aangeplante boom en vanwege zijn omvang vooral te zien in parken en grote tuinen. Meest kenmerkende van de boom is zijn bladvorm. Daarnaast is de (groen)geeloranje bloem een bijzondere verschijning. Liriodendron behoort tot de tulpenboomfamilie, de Magnoliaceae. De geslachtsnaam is opgebouwd uit de Griekse woorden lirion of leirion, letterlijk de vertaling voor lelie, en dendron, wat boom betekent. De naam verwijst naar de vorm van de bloemen die enigszins op lelies lijken. De soortnaam van L. tulipifera verwijst naar de tulpvorm van de bloemen. Letterlijk betekent tulipifera ‘met tulpachtige bloemen’. Als Nederlandse naam heeft Liriodendron daarom tulpenboom (de officiële Nederlandse naam voor Magnolia is beverboom).
6-Viburnum plicatum
Viburnum plicatum is twee keer per jaar mooi. Ten eerste met grote, platte bloemschermen in het voorjaar en ten tweede met verkleurend blad in de herfst. De soort heeft als Nederlandse naam Japanse sneeuwbal. Zijn land van herkomst wordt hiermee meteen verklaard. Het woord plicatum betekent gevouwen. Dit slaat op het blad dat tussen de nerven iets geplooid is. Bij het ontvouwen van de jonge bladeren in de lente is dit duidelijk te zien. De bloemschermen staan op verhoogde bloemstelen, bijna geheel horizontaal. Hierdoor ontstaat de voor de soort zo kenmerkende etage-vormende habitus. Er zijn talrijke interessante variëteiten met een diversiteit aan groeivormen. Sommige zijn rijke besdragers.
7-Rambler-rozen
Tot de groep rambler-rozen behoren snelgroeiende leiplanten die ruimte vragen. Niet voor niets worden ze ook boomwurgers genoemd. Van echt wurgen is overigens geen sprake! Ramblers zijn het best te omschrijven als klimrozen die dunne, slap hangende takken bezitten. Het is een eigenschap die terug te voeren is tot de wilde rozen waar ze van afstammen. In tegenstelling tot de meeste leirozen die grote bloemen hebben, hebben rambler-rozen bijna allemaal kleine bloemen. Deze staan in opvallend grote trossen en zowel enkelbloemige als gevuldbloemige vormen komen voor. De uitbundige bloei duurt slechts enkele weken in juni, daarna volgt vaak een overdaad aan kleine bottels. Het mooist komt een rambler tot zijn recht wanneer hij een volwassen boom als steun mag gebruiken.
8-Cornus alba ‘Elegantissima’
Binnen het geslacht Cornus is een grote diversiteit aan soorten en cultivars. Sommige vallen op met hun bloemen, hun gekleurde wintertwijgen of hun vurige herfsttint. Minder bekend is de sierwaarde van de talrijke bontbladige vormen. Deze kunnen zowel in de particuliere tuin als in het openbaar groen worden toegepast. C. alba, de witte kornoelje, is inheems van Oost-Europa tot Korea en is een zeer winterharde heester. Veel cultivars zijn geselecteerd op de kleur van de twijgen en sommige daarvan hebben als extra bontgekleurd blad. Een bekende witbonte variëteit is ‘Elegantissima’. Het groene blad heeft een intens zilverwitte rand en dat blijft zo tot in de herfst. In deze tuin staan verschillende exemplaren ingepakt tussen blauwbloeiende Ceanothus en zilverkleurige Miscanthus.