Waterbeheer in de stedelijke ruimte
Klimaatscenario’s laten zien dat Nederland de komende decennia onder meer rekening moet houden met een toenemende intensiteit van extreme regenbuien in de zomer, afgewisseld met langere perioden van droogte. In de winter neemt de neerslag toe, met perioden van veel regen in enkele dagen. Vooral in stedelijke gebieden met relatief veel verhard oppervlak is het een opgave om overlast door neerslag te voorkomen. ‘Het is tijd voor een integrale visie op de inrichting van het stedelijk gebied, met inachtneming van de opgave voor water’, zegt Andre Rodenburg, ondernemend adviseur bij Inter Delta Nederland.
Tekst: ing. Frank de Groot
We ontmoeten Andre Rodenburg bij het Rotterdamse waterplein Benthemplein: een voorbeeldproject van stedelijk waterbeheer. Hier mag water zich na een stortbui vrijelijk verzamelen in speelse rvs-goten en bassins. Hemelwater als bron van vermaak en verrijking van de omgeving, in plaats van een lastig natuurverschijnsel dat snel onder de grond moet worden gestopt. Rodenburg was vanuit zijn vorige functie als waterbeheerder bij de gemeente Rotterdam betrokken bij ontwerp en uitvoering van het waterplein. ‘We denken in Nederland bij stedelijk waterbeheer nog te veel in systemen van watergangen en gemalen. We moeten naar de haarvaten van ons systeem toe. Het water een plek geven op straat- en woningniveau is de nieuwe opgave voor het stedelijk waterbeheer’, suggereert Andre Rodenburg.
Hij mag zich inmiddels wel waterspecialist noemen. Zeven jaar was hij werkzaam bij Oranjewoud, met als vakgebieden geotechniek, riolering en stedelijk waterbeheer. In die periode werkte hij anderhalf jaar bij een waterschap. Vervolgens was hij drie jaar Adviseur Water en Ruimte bij de gemeente Rotterdam. Na nog een jaartje Royal Haskoning, is hij nu bijna drie jaar werkzaam bij Inter Delta Nederland. Dit adviesbureau houdt zich bezig met vraagstukken rondom (her)inrichting van de buitenruimte, riolering en stedelijk water.
Problematiek
De oorzaak van wateroverlast in stedelijke gebieden is volgens Rodenburg in twee categorieën in te delen: ‘Bij heftige buien is de capaciteit van de riolering vaak te beperkt om het water snel af te voeren en ontstaat plaatselijk water op straat, wat kan zorgen voor wateroverlast. Een tweede probleem speelt bij veel neerslag in een periode van enkele dagen. Hoewel de afvoercapaciteit van de riolering dan vaak voldoende is, kan het watersysteem de toestroom niet aan doordat pompcapaciteiten gelimiteerd zijn. Peilstijging is het watersysteem is dan het gevolg. Dit zal op een gegeven moment leiden tot het overstromen van het laagste maaiveld in de omgeving.’
De oplossing voor het ontlasten van zowel het rioolsysteem als het watersysteem is volgens Rodenburg het principe van vasthouden, bergen en dan pas afvoeren: ‘Dit principe passen we toe bij grotere regionale watersystemen, maar is juist ook goed toepasbaar in dichtstedelijk gebied. Gemeenten, waterschappen en gebouweigenaren moeten samen deze opgave oppakken, bijvoorbeeld door water niet zo snel mogelijk te willen afvoeren, maar deze een plaats te geven in de private en openbare ruimte.’
Vanuit een economische en sociaal-maatschappelijke invalshoek is het volgens de waterspecialist ook interessant om naar de keuzes voor oplossingen te kijken: ‘Wat zijn de maatschappelijke kosten van het voorkomen van wateroverlast en welke investeringen horen hierbij; weegt dit op tegen de schade die is voorkomen, of is het economisch gezien voordeliger de schade te vergoeden? Niet alleen de directe schade maar ook de aantrekkelijkheid van een gebied om je te vestigen als bedrijf of te gaan wonen spelen hierbij een rol. Door integrale ontwerpen en beheermaatregelen kunnen water robuuste maatregelen ook zorgen voor een waardevermeerdering door een aantrekkelijke groenblauwe leefomgeving waar op een duurzame manier met regenwater wordt omgegaan. Daarnaast zorgt lokaal verwerken van hemelwater tot minder zuiveringskosten en op termijn een kleinere dimensionering van de riolering.’
‘Het gaat er dus om dat er een visie is op hoe met water in een stedelijk gebied om te gaan. En dan kan de conclusie best wel eens zijn: we doen niets en accepteren bijvoorbeeld eens in de dertig jaar schade door wateroverlast. Maar is dit politiek houdbaar als er een aantal jaar achter elkaar wateroverlast is op dezelfde plek? Burgers, en vaak ook politiek, hebben dan geen boodschap aan statistiek. Investeringen die dan genomen worden zijn vaak weinig integraal en kosten in verhouding veel. De uitdaging blijft dus om, ongeacht de norm en met een gebrek aan urgentie, altijd bezig te zijn om het stedelijk gebied waterbestendiger te maken’, aldus Rodenburg.
[GWW.06.15.Waterbeheer.2.jpg]
Rotterdamse adaptatiestrategie
Rotterdam is in Nederland één van de voorbeeldgemeenten op het gebied van stedelijk waterbeheer. In 2025 wil Rotterdam 100% klimaatbestendig zijn. Dit is de ambitie die verwoord is in de Rotterdamse adaptatiestrategie. Dat houdt in dat in Rotterdam in 2025 maatregelen zijn getroffen om gebiedsspecifiek minimaal last en maximaal profijt te hebben van de klimaatverandering, op dat moment én in de komende decennia. Inhoudelijke thema’s zijn het stedelijk watersysteem (neerslag en droogte), waterveiligheid en hittestress. De strategie is dat adaptatieve maatregelen altijd samen gaan met doelstellingen voor de economie, ecologie, samenleving en/of de leefomgeving.
‘Het adaptief handelen betekent dat Rotterdam niet alleen inzet op een robuust systeem van stormvloedkeringen, dijken, watergangen, riolen en gemalen. Want dit systeem is tegelijkertijd ook star en weinig veerkrachtig om onverwachte pieken in neerslag op te vangen. Adaptatie betekent dan ook het zoeken naar oplossingen in de hele stedelijke ruimte die het systeem ontlasten of meer flexibel maken. Dat kan ook een veelvuldige toepassing van kleinschalige maatregelen in de haarvaten van de stad zijn’, legt Rodenburg uit. ‘Het toepassen van waterpasserende verharding of het maken van afwatering naar groen of infiltratiesystemen, zorgen ervoor dat veel van de jaarlijkse neerslag lokaal wordt verwerkt. Bij extreme neerslag kunnen deze voorzieningen, als ze structureel worden toegepast, het verschil maken tussen adequaat verwerken van neerslag en schade door wateroverlast.’
In het Waterplan 2 Rotterdam (2007) is de stedelijke wateropgave en de ruimtelijke ontwikkeling van de stad aan elkaar gekoppeld. Een belangrijke input voor dit denken was de eerder gehouden 2e Internationale Architectuurbiënnale: Rotterdam Waterstad 2035. Water blijkt zeer goed inzetbaar om de economie te versterken en de aantrekkelijkheid van Rotterdam als woonstad te verhogen. Rodenburg: ‘Momenteel, bijna tien jaar na de eerste ontwikkelingen, zijn in Rotterdam de maatregelen zichtbaar. De aanleg van waterpleinen, groene daken, ondergrondse waterbergingen, infiltratievoorzieningen, het Dakpark en de Blauwe Verbinding zijn hier voorbeelden van. Met de campagne Tegel eruit, Groen erin betrekt de gemeente de bewoners om hun tuinen te ontharden en op deze wijze klimaatbestendig te zijn. De uitdaging voor de komende jaren is om verder te bouwen op de bereikte veranderingen in doen en denken. Op straatniveau en private ruimten zijn ontwikkelingen in het kader van klimaatadaptatie nodig om voorbereid te zijn op de toekomst.’