Gemeenten pronken met duurzaamheid, maar vergeten straatmakers

Met grote verbazing kijkt Mart van den Hanenberg naar gemeenten die koffiebekertjes  hergebruiken en het printen van papier verbannen, allemaal uit oogpunt van duurzaamheid. ‘En dat terwijl zij geen geld over hebben voor goed straatwerk. Gevolg: veel straatwerk dat zij aanbesteden rammelt aan alle kanten en de mensen die dit werk voor hen uitvoeren halen vaak de rechtmatige pensioenleeftijd niet. Is dat dan kwaliteit? Is dat dan duurzaamheid?’
 
Mart van den Hanenberg is directeur van Hanenberg Materieel B.V. en lid van het College van Advies van Stichting Erkenning voor het Bestratingsbedrijf (SEB). Hij is zelf straatmaker geweest en heeft zich de laatste dertig jaar gericht op innovatieve mechanische hulpmiddelen om het vak van straatmaker te verlichten. ‘Zonder dat die hulpmiddelen het vak overnemen, want de straatmaker moet de regie houden. Hij kan alles zodanig aansturen zodat in het werk rond kolken en putranden het zandbed goed verdicht wordt, dat aansluitingen goed worden uitgevoerd, dat straatwerk netjes wordt afgetrild, ingeveegd en dat zichtlijnen netjes blijven lopen. Als het straatwerk in het begin iets verloopt, is dat over 100 meter totaal scheef. Daar stuurt juist de straatmaker meteen op bij.’
De kennis en ervaring van de straatmakerij moeten dan wel de kans krijgen om op zo’n werk die kwaliteit te verwezenlijken. ‘Dat kan niet voor de huidige prijs’, rekent Van den Hanenberg voor. ‘Je praat over belachelijke bedragen van minder dan 5 euro per m2 die gemeenten voor straatwerk over hebben. Dat kan als je een ZZP’er tien tot twaalf uur laat sjouwen en veel productie laat maken voor een laag uurloon. Dat kan niet als je kiest voor een ploeg van twee vakmensen voor 32 euro per uur en een machine om het zand bij te rijden, te opperen, banden te stellen, et cetera. Dan ligt die prijs van 5 euro simpelweg 50% te laag. Maar met een ploeg straatmakers met een machine praat je wel over goed straatwerk, over goede arbeidsomstandigheden en over duurzaamheid. Het spijt me om te zeggen, maar de straatmaker anno 2016 is niet duurzaam. En de oorzaak daarvan ligt bij de gemeenten en hun idiote prijsbeleid.’
 
Tijd van ellende
Ook de SEB hamert al sinds jaar en dag op het feit dat kwaliteit van straatwerk geen ondergeschoven kindje mag worden en dat gemeenten daar een faire investering voor over moeten hebben, willen zij kwaliteit terugzien. Het gaat tevens om verantwoord ondernemen als gemeente. Van den Hanenberg: ‘We dreigen terug te keren naar de tijd van vroeger, de tijd van ellende. Toen een straatmaker per dag 16 ton aan stenen of tegels eruit moest scheppen, nieuw zand moest aankruien, weer 16 ton aan nieuw materiaal door zijn handen moest laten gaan en ook nog een zware banden moest stellen. Wij zijn decennia bezig met innovaties aan hulpapparatuur, gereedschappen en machines, zodat die straatmaker dat zware werk minder hoeft te doen en zich kan concentreren op het echte straatmaken in al z’n facetten. Die hulpmiddelen zijn er en worden door (SEB) bestratingsbedrijven volop ingezet. Echter niet door de ZZP’er die zo’n machine niet kan aanschaffen, terwijl die slechts 15 euro per werkdag kost. Straatmaken is topsport, maar als je dan niet eens de goede spullen voor die sport hebt, leidt dat tot een armetierig prestatieniveau.’
Wat is dan de oplossing? ‘Natuurlijk, is het een marktmechanisme. Daardoor zitten wij met die veel te lage prijs. Misschien kunnen gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen en in elk geval de mechanische hulpmiddelen ter beschikking stellen. Schaf een machine aan en verhuur die aan de straatmakers. Dat betaalt zich direct terug in een beter project. Gemeenten verwijzen nu naar de aannemers voor goede arbeidsomstandigheden, maar goed opdrachtgeverschap is niet zo moeilijk als je dat werkelijk wilt. De wethouder beseft te weinig dat hij ’s ochtends uit zijn deur op een keurige stoep stapt, over een fraaie straat naar zijn werk fietst en de auto op een functionele parkeerplaats parkeert als hij boodschappen doet of naar het theater gaat. Zonder straatwerk stond hij met zijn voeten in het zand. Straatwerk is zó ontzettend belangrijk. Laten wij er dan ook oog voor hebben. En laat gemeenten morgen uitrekenen dat 120 m2 straatwerk per dag door twee man voor een paar euro per vierkante meter helemaal niet kan, wil je goed en duurzaam straatwerk.’
 
Informatie: sherpaminiloaders.com
 

Blijven investeren
Hanenberg Materieel is 28 jaar lang blijven investeren in innovaties, ondanks dat de economie stilstond. ‘Onze hulpmiddelen en SHERPA mini-loaders hebben een redelijk marktdeel in de GWW-sector. Maar elke keer blijkt dat een stukje verdere mechanisatie het werk makkelijker, lichter en sneller maakt en zich ook weer terugverdient. Daarom blijven wij investeren. Ja, ook duurzaam in de vorm van 100% elektrische machines.’