Inspelen op toenemende houtvraag

Artikel delen

Als we kijken naar de klimaatdoelstellingen en de circulaire ambities, dan wordt duidelijk dat het gebruik van hout in de toekomst sterk zal toenemen. Zo stelt de overheid bijvoorbeeld dat Nederland in 2050 100% circulair moet bouwen. Zo’n doelstelling is onlosmakelijk verbonden met het gebruik van natuurlijke materialen als hout. Die vraag gaat toenemen. Is de markt, bijvoorbeeld de houthandel, daar wel klaar voor?

Tekst: Drs. Ing. M.S.C. Kemna, FSC Nederland

Van Swaay Duurzaam Hout is een familiebedrijf met vestigingen in Schijndel en Harlingen. ‘Schijndel’ richt zich vooral op de tuinhoutbranche, terwijl Harlingen voornamelijk hout levert voor de grond-, weg- en waterbouw. Henk Postma is vestigingsmanager op de locatie in Friesland. Net als bij zijn werkgever zit duurzaamheid ‘in zijn genen’. En die eigenschap kan hij prima kwijt in zijn werk. Postma: “Omdat hout heel goed scoort als milieuvriendelijk materiaal proberen we ook dat aspect onder de aandacht te brengen. Om dat verhaal goed te vertellen is een juiste onderbouwing natuurlijk heel belangrijk. We voeren daarom levenscyclusanalyses (LCA’s) uit voor onze producten. Die berekenen precies wat de milieu-impact van het product is. Vervolgens gebruiken we die gegevens in de communicatie naar onze klanten.”

Herkomst hout

De klanten van Van Swaay zijn grofweg te verdelen in aannemers die aan particulieren en overheden leveren en grotere opdrachtgevers, zoals gemeenten en waterschappen. Postma: “We zien dat met name particulieren vanwege de prijs voor non-FSC hout kiezen. Gelukkig neemt de vraag naar gecertificeerde houtproducten de laatste tijd toe. Gunstig neveneffect daarvan is dat het prijsverschil met niet-FSC afneemt, door het stijgende volume gecertificeerd hout.”

Concurrentie van andere materialen

Hout, met name tropisch hout, wordt van oudsher veel in de waterbouw toegepast, maar daarmee is de toepassing in de huidige tijd niet vanzelfsprekend. Hout moet bijvoorbeeld in producten als damwanden, beschoeiingen en bruggen de strijd aangaan met andere materialen. Henk Postma daarover: “Ondanks die concurrentie heb ik het gevoel dat we de goede kant opgaan met hout. Ik spreek ook veel aannemers die het liefst met hout werken, al is het maar vanwege de bewerkbaarheid van het materiaal.”

Henk Postma, vestigingsmanager Harlingen van Van Swaay Duurzaam Hout: “Gelukkig neemt de vraag naar gecertificeerde houtproducten de laatste tijd toe. Gunstig neveneffect is dat het prijsverschil met niet-FSC afneemt, door het stijgende volume gecertificeerd hout.”

Toenemende vraag

Gaat een toenemende vraag naar hout voor de grond- weg- en waterbouw niet een probleem vormen? Postma: “Vergis je niet in het gevarieerde aanbod aan houtproducten dat we hebben voor allerlei toepassingen: naast het reguliere houtproducten hebben we combiproducten van hardhout en zachthout, Accoya-hout en thermisch verduurzaamd hout. Een goede aansluiting vinden bij de vraag betekent dat je ook goed moet kijken naar wat precies gevraagd wordt. Voor veel toepassingen kan hout van dichtbij worden gebruikt, in andere gevallen is Accoya of tropisch hardhout een must. Op dit moment is de continue aanvoer van tropisch hardhout in FSC overigens geen vanzelfsprekendheid. Dat geldt bijvoorbeeld voor Azobé uit Afrika, dat veel wordt toegepast in GWW-projecten waar zeer zware houtsoorten gevraagd zijn.”

Uitdaging tropisch hout

Dat laatste wordt bevestigd door Ben Romein, bij FSC Nederland verantwoordelijk voor de samenwerking met de houthandel. Hij herkent dat bij tijd en wijle schaarste optreedt van bepaalde tropische houtsoorten. En Romein heeft ook een verklaring voor die schaarste: “Het is natuurlijk niet zo vreemd dat een projectverantwoordelijke kiest voor een bepaalde houtsoort waar hij of zij ervaring mee heeft. Kenmerkend voor de GWW, maar ook te zien in de bouw, is dan ook dat maar enkele houtsoorten op grote schaal worden gevraagd. Nogmaals, logisch dat dat gebeurt, maar in het perspectief van verantwoord bosbeheer helemaal niet handig. Kenmerk van FSC-bosbeheer is immers dat die boomsoorten worden geoogst die het bos kan missen. Een eenzijdige vraag naar bepaalde houtsoorten leidt dan tot een zeer beperkte oogst, het bos wordt in haar diversiteit aan boomsoorten onvoldoende benut. Dat is een probleem voor de FSC-bosbeheerder, die veel investeert om het bos goed te beheren en vervolgens weinig verdiend. Een eenzijdige vraag leidt bovendien tot een eenzijdig, en daarmee kwetsbaar aanbod van tropisch FSC-houtsoorten. En daar is de markt dan weer niet mee gediend. Al met al een flinke uitdaging.”

Oplossingen

Ondanks de ‘tropische uitdaging’ ziet Ben Romein genoeg kansen om het aanbod van hout, inclusief tropisch hout, prima te laten aansluiten bij een toenemende vraag in de toekomst. “Natuurlijk, de meest logische en wenselijke consequentie van een toenemende vraag is dat meer bos FSC-gecertificeerd wordt. Dat leidt automatisch tot meer houtaanbod. En het kan: nog maar 10% van het bos wereldwijd is gecertificeerd. Meer boscertificering betekent dat het bos gevrijwaard is van kaalkap, het geeft dus ook nog eens bescherming aan het bos tegen invloeden van buitenaf. Het is daarom goed nieuws dat een aantal tropische landen heeft aangegeven serieus te willen investeren in FSC-bosbeheer. In Suriname zijn de besprekingen gaande, en de overheid van Gabon heeft zelfs uitgesproken dat over enkele jaren haar volledige bosareaal van 13 miljoen hectare voorzien is van een certificaat voor verantwoord bosbeheer.”

Gecertificeerd bos beter benutten

Daarnaast kan ook het huidige FSC-areaal veel beter benut worden. Door ook de minder bekende houtsoorten te oogsten kan de opbrengst van een FSC-bos meer dan verdubbelen, zelfs binnen de strenge regels die duurzaam bosbeheer oplegt aan de houtoogst. Maar dan is er wel vraag nodig naar die soorten. Ben Romein legt uit dat daarom een speciaal project is opgezet, het zogenaamde LKTS (Lesser Known Timber Species): “Eyoum, Eveuss, Tanimboeka… zeer geschikte houtsoorten voor toepassing in GWW-projecten, maar bijna niemand kent ze. Samen met een aantal houthandels brengen we daarom gericht een aantal van deze houtsoorten op de markt in voorbeeldprojecten. Daarmee laten we zien dat ze bestaan en een prima alternatief zijn voor bijvoorbeeld de Azobé’s van deze wereld. Het zijn houtsoorten die uitvoerig zijn getest, dus koudwatervrees vanuit vragende partijen is niet nodig. Als we dergelijke mogelijkheden benutten is een beperkt aanbod van tropisch FSC-hout niet langer onderwerp van discussie.”