Knipscheer Infrastructuur is een bruggenbouwer pur sang

Midden in het groen van de Noorderplassen in Almere doemt sinds kort een vuurrode beweegbare fietsbrug op. En die is niet alleen bijzonder vanwege de opvallende kleur of het feit dat de ophaalbrug een innovatief systeem met zelfbediening heeft, zodat recreanten op de staande mastroute de brug in het vaarseizoen zelf kunnen openen wanneer zij willen passeren. De brug is ook bijzonder omdat het de eerste beweegbare brug is, die is gebouwd door Knipscheer Infrastructuur.

De knalrode 2e Schateilandbrug in Almere. De eerste beweegbare brug in het portfolio van Knipscheer Infrastructuur.

“En dat was nog best lastig”, vertelt directeur René Knipscheer, terwijl we over de brug wandelen. “Bij aanbestedingen moet je immers over referentieprojecten kunnen beschikken. En ondanks onze jarenlange ervaring met bruggenbouw, hadden we nog nooit een beweegbare brug gebouwd. Het zogenaamde kip en ei verhaal.”
Om die reden schreef Knipscheer Infrastructuur toch doelbewust in, ondanks dat het plafondbedrag eigenlijk te laag was, er schreven immers maar 2 van de 5 genodigden in. “Uiteindelijk hadden we een beter plan dan de enige concurrent die nog iets lager inschreef. Maar daardoor kunnen we nu wel daadwerkelijk aantonen dat we ervaring hebben met beweegbare bruggen.”
De knalrode brug, die de naam ‘2e Schateilandbrug’ kreeg, is in nauwe samenwerking met ingenieursbureau IPV Delft ontwikkeld. Knipscheer Infrastructuur ontving de opdracht en voerde deze uit met de specialistische tender partners IPV Delft en Machinefabriek Rusthoven. Het betrof de realisatie van drie bruggen in het gebied: de beweegbare brug, een vaste fietsbrug en een vaste verkeersbrug. Het werk werd de partners gegund vanwege de strakke planning van de uitvoering, duurzaamheid en het bewegingswerk voor de ophaalbrug. Zo zorgen zonnepanelen op de bovenzijde van de ballastkist ervoor dat de brug energieneutraal is. En om materiaal en kosten te besparen werd een aangepaste versie van het door de opdrachtgever geïndiceerde hekwerk ontworpen, waardoor 40 procent minder staal nodig was.

De de ophaalbrug heeft een innovatief systeem met zelfbediening, zodat recreanten op de staande mastroute de brug in het vaarseizoen zelf kunnen openen wanneer zij willen passeren.

Bouwteams

Het werk is een schoolvoorbeeld van hoe Knipscheer graag werkt: zo veel mogelijk circulair, steeds vaker in bouwteams en graag met Design & Construct-contracten. Steven Jansen, bedrijfsleider Civiele Betonbouw zegt daarover: “Steeds vaker werken we in bouwteams. Zo ook in het nieuwste contract met de gemeente Almere voor het vervangen van alle houten fietsbruggen. Die tender hebben we gewonnen vanwege onze kennis rondom circulariteit. In combinatie met de kunde die we al hadden scoorden we daar flink punten mee. Werken in een bouwteam is echt wel een verschuiving in de markt. Voor veel gemeenten is het allemaal ook nog vrij nieuw, maar vooral de doorlooptijd van het voorbereidingstraject wordt veel gewonnen. En doordat je samen één doel hebt en alles met elkaar deelt, komt het de relatie met de opdrachtgever ook ten goede, is onze ervaring. Het werkt heel prettig zolang alle partijen heel open en transparant durven zijn, je zoveel mogelijk met dezelfde mensen werkt en zorgt dat de kennis geborgd blijft in het team.”
Knipscheer Infrastructuur won de inschrijving voor het bruggencontract in Almere vanwege de ervaring die de bouwer heeft met circulair bouwen. Jansen: “Het gaat om houten bruggen die die aan het einde van hun levensduur zijn. Een deel van de liggers is nog in goede staat en die verzagen we tot nieuw leuningwerk. De nieuwe liggers maken we dan van staal, composiet of beton. En per brug maximaliseren we het hergebruik van andere onderdelen.

Modulair

De eerste circulaire bouwklus die Knipscheer afrondde was een nieuw Upcycle Center in Almere-Haven: een milieustraat die deels is opgetrokken uit gerecyclede bouwmaterialen. Jansen: “Een hele pittige klus, maar ontzettend leuk en leerzaam. Zo kwamen we er bijvoorbeeld achter dat het heel moeilijk is om vast te stellen wat de kwaliteit van gebruikte materialen is. Daarom hebben we de hoofddraagconstructie toch van nieuw staal gemaakt en al het overige is hergebruikt staal. Anders konden we geen garantie op het gebouw geven. Voor dat project hadden we nog geen ervaring met materialenpaspoorten en de gemeente Almere ook niet. Daar hebben we dus samen een weg in gezocht.”
Knipscheer: “Toen we dat project achter de rug hadden, kwamen we circulair bouwen ook steeds vaker in de bruggenbouw tegen. Samen met IPV Delft hebben toen een circulaire en modulaire brug ontworpen. Modulair vooral om de bouwtijd te verkorten. Onze kracht is dat we in de werkplaats al kant en klare bekisting maken. Alles wordt genummerd en dan als een bouwpakket naar de locatie vervoerd en ter plaatse gestort. Op die manier kun je heel snel bouwen.”

Vloeistofdichte vloeren

Het inmiddels 40 jaar oude bouwbedrijf begon 25 jaar geleden met het aanleggen van vloeistofdichte vloeren bij tank- en wasplaatsen. “Maar dat was een specialisme dat niet genoeg continuïteit opleverde”, stelt Knipscheer. “We hebben toen ook figuratiebeton en gekleurd beton aan ons portfolio toegevoegd. Ik wilde graag dat we een volwaardige civiele betonbouwer zouden worden. Naast de vloeren voor tank- en wasplaatsen zijn we ons daarom ook gaan toeleggen op bruggen, kelders, gemalen, kademuren en bushaltes.
Wij bouwen overigens geen viaduct of brug van 10 miljoen euro, laat dat maar aan de grote jongens over. Wij zitten bewust in het lagere segment en bouwen bruggen tot een aanneemsom van pakweg 5 miljoen. Maar daarin onderscheiden we ons door de hoge bouwsnelheid en het heel inventief kunnen zijn.”

Het betonwerk voor de nieuwe trambanen pal voor het Amsterdamse Centraal Station.

Entree Amsterdam

Een toonaangevend werk waar dagelijks vele duizenden forensen en toeristen langs lopen is ‘De Entree’ in Amsterdam. Pal voor de deur van het Centraal Station wordt hier al twee jaar lang gewerkt aan een volledig nieuw aangezicht van de stad. Met meer water, minder auto’s en meer ruimte voor voetgangers en fietsers. Knipscheer maakt hier in opdracht van hoofdaannemer Max Bögl de weginfra en het betonwerk voor nieuwe trambanen. “Verreweg onze grootste opdracht ooit. En in totaal goed voor vier jaar werk. Dat is toch wel fijn in deze tijd,” zegt René Knipscheer.
Steven Jansen voegt er aan toe: “We zijn heel goed in het werken in kleine ruimtes, in flexibel zijn, en snel kunnen schakelen. We hebben jarenlang als onderaannemer bushaltes in Amsterdam gemaakt bijvoorbeeld. Dan moet je extreem flexibel zijn als bedrijf. Dat soort werk is bijna altijd in de nacht of in het weekend. Je hoort pas kort van te voren wanneer je aan de slag kunt. Ook bij De Entree komt die flexibiliteit van pas. Het was vanwege corona bijvoorbeeld rustig in de stad, dus konden we dit voorjaar een aantal delen ineens al van nieuwe bestrating voorzien, terwijl dit oorspronkelijk voor veel later stond gepland. Dit vergde wel extra inzet van alle betrokkenen qua aanpassen planning en het versneld verkrijgen van de materialen, maar werd door de omgeving enorm gewaardeerd.”

‘Echt kunstwerk’

Naast bruggen en viaducten bouwde Knipscheer vorig jaar ook een ‘echt’ kunstwerk. In opdracht van de Nederlands/Zwitserse landschapskunstenaar Bob Gramsma en de Provincie Flevoland bouwde Knipscheer Infrastructuur een 7 meter hoog betonnen kunstwerk in de gemeente Dronten. Het is het achtste landschapskunstwerk in Flevoland, bedoeld als ode aan 100 jaar Zuiderzeewet.

Het landschapskunstwerk in de buurt van Dronten. Knipscheer Infrastructuur maakte het in opdracht van kunstenaar Bob Gramsma.

40 jaar Knipscheer

De Knipscheer Infra Groep bestaat uit drie onderdelen: Knipscheer Infrastructuur, waaronder ook de afdeling Civiele Betonbouw valt; Knipscheer Rail-Infra, dat veel werk rondom het spoor uitvoert (keerwanden, perrons, geluidsschermen e.d.) en Knipscheer Infra-Clean, dat gespecialiseerd is in professionele reiniging van de buitenruimte. In totaal werken er ongeveer 125 mensen bij de drie onderdelen. Knipscheer Infrastructuur is met 80 man personeel het grootste onderdeel van de groep. De jaaromzet van het bedrijf bedraagt ongeveer 30 miljoen euro en Knipscheer heeft vestigingen in Almere, Emmeloord, Dronten, Lelystad, Zeewolde, Wezep en Heerenveen. Het bedrijf werkt door heel Nederland.
Knipscheer is een van oorsprong echt Flevolands bedrijf en werd exact 40 jaar geleden opgericht door de vader en moeder van René: Jan en Joke Knipscheer. De festiviteiten rondom het 40-jarig jubileum zijn wegens corona uitgesteld.