In de Spotlight

Artikel delen

HECO-Schrauben: drijvende kracht achter het schroefanker

HECO-Schrauben viert dit jaar het 25-jarige bestaan van het schroefanker. De schroevenfabrikant, die als eerste een betonschroef presenteerde, was de afgelopen decennia de drijvende kracht achter de verdere ontwikkeling van dit type schroef. Het kwam vaak als eerste met nieuwe afmetingen, nieuwe materialen en nieuwe toepassingen, waarvoor het ook vaak als eerste een toelating kreeg. Het HECO-assortiment omvat momenteel 25 soorten schroefankers en jaarlijks worden er in de fabrieken in het Duitse Schramberg en het Roemeense Câmpia Turzii zo’n 60 miljoen schroefankers met de naam ‘Multi-Monti’ geproduceerd.

“Het idee voor de betonschroef ontstond toen we op een vakbeurs in Köln de houten wanden van een stand op een betonnen zuil wilden vastzetten”, legt Andreas Hettich, hoofd Bedrijfsontwikkeling bij HECO-Schrauben, uit. “Omdat er geen andere oplossing voorhanden was, draaiden we HECO FIX-Plus schroeven in de voorgeboorde gaten. De FIX-Plus was een door onszelf ontwikkelde houtschroef met een vertanding aan de begin van de schroefdraad. De bevestiging bleek zo stevig, dat we besloten het gebruik van schroeven in beton verder te onderzoeken. In de fabriek werden bij wijze van tests metalen kisten aan schroeven in een betonnen plafond gehangen om de belastbaarheid te meten. Een jaar later – in 1996 – werd de toepassing op een vakbeurs voor de ijzerwarenhandel gedemonstreerd. Dat was de eerste officiële presentatie van een schroefanker in de markt. De schroef wekte de belangstelling van professor Schellenberg van het Testinstituut IFM in Rottweil. Daar werd geprobeerd om een schroef van 7,5 mm doorsnee en 75 mm lengte uit beton te trekken. Pas na drie pogingen brak de schroef af, maar de schroefdraad zat nog steeds stevig in het beton vast. Men had de kracht van de verbinding zwaar onderschat.”

Eerste toelating

Om de schroef op de markt te kunnen brengen, zocht HECO-Schrauben contact met professor Rolf Eligehausen van het Instituut voor Bouwmaterialen van de Universiteit van Stuttgart. Eligehausen was een internationaal erkend expert op het gebied van bevestigingen in beton. In het instituut werden toen ook al tests met schroefankers voor andere fabrikanten uitgevoerd. Hilti was het eerste bedrijf dat een toelating kreeg voor meervoudige gebruik van schroefankers in gescheurd beton. HECO-Schrauben kreeg in 1997 als eerste een toelating voor het individueel gebruik van een schroefanker in beton.

“Een hoogtepunt voor ons was de uitreiking van Innovatieprijs van Baden-Würtemberg in 1997”, vertelt Hettich. “Er werden zo’n 130 innovaties gepresenteerd, waaronder prachtige hi-tech oplossingen en apparaten. We voelden ons daar niet erg op ons gemak, want ik stond daar tijdens de presentatie op het podium met een stuk beton in mijn hand, waarin een schroef zat. Tot onze grote verbazing wees de vakjury HECO als winnaar aan. Blijkbaar omdat men de commerciële mogelijkheden van de nieuwe schroef goed begreep. We waren ongelooflijk trots.”

Optimalisatie

Daarna ging het bij HECO-Schrauben steeds sneller met de ontwikkeling van het schroefanker. Het assortiment werd uitgebreid met schroeven met diameters van 5 tot 20 mm en de schroefgeometrie, de schroefdraad en de vertanding bij de punt werden geoptimaliseerd. Niet alleen om het indraaimoment en de grip in het beton te verbeteren, maar ook om de slijtage van de schroefdraad te verminderen. Het bedijf kreeg de afgelopen jaren als eerste een ETA-toelating voor schroefankers van edelstaal en een toelating voor bevestigingen in metselwerk.

Adviesgevoelig product

De verdere ontwikkeling van het assortiment schroefankers had ingrijpende gevolgen voor HECO. “Een schroefanker is namelijk een product dat technische documentatie, advisering en opleiding van gebruikers en aanvullende producten en diensten vereist”, licht Hettich toe. “Door het schroefanker  startten we met adviesdiensten voor klanten en met de HECO Academie, waar gebruikers training in de toepassing van de schroeven konden volgen. Ook de opening van het ‘Dübellabor’ in 2013 was een direct gevolg van de productontwikkeling. In ons eigen laboratorium kunnen we onder toezicht van officiële testinstituten in Stuttgart en Dortmund zelf standaard testseries uitvoeren; bijvoorbeeld om nieuwe productspecificaties en toepassingen te testen of als voorbereiding op officiële toelatingen.

Groeiend marktaandeel

Hoewel HECO een van de voorlopers is bij de verdere ontwikkeling van schroefankers, hebben de meeste aanbieders van bevestigingsmateriaal tegenwoordig schroefankers in hun assortiment  opgenomen. De vakman was aanvankelijk erg terughoudend met het gebruik van schroefankers als alternatief voor mechanische en chemische ankers, maar hij ziet hoe langer hoe meer de voordelen. Niet alleen is de belastbaarheid van een schroefanker in veel gevallen beter dan die van mechanische of chemische ankers, maar er zijn veel minder handelingen nodig, waardoor de werksnelheid toeneemt en de kosten dalen. Schroefankers hebben bovendien het unieke voordeel, dat ze hergebruikt kunnen worden.

Momenteel ligt het aandeel van schroefankers in Europa rond de twintig procent. Ter vergelijking: in Amerika rond de tachtig procent. Maar het marktaandeel stijgt gestaag. HECO Schrauben ziet dan ook een mooie toekomst voor het schroefanker weggelegd.

Het assortiment HECO-schroefankers bestaat momenteel uit 182 uitvoeringen, die dankzij een uitgebreid scala aan officiële toelatingen voor tal van toepassingen inzetbaar zijn. Naast de ‘normale’ schroefankers is er bijvoorbeeld een MMS-plus V voorsteekanker verkrijgbaar voor de montage van hekwerken en relingen. Voor tijdelijke bevestigingen van onder andere bouwstempels, schoren, valbeveiligingen en steigers op de bouwplaats is MMS-plus SSK ontwikkeld. Voor de montage van houten elementen op beton kan men kiezen uit de MMS-plus S of de MMS-TC. De verschillende kopsoorten zoals  rondkop-, platte rondkop of binnen- en buitendraadanker maken ook de montage van montagerails, leidingen of plafondsystemen mogelijk.

De MMS-plus van HECO is toegelaten voor blootstelling aan brand (brandwerendheid klasse R120 en brandtest conform RWS 180.) Ook zijn de ankers toegelaten voor gebruik in aardbevingsgebieden (categorie C1 en C2)  en hebben ze een ETA-goedkeuring voor meervoudig gebruik. Bovendien voldoen ze aan de eisen van de VdS-richtlijn CEA 4001 voor de installatie van sprinklerinstallaties.

HECO-Schrauben
www.heco-schrauben.nl