32 km transportleiding voor waterstof in aanleg

Eind 2025 neemt de Gasunie 32 kilometer nieuwe leiding in gebruik voor transport van waterstof vanaf een electrolyzer op de Tweede Maasvlakte naar Shell Pernis. Dit is het eerste deel van een waterstofnetwerk dat verschillende industrieclusters in Nederland moet gaan bedienen.

Tekst: Henk Wind
Foto’s: Chantal van de Berg

Onder enkele waterwegen was aanleg nodig middels een gestuurde boring, zoals bij de Dintelhaven.

Er staat de komende jaren heel wat te gebeuren in Nederland. Er is een waterstofnetwerk in voorbereiding dat vijf grote industriële clusters verspreid over Nederland van waterstof gaat voorzien. Al in 2025 gaat Shell Pernis aangesloten worden op het eerste deel van het netwerk, ongetwijfeld vlot gevolgd door meerdere afnemers in die omgeving. Als alles naar wens verloopt zullen in 2030 ook drie andere industrieclusters aan zee voorzien worden van waterstof. Dit gaat om de clusters Zeeland, het Noordzeekanaalgebied en de Eemshaven. De verbindingen tussen de verschillende clusters en de aansluiting van het industriegebied Limburg volgen zo snel mogelijk daarna.

Tot het netwerk behoort ook ondergrondse waterstofopslag in zoutcavernes in Noord-Nederland, waar nu al aardgas wordt opgeslagen. De eerste daarvan moet eveneens in 2030 gereed zijn; drie andere zijn in voorbereiding en volgen daarna. Michiel Bal, woordvoerder van de Gasunie: “Waterstofopslag is enorm belangrijk voor de voorzieningszekerheid bij duurzame energie. Voorheen had je de beschikking over aardgas en steenkool, waartussen je ook nog kon schuiven. Straks ben je afhankelijk van een energieaanbod dat gebaseerd is op opwekking van elektriciteit door wind en zon. Die is grillig en dus heb je een buffer nodig, die je creëert met grootschalige opslag van waterstof.”

Aanleg middels open ontgraving langs de Botlekweg.

Transport stimuleert vraag en aanbod

Het was 29 juni 2022 toen voormalig minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten de plannen bekend maakte voor de aanleg van een landelijk transportnetwerk voor waterstof. Hynetwork kreeg als dochteronderneming van Gasunie de opdracht het waterstofnetwerk in Nederland aan te leggen en daarna ook de rol van beheerder van het waterstofnetwerk op zich te nemen. Michiel: “Het kabinet zag de onzekerheid in de markt. De onzekerheid over vraag en aanbod leidden tot een kip-ei-discussie. Er komen geen afnemers omdat er geen aanbod is en er komen geen aanbieders omdat er geen afnemers zijn. Door gewoon te gaan bouwen zie je dat er vraag gaat ontstaan en ook aanbieders zich melden. Als het transport geregeld is, verwachten wij dat de vraag gaat toenemen. Je zag dat in Rotterdam gebeuren, waar onze bouw het startsein was voor marktpartijen om hierover na te gaan denken. En ze hebben waterstof nodig voor hun verduurzaming!”

Het gaat in dit netwerk dan ook nadrukkelijk om CO2-vrije waterstof. “Ons netwerk is kleurenblind, zeg ik altijd. Het mag groene of blauwe waterstof zijn, mits het maar CO2-neutraal is. Groene waterstof komt van wind- en zonneparken op zee. Blauwe waterstof wordt gemaakt van aardgas, dat wordt gescheiden in waterstof en CO2. Die CO2 wordt echter niet de lucht in geblazen, maar wordt ondergronds opgeslagen. Blauwe waterstof is nodig om de markt te versnellen, omdat we niet genoeg groene waterstof hebben. Daarom ook hebben we recent contracten getekend met Denemarken en Noorwegen. Denemarken is heel ver met productie van groene waterstof; Noorwegen is volop bezig met ontwikkeling van blauwe waterstof. Via onze infrastructuur in Duitsland kunnen we de koppeling maken tussen Nederland en deze landen.”

Onder enkele waterwegen was aanleg nodig middels een gestuurde boring, zoals bij de Dintelhaven.

Aanvoer via havens

Voor de komende jaren verwachten Hynetwork en Gasunie vooral dat duurzame stroom voor productie van waterstof gaat komen vanaf de windparken in zee. Die staan relatief dichtbij de kust, zodat de elektriciteit met stroomkabels naar land kan worden gebracht. Aan de kust kunnen dan de electrolyzers worden gebouwd die de clusters via het netwerk van Gasunie van waterstof voorzien, zoals de Hydrogen One van Shell op de Maasvlakte. “Maar hoe groter de vraag wordt, hoe groter ook de afstand zal worden tussen windparken en kust. Dan ligt het voor de hand dat waterstof op zee wordt gemaakt en per pijpleiding worden aangevoerd. Maar naar we nu weten zal de Europese productie van waterstof ook maar in slechts de helft van de vraag kunnen voorzien. De andere helft zal per schip moeten worden aangevoerd. De zeehavens in Nederland zijn daar zeer geschikt voor. Die hebben historisch altijd al een belangrijke importrol gespeeld in de energievoorziening. Alleen wordt het nu waterstof in plaats van fossiel.”

Overzicht van het aan te leggen landelijke waterstofnetwerk.

Overzicht van het aan te leggen landelijke waterstofnetwerk.

Merendeels bestaand netwerk

Belangrijk in deze ontwikkeling is dat Gasunie in 2020 de weg is ingeslagen om zichzelf om te vormen van een transportbedrijf voor aardgas naar een brede-energie-infrastructuurbedrijf, dat zich naast aardgas inzet voor het grootschalig transport van groen gas, waterstof, CO2 en warmte. Sindsdien zijn meer dan 1.000 mensen aangenomen die werken aan deze transitiesystemen.

In 2030 zal deze ambitie al voor een groot deel gerealiseerd zijn. Voor waterstof wordt daarbij een deel van het bestaande aardgasnetwerk omgebouwd. Verwachting is dat het grootste deel van het waterstofnetwerk – van in totaal 1.200 km – kan worden gerealiseerd op basis van bestaande leidingen; het overige deel moet nieuw worden aangelegd. “We kunnen die ombouw doen omdat we nu al twee systemen hebben: één voor Gronings gas en één voor buitenlands gas. Nu we minder Gronings gas gebruiken, kunnen we een deel van dat netwerk loskoppelen, terwijl de levering van aardgas gewoon doorgaat. Wij kunnen de overgang dus heel geleidelijk doen. Dat is een andere situatie dan veel andere landen, waar ze pas kunnen omschakelen als ze stoppen met transporteren van aardgas.”

Bij de aanpassingen van het netwerk gaat het niet om de transportleidingen op zich. Die zijn geschikt voor waterstof. Wel wordt alles om de leidingen heen vervangen, zoals de afsluiterinstallaties. Deels om ze geschikt te maken voor waterstof; deels ook om straks over een geheel up-to-date netwerk te kunnen beschikken.

Overzicht van het Rotterdamse tracé dat volop in aanleg is.

Overzicht van het Rotterdamse tracé dat volop in aanleg is.

Leidingenstraat

Bij de voorbereiding van het waterstofnetwerk speelt de Rijksoverheid een belangrijke coördinerende rol als het gaat om het bepalen van voorkeurstracés. Uitzondering op die Rijkscoördinatie is de regio Rotterdam. Daar wordt voor het netwerk namelijk gebruik gemaakt van een bestaande ‘leidingenstraat’. Daardoor konden Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam al in 2020 beginnen aan het ontwerp van deze waterstofleiding. In oktober 2023 kon de daadwerkelijke aanleg van start gaan van 32 kilometer leiding vanaf een te bouwen electrolyzer op de Tweede Maasvlakte naar Shell Pernis als eerste afnemer. Rotterdam zal daarmee eind 2025 het eerste actieve onderdeel zijn van het waterstofnetwerk in Nederland.

Voor Gasunie is het transporteren van waterstof overigens niet helemaal nieuw. Al sinds 2018 vervoert het bedrijf waterstof in Zeeland van Dow Chemicals naar kunstmestproducent Yara. Hiervoor werd destijds een bestaande aardgasleiding losgekoppeld van het landelijke gasnet. Jan Willem Rongen, projectleider van Gasunie/Hynetwork voor het project Rotterdam: “De leidingenstraat is een tracé met leidingen van vele leidingeigenaren in één strook, waaronder ook hoogspanningskabels. Al die leidingen liggen veilig en netjes naast elkaar. In Rotterdam leggen wij de waterstofleiding voornamelijk aan in open sleuf. Onder enkele watergangen maken we gebruik van gestuurde horizontale boringen, zoals onder de Oude Maas, maar ook gaan we twee keer door een leidingtunnel onder een waterweg. Dat is behoorlijk spectaculair als je zo’n leidingtunnel ziet met al die leidingen naast elkaar.”

Onder enkele waterwegen was aanleg nodig middels een gestuurde boring, zoals bij de Dintelhaven.

Samen met Porthos-leiding

De aanleg van de waterstofleiding loopt voor een groot deel samen op met de aanleg van de zogeheten Porthos-leiding. Dit is een leiding die CO2 die door de industrie rondom Rotterdam wordt afgevangen, zal transporteren naar opslagvelden onder de Noordzee. Dit transport is dus juist in tegengestelde richting van de waterstofleiding.

Gasunie is één van de aandeelhouders in Porthos, maar het betreft een zelfstandig bedrijf. Voor aanleg van leidingen maakt Porthos gebruik van de deskundigheid van de Gasunie op dit gebied, maar het heeft een eigen projectorganisatie en ook een eigen aannemer voor de aanleg. Jan Willem: “Toen de contracten met onze aannemer werden getekend, kreeg Porthos op datzelfde moment een ‘go’ van de Raad van State voor de aanleg van deze 42-duims leiding. We konden dus tegelijkertijd aan de slag. Omdat we op een groot deel van het tracé op een onderlinge afstand van slechts 40 cm liggen, is er tijdens de bouw veel onderling overleg tussen Porthos en zijn aannemer Denys en Gasunie en onze aannemer Visser & Smit Hanab. Liefst wil je bij het leggen van een leiding in één keer werken vanaf je beginpunt naar je eindpunt. Maar hier moeten we soms haasje-over spelen, wat veel vraagt van de logistiek, mede doordat de Porthos-leiding voorrang heeft op ons werk. Bij het kruisen van wegen trokken we dan juist weer heel nauw samen op om het afzetten van (snel)wegen zo beperkt mogelijk te houden. Inmiddels hebben we het grootste deel van de wegkruisingen succesvol afgerond.”

Jan Willem noemt het een zeer complexe operatie. “Ik noem het wel ‘mikado met pijpleidingen’. Vooral de laatste 600 meter richting Shell Pernis in de Botlek is heel complex, waarbij je ook nog eens te maken hebt met de oudste buisleidingen-infrastructuur in de ondergrond. Dat is heel uitdagend bouwen, maar heel mooi om te doen. We liggen op schema, maar 2025 wordt wel een druk jaar.”

Dat geldt overigens niet alleen voor Rotterdam, maar ook voor de andere regio’s. Daar wordt hard gewerkt aan het bepalen van de tracés, het aanvragen van vergunningen en andere voorbereidingen. Elk cluster maakt daarbij grotendeels gebruik van bestaande leidingen, maar heeft ook een deel nieuwbouw te doen. De komende jaren zullen er op diverse plekken dan ook de nodige graafwerkzaamheden worden verricht om Nederland klaar te maken voor dit deel van de energietransitie.