Klepelen voor gemeenten: Nee, tenzij
Er is veel te doen rond het wel of niet mogen klepelen van bermen. In de nieuwe Gedragscode Soortenbescherming voor waterschappen en die voor gemeenten is alsnog een klepelverbod opgenomen op voorstel van de Vlinderstichting. Toch is het gebruik van een klepelmaaier in uitzonderingssituaties wél toegestaan. Dat meldt Cumela, brancheorganisatie voor ondernemers in groen, grond en infra.

Foto: Cumela.
De nieuwe Gedragscode Soortenbescherming voor waterschappen door de Unie van Waterschappen, is op 1 april 2025 van kracht geworden. De nieuwe Gedragscode Soortenbescherming voor gemeenten 2025 van Stadswerk geldt sinds 9 juni 2025. Voor álle gedragscodes geldt in beginsel het volgende: ‘Alleen als er sprake is van aanwezigheid van beschermde soorten, dient gewerkt te worden volgens de gedragscode’. Dat betekent in de praktijk dat – als vooraf in kaart is gebracht waar géén beschermde soorten zijn – dat er op die plaatsen geen klepelverbod geldt.
Klepelen: ‘Nee tenzij’
Het uitgangspunt voor het gebruik van een klepelmaaier in de gedragscode soortenbescherming voor gemeenten is ‘Nee, tenzij’. De klepelmaaier mag onder de vrijstelling van deze gedragscode slechts worden toegepast om een aantal veiligheidsredenen. Cumela geeft een beknopte weergave van de randvoorwaarden en uitzonderingen:
- Maai-zuigcombinaties (direct afvoer maaisel) zijn het uitgangspunt.
- Ecologisch deskundige onderbouwt gebruik klepelmaaier in Ecologisch Werkprotocol.
- Afstelling klepelmaaier op minimale maaihoogte van 10 cm.
- Klepelmaaier technisch uitrusten ten hoeve van minimale negatieve effecten (bijvoorbeeld Y-klepels).
- De werksnelheid is maximaal 5 km/u.
Klepelen mag:
- De eerste 1,5 meter, om onveilige situaties op de bermstrook en zichthoeken (kruisingen) langs openbare wegen te voorkomen.
- Om onveilige situaties op onderhoudspaden te voorkomen.
- Om onveilige situaties op steile (dijk)taluds en/of dijken met een beperkte draagkracht te voorkomen.
- Plasdrasoevers langs (water-)wegen en onderhoudspaden.
Nee, tenzij
Met het werken volgens een gedragscode wordt een omslachtige Omgevingsvergunningprocedure voorkomen. Het werken volgens een gedragscode is overigens uitsluitend noodzakelijk als er beschermde soorten (dieren en planten) aanwezig zijn. Dat geldt voor de gedragscode van gemeenten, maar dus ook voor die van waterschappen en andere ‘terreinbeheerders’.
Cumela pleit ervoor dat alle opdrachtgevers de aanwezigheid van beschermde soorten in hun te beheren areaal zélf in kaart brengen. Zo komt in beeld welke gebieden potentie hebben voor ecologisch beheer en waar de klassieke wijze van onderhoud in stand kan worden gehouden. Er zijn ook opdrachtgevers die de verantwoording voor het vooraf (voor aanbesteding) in kaart brengen volledig bij de aannemer leggen. Dit is wat Cumela betreft onwenselijk. Lang niet alle Cumela-bedrijven beschikken over een eigen ecoloog. Deze expertise moet vaak extern worden ingehuurd. Het is efficiënter en zorgt voor een gelijk speelveld als opdrachtgevers dit zelf regelen.
De Gedragscode soortenbescherming gemeenten 2025 en verdere informatie is te vinden bij Stadswerk: www.stadswerk.nl. Vul in het zoekvak in: ‘Gedragscode soortenbescherming 2025’.