Stad kan veilige haven zijn voor insecten
Het gaat slecht met insecten: 40% van alle soorten wereldwijd wordt met uitsterven bedreigd. Ook in Nederland is de situatie zorgwekkend: nog nooit eerder zijn er zo weinig vlinders geteld als in het afgelopen jaar. Toch wijst onderzoek van het Kenniscentrum Insecten (EIS) uit dat juist stedelijke gebieden mogelijkheden bieden voor herstel.

Meer aandacht en actie voor insecten is dringend nodig: wereldwijd verdwijnen ze in een alarmerend tempo. Foto: Beeldbank Floriade.
Het onderzoek van EIS is uitgevoerd in opdracht van Natuur & Milieu. Steden kunnen, mits goed ingericht, bijdragen aan het leefgebied van insecten. “De stad kan een veilige haven worden voor insecten, maar dan moeten we nú in actie komen”, zegt Rob van Tilburg, directeur programma’s bij Natuur & Milieu. “Tegelijkertijd moeten we ook het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw drastisch terugdringen.”
Stad biedt kansen
Meer aandacht en actie voor insecten is dringend nodig: wereldwijd verdwijnen ze in een alarmerend tempo. Vooral vlinders, bijen en kevers worden hard getroffen. Duits onderzoek toont aan dat sinds 1990 het totale insectengewicht met 75% is gedaald. In Nederland verdween de helft van de vlinderpopulaties in dertig jaar tijd. De belangrijkste oorzaken zijn intensief, insectonvriendelijk landgebruik en vervuiling door bestrijdingsmiddelen en luchtverontreiniging.
Verrassend genoeg biedt volgens het onderzoek de stad kansen voor gedeeltelijk herstel. “Ruim een derde van alle insectensoorten komt voor in de stad en 10% is er zelfs van afhankelijk, zoals de rosse metselbij en het tuingitje”, zegt Van Tilburg. Steden bieden gevarieerd leefgebied, met talloze micro-habitats tussen stoeptegels, muren, tuinen, sloten, daken en bermen. In tegenstelling tot landbouwgebieden is het gebruik van pesticiden en mest hier relatief laag.
Toch blijven deze kansen grotendeels onbenut: “Veel gemeenten hebben geen specifiek beleid voor insecten. Ook op nationaal niveau is het beleid versnipperd en vaag. Enerzijds is er een bijenstrategie, anderzijds bestaan er werkgroepen die zich richten op het beperken van bijenoverlast”, aldus Natuur & Milieu. De recent aangenomen Europese natuurherstelwet kan daar verandering in brengen. Die verplicht landen om meer te doen voor insecten, ook in stedelijke gebieden.
Van Vlinderidylle tot Bonte Berm
Samen met het Collectief Natuurinclusief hebben de organisaties elf richtlijnen opgesteld voor een insectvriendelijke stad. Denk aan meer groen leefgebied en gevarieerde watertjes zoals een sloot, poel en stromend water. Andere voorbeelden zijn: aanleg van bloemrijke bermen, bieden van nestplekken en het planten van inheemse bomen en planten. En natuurlijk: stoppen met pesticiden.
Natuur & Milieu roemt het bestaan van concrete initiatieven die in elke wijk een plek zouden moeten krijgen, zoals de Vlinderidylle, Stadsoase en de Bonte Berm. “Ze zijn overal toepasbaar en maken het gemeenten makkelijk om wat voor insecten te doen. Wij roepen gemeenten en grondeigenaren op om in elke wijk een insectenrijk aan te leggen”, aldus Van Tilburg.

Dagpauwoog en blinde bij. Foto: Pieter van den Braak.
Insecten onmisbare stille krachten
Insecten zijn overal. Met zo’n 20.000 soorten vormen ze de grootste en meest diverse diergroep van Nederland. Toch kennen we ze vaak minder goed dan andere dieren. Dat is zonde, want ze hebben vaak bijzondere leefwijzen en zijn van onschatbare waarde voor mens en natuur. Ze bestuiven voedselgewassen: van appels en aardbeien tot courgettes en pompoenen. Ze ruimen organisch afval op en houden de bodem gezond voor planten en bomen. Insecten zijn daarnaast een essentiële voedselbron voor vogels en zoogdieren, zoals egels en vleermuizen. “Insecten vallen ons vaak niet zo op, omdat ze zo klein zijn en op verborgen plekken leven. Het zijn de onzichtbare maar onmisbare werkers van onze stad. Het is doodzonde om niet beter voor ze te zorgen”, aldus Natuur & Milieu.