Instortingsgevaar door kortzichtigheid
Het is niet de eerste keer dat ik op deze plek aandacht vraag voor de waarde van onze infrastructuur. Waarde is heel iets anders dan kostprijs. Wat waarde is beseffen we pas echt als er te weinig instandhoudingskosten zijn gemaakt. Daardoor wordt bijvoorbeeld een brug buiten gebruik gesteld, de elektriciteit of het internet valt uit, de WC overstroomt, de verwarming doet het niet of er komt geen water uit de kraan.
Zolang we bij terugkomst van vakantie blij zijn weer op de comfortabele Nederlandse wegen te rijden, snel internet hebben, lekker warm kunnen douchen en water uit de kraan kunnen drinken, lijkt het alsof onze infrastructuren de beste van Europa zijn.
Niemand maakt er dan ook een onderwerp van bij verkiezingen. Het trekt immers geen kiezers als je geld vraagt voor iets wat (nog) functioneert. Maar schijn bedriegt. Want heel veel infrastructuur kraakt in zijn voegen, wordt buiten gebruik gesteld of staat zelfs op instorten. Daarom doen alle politieke partijen er goed aan de instandhouding van onze infrastructuur prominent in hun programma’s op te nemen. Zo voorkom je dat het thema een breekpunt wordt bij coalitieonderhandelingen.
Nu weten we rampen zoals in Genua en Dresden met lapmiddelen nog net te voorkomen, maar dat gaat niet lang meer goed, als we een grondige aanpak voortdurend voor ons uitschuiven. Die kortzichtigheid kan ons lelijk opbreken, want zonder infrastructuur staat alles stil, niet alleen onze economie. De hele sociale en fysieke verbinding, het comfort en het dagelijks leven worden beïnvloed en verstoord. Dat is niet in geld uit te drukken.
Helaas komt de waardering voor de waarde van infrastructuur doorgaans pas als het zover is. Mijn oproep aan alle partijen bij de komende landelijke en de gemeentelijke verkiezingen volgend jaar is: wees niet kortzichtig en zorg voor voldoende budget om instortingsgevaar te voorkomen. Stel net als voor defensie een minimumpercentage vast voor landelijke en lokale begrotingen, dan hoeven we daarna nooit meer aan de bel te trekken dat het weer eens bijna te laat is.