MKB Infra brengt praktijkervaringen in KLO

Artikel delen

MKB Infra praat mee in het Kabel- en LeidingOverleg (KLO) en brengt ervaringen van ondernemers te berde. Dat leidt tot betere en meer praktijkgerichte afspraken, die doorklinken in een vijftal speerpunten.

De partijen in het KLO waren net begonnen aan de evaluatie van de WION (Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten), toen René Fronik namens MKB Infra in 2012 voor het eerst aanschoof. De publicatie van het Zwartboek Grondroeren was aanleiding voor de uitnodiging aan en deelname van de branchevereniging aan het overleg, waarin netbeheerders, beheerders van de openbare ruimte en grondroerders met elkaar praten over het verminderen van het aantal schades aan kabels en leidingen door graafwerkzaamheden. Wat is de stand van zaken en wat is de inbreng van MKB Infra, de enige organisatie die ondernémers naar het overleg stuurt? Behalve René Fronik is dat Rinie Barendregt. De overige organisaties zijn vertegenwoordigd door beleidsmedewerkers. René Fronik praat u bij.

Vijf speerpunten
‘Op grond van de evaluatie hebben we ons afgevraagd: kunnen we speerpunten formuleren, waarin we vastleggen hoe we in de periode 2014-2018 het beste een bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van de graafschades. Dat zijn er vijf geworden. Nuttige speerpunten, vind ik.
1.    De eerste gaat over effectieve informatievoorziening. Niet alle nutsbedrijven verstrekken informatie op eenduidige wijze. Hoe kunnen we daar verbetering in aanbrengen en wat zijn precies informatieverplichtingen van opdrachtgever, kabelbeheerder en grondroerder? Dat moet dan leiden tot een betere kwaliteit van kabel- en leidinginformatie, onder meer over huisaansluitingen. Ook het proces van het melden van een afwijkende situatie moet vereenvoudigd worden.
2.    Een volgend aandachtspunt gaat over de eigen verantwoordelijkheid van betrokken partijen bij het graafproces. Voor ons geldt bijvoorbeeld, dat we zo zorgvuldig mogelijk graven. Misschien ontbreken er relevante gegevens en moeten we de Crow-richtlijn 250 aanpassen. Voor de opdrachtgever geldt, dat hij het zorgvuldig graven bij aanbestedingen buiten de competitie houdt. Daar zou dus een vast bedrag voor gereserveerd mogen worden, waarvoor het graafwerk zorgvuldig kan gebeuren. Rinie Barendregt zit voor MKB Infra in de speerpuntwerkgroep die zich buigt over deze zaken. 
3.    Het volgende aandachtspunt ligt in het verlengde van het vorige en je zou deze kunnen samenvatten met het werkwoord doen. Verantwoordelijkheid geven en nemen is immers een kwestie van doen. Wat kunnen alle partijen investeren om het aantal schadegevallen terug te dringen? Dan kan het gaan over meer toezicht of betere aanwijzingen op de bouwplaats. Het KLO wil de bewustwording vergroten door bijvoorbeeld sessies met betrokkenen en het promoten van vast vooroverleg.
4.    We hebben lang gesproken over een zogenaamde graafbenchmark; dus een ranking naar het aantal graafschades. Aanvankelijk wilde men vooral meten hoe de grondroerders ten opzichte van elkaar presteren. Ik heb daartegen geageerd. Want er spelen een aantal factoren een rol, waarop de grondroerder geen invloed kan uitoefenen. Ten eerste de locatie. Het maakt nogal wat uit of je in een stedelijke omgeving zit of ergens in een weiland aan het werk bent. Ten tweede de aard van de werkzaamheden. Als je met name bezig bent met het vernieuwen van rioleringen dan is het risico op kabelschade groter dan wanneer je alleen straatwerk verricht. Ik heb toen gezegd; ga nou eerst eens bij de netbeheerders kijken. Hoe doen díe het ten opzichte van elkaar. Later zou je dan ook kunnen kijken naar de grondroerders. Dat voorstel is overgenomen.
5.    Tenslotte de kwaliteitsborging. In het overleg vond men, dat er een certificaat moest komen. Daar ben ik niet zo’n voorstander van, want dat legt nog meer administratieve verplichtingen op de schouders van de ondernemer. Met bijval van Cumela en Bouwend Nederland hebben wij voorgesteld daar een gedragscode van te maken. De netbeheerders waren aanvankelijk voorstander van een certificaat, omdat er volgens hen nog te weinig klic-meldingen werden gedaan. Ik heb dat pertinent tegengesproken. Ik weet zeker dat al onze leden melding doen. Er zullen sowieso heel weinig aannemers zijn die geen klic-melding doen.’

Het xyz-stelsel
Na een klic-melding ontvangt de grondroerder gegevens over de plaatsen waar leidingen liggen. De gegevens worden gedaan in het xy-stelsel, dus in het horizontale vlak. René Fronik: ‘Wij willen het liefst ook gegevens over de diepte (z-richting) waarop de leidingen liggen, want dan heb je als grondroerder betere argumenten om je te verdedigen tegen een aansprakelijkstelling. Uit het zwartboek bleek onder meer, dat leidingen soms op 20 cm liggen, terwijl die voor de richtlijnen op 80 cm moeten liggen. Er bleek al een werkgroep te zijn die zich daarmee bezighoudt, maar de netbeheerders zitten er niet op te wachten. Bovendien verwachten ze dat de verzameling en invoering van de gegevens meer kost, dan het oplevert. Op dit punt lopen de belangen dus enigszins uiteen. Maar er wordt onderzoek naar gedaan.’
Op het punt van de snelheid waarmee de gegevens verwerkt worden is al wel vooruitgang geboekt. Er is met de netbeheerders overeengekomen, dat na aanleg of vervanging van leidingen de revisiegegevens binnen een maand verwerkt moeten zijn. Dat stond al wel in de WION, maar de praktijk was een andere.

Reserveringslabel
Een nieuw element is het zogeheten reserveringslabel. Wat wil dat zeggen? Fronik: ‘Je krijgt een tekening waarop met een aparte arcering is aangegeven, waar vervanging of een nieuwe leiding op de planning staat. Een reden om ook daar voorzichtig te graven, want het kan zijn dat de leiding er inmiddels ligt.’