‘We ontvangen veel gemeenten hier op de kwekerij’

Artikel delen

Kweker Jan van Kempen:

 
Sortiment en kennis zijn de speerpunten van Van den Berk Boomkwekerijen in Sint-Oedenrode. Het bedrijf levert bomen in alle soorten en maten en adviseert graag bij de aanschaf daarvan. Duurzaamheid en biodiversiteit zijn aandachtspunten. ‘Een boom moet 30 jaar, of liever nog langer, probleemloos kunnen blijven staan’, aldus kweker Jan van Kempen.
 
In een tijd waarin biodiversiteit en duurzaamheid de kernwoorden zijn, is het als boomkweker goed om te beschikken over een uitgebreid sortiment én kennis. Van den Berk Boomkwekerijen is zo’n bedrijf dat een omvang heeft van circa 500 ha verspreid over drie locaties. In het eigen bomenboek Van den Berk over bomen beschrijft het bedrijf ruim 1.100 boomsoorten en cultivars waarmee over de kennis binnen de kwekerij geen twijfel meer bestaat. ‘We kunnen de bomen in alle maten aanbieden. Tot aan zware solitairen. Denk aan platanen en eiken in omtrekmaten van rond de 1,5 meter en leeftijden tot soms wel 35-40 jaar’, vertelt Jan van Kempen die al ruim 15 jaar bij het bedrijf werkzaam is en verantwoordelijk voor verkoop en advies binnen Nederland.
 
Advies
Advies is belangrijk. Zeker in een tijd waarin het sortiment sterk is verschraald en sortimentkennis sterk is afgenomen. Hoe krijg je meer dan 1.100 verschillende boomsoorten en cultivars aan de man? ‘Uiteraard is ons ruim 1.000 pagina’s tellende bomenboek ons visitekaartje en staan we veel op beurzen. Daarnaast leiden we hoveniers, architecten en gemeenten liefst persoonlijk op onze kwekerij rond.’
Het advies dat het bedrijf geeft is allesomvattend. Van Kempen geeft een voorbeeld. ‘Vanuit omgeving Roermond kwam de vraag naar essen. Met de heersende essenziekte, plus het feit dat in Zuid-Limburg al zoveel essen langs de Maas groeien, probeerden we een alternatief te bieden, bijvoorbeeld esdoorn of haagbeuk.’ Een bezoek aan de kwekerij kan op zo’n moment helpen, daar zien de groenontwerpers de bomen in vol ornaat en is een keuze makkelijker te maken. ‘In dit specifieke geval viel de keuze uiteindelijk op plataan omdat de bomen op een parkeerplaats moesten komen. Aan de tekentafel viel de keuze op een es, hier op de kwekerij is die keuze aangepast. Een es hoort uiteindelijk meer in het landschap en op een parkeerplaats is een plataan beter op zijn plaats. Die zorgt voor schaduw, is goed te snoeien en heeft geen problemen met stralingswarmte.’
 
Rijdend door Europa
Op de hoogte zijn van de omgeving waar de bomen worden aangeplant, is naast sortimentskennis een belangrijke troef bij Van den Berk Boomkwekerijen. ‘Ons hele verkoopteam rijdt constant door Europa, wij zijn met veel plantplaatsen bekend, kennen de omgeving. Zo rijd ikzelf nooit over dezelfde weg naar huis. In de ochtend kies ik vaak de snelste route, terug naar huis gaat het meestal binnendoor.’
De ogen open houden is dan het devies en wie dat doet merkt dat veel boomsoorten slechts heel sporadisch worden toegepast. Aandacht voor de uitgebreidheid van het sortiment vindt Van Kempen daarom essentieel. ‘Neem een Acer rubrum RED SUNSET (‘Franksred’). Is die vol in zijn herfstkleur dan laat ik die graag aan bezoekers zien, zowel hier op de kwekerij als op locaties waar we ze hebben aangeplant. Het noemen van straten en parken waar de bomen staan aangeplant, is voor onze klanten vaak doorslaggevend bij het maken van keuzes.’
Een andere boom die volgens hem veel meer aandacht verdiend is Ostrya carpinifolia. Langzaam groeiend, met blad als Carpinus en vruchten die op hopbellen lijken. Opvallend is eveneens de gele herfstverkleuring. Van Kempen noemt verder Celtis australis. ‘In de zuidelijk landen veel aangeplant langs wegen, met asfalt tot aan de stam. Ook deze boom is bestand tegen stralingswarmte, belangrijk met de veranderende klimatologische omstandigheden en opwarmende steden.’
 
Biodiversiteit
Voordat het bedrijf bomen voor specifieke standplaatsen verkoopt, is er altijd ruimschoots onderzoek gedaan op eigen kwekerij. ‘Minder bekende bomen planten we hier als jong materiaal op en kweken dat door. Zo leren we de voor- en nadelen en groeiwensen. Alles draait daarbij om duurzaamheid; een aangeplante boom moet 25-30 jaar, of liever nog langer, probleemloos kunnen blijven staan.’
Naast duurzaamheid is biodiversiteit is een actueel woord. ‘Omdat het met de bijen minder goed gaat, is er tegenwoordig veel aandacht voor drachtbomen. In ons boek hebben we daarom alle drachtbomen voorzien van een symbool.’ Van Kempen vertelt verder dat veel bomen tot de drachtbomen gerekend kunnen worden. Als voorbeelden noemt hij Tetradium, Sophora en Tilia henryana. ‘Gemeente Hengelo heeft met die laatste een laan aangeplant. Ruimte is daarvoor nodig, de boom moet zich vrij kunnen ontwikkelen.’ Tilia henryana verlangt een beschutte standplaats, maar goed aangegroeide bomen kunnen veel koude doorstaan. ‘Riskanter is het met Pinus pinea, die is voor hier niet geschikt. Ook Quercus ilex en Quercus suber zijn boven de lijn Hengelo, Deventer, Apeldoorn kwetsbaar. En ook met Albizia zijn we in het noorden voorzichtiger. In het zuiden van Limburg gaat het goed, zeker als bij aanplant gekozen wordt voor volwassen materiaal.’
 
Minder bekende bomen
Creatief omgaan met het sortiment is belangrijk. Daarbij spelen onderwerpen als zomerbloei en herfstkleur een rol. ‘Wij kijken daarom graag mee bij de ontwerpen voor nieuwbouwwijken. Adviseren daar bijvoorbeeld af en toe een groep zomerbloeiende Koelreuteria, als boom of meerstammig en met een goed sluitende bodembedekker eronder.’ Als andere zomerbloeiers noemt hij Sophora, Cladrastis en Maackia. Niet veel aangeplant, maar goed voor de gewenste variatie. Geregeld vragen gemeenten om advies als oude bomen in stadsparken vervangen moeten worden. ‘We denken dan mee. Er is zoveel mogelijk, kijk alleen eens naar de circa 125 eiken die we leveren. Vaak gaan die als eenling of in kleine groepjes weg. Kiezen voor variatie en creatief omgaan met het sortiment, betekent alle seizoenen interessant openbaar groen.’ Voor de winterperiode prijst hij bijvoorbeeld de stammen van Acer griseum, Prunus serrula en uiteraard de berken.
Creativiteit zit tot slot ook in de manier hoe bomen zijn opgekweekt en hoe ze daarna worden toegepast. Zo zijn meerstammige bomen de laatste jaren populair. Van Kempen noemt één voorbeeld. ‘In de binnentuin van het klooster in Den Bosch, achter de St. Jan, staan van Gymnocladus dioicus meerstammigen en boomvormen gecombineerd. Prachtig grillig in de winterperiode, zeker als de zon schittert op de waslaag op de dikke grijze takken.’