Warme start voor het Infra-Innovatie Netwerk

Artikel delen

Meer dan tweehonderdvijftig deelnemers waren donderdag 9 juni getuige van de lancering van het Infra-Innovatie Netwerk. “Samen innovaties versnellen”, is de centrale boodschap volgens dagvoorzitter Arjan Driesprong, Directeur Dienst Beheer Infrastructuur van de provincie Zuid-Holland. “Halen en brengen van kennis, elkaar weten te vinden en ervaringen delen en daarmee door de huidige barrières breken.”

“Het gloednieuwe infrastructurele netwerk kent vandaag een veelbelovende start”, betoogde Paul Waarts namens het nieuwe netwerk. “Iedereen wil innoveren, we kunnen het nu handen en voeten gaan geven. Innoveren is nog niet zo eenvoudig. De twaalf provincies en vijf grote steden die nu zijn aangesloten, kunnen het natuurlijk niet alleen. Ik doe een oproep aan alle aanwezigen mee te doen. Zo kunnen we samen antwoord geven op de twee essentiële vragen: wat is er allemaal aan innovatie en waaraan is behoefte?”
 

Markt

Een eerste keur aan ontwikkelde infra-innovaties was gedurende de gehele dag te bekijken en te bespreken op de Innovatiemarkt. Potentiële opdrachtgevers en opdrachtnemers konden daar op inspirerende wijze met elkaar in gesprek. Overzicht deelnemers Innovatiemarkt.
 

Kleine stapjes

Het plenaire programma werd vervolgens afgetrapt door Anne-Marie Spierings, Gedeputeerde voor Agrarische Ontwikkeling, Energie en Bestuur van de provincie Noord-Brabant. Kern van haar verhaal was dat innovaties vaak gepaard gaan met hele kleine stapjes voorwaarts. Bijvoorbeeld op het gebied van de beperking van CO2-uitstoot of energiebesparende maatregelen. “Met het Infra-Innovatie Netwerk kunnen al die kleine stapjes op een gezamenlijk centraal kennisplatform van vragers en aanbieders in de infrastructuur worden samengebracht. En kan er worden samengewerkt bij het vinden van oplossingen. Mijn droom is dat daarmee innovaties versneld kunnen worden uitgerold.”
 

Oplaadpalen

Spierings ging vervolgens nader in op de uitdagingen in haar provincie. “De verwachting is dat in 2020 tien procent van het wagenpark zal bestaan uit elektrische auto’s. Daarvoor moet nog wel een en ander worden geregeld op het gebied van oplaadpalen. Er moeten er straks voldoende staan en ze moeten ook slim worden ingezet om overbelasting tegen te gaan, als iedereen op hetzelfde moment wil gaan opladen. Ook de infrastructuur voor e-bikes vraagt om de nodige aanpassingen de komende tijd. Ook daarin kan het Infra-Innovatie Netwerk een centrale rol spelen.”
 

Weg=weg

“Is de weg in 2037 weg?”, was de intrigerende vraag van trend researcher en forecaster Andrea Wiegman. In een flitsende presentatie nam zij haar gehoor mee naar het jaar 2037. Hoe ziet de weg er dan uit? Is er nog wel een weg, zoals wij die nu kennen? In razendsnel tempo werden de aanwezigen bijgepraat over ontwikkelingen die deels al bestaan en deels in de komende jaren over de mensheid zullen worden uitgegooid. Ontwikkelingen in consumentengedrag en in het gebruik van media, die ook de wereld van de Infra ingrijpend veranderen. Conclusie? “Het houdt nooit op! De weg in 2037 is tegelijk weg én springlevend!”
 

Kennissessies

Geheel in de sfeer van kennisdeling was het programma vervolgens opgebouwd uit drie rondes van drie kennissessies. Een greep uit het aanbod:
 

Goed en goedkoop

“Kan goed en goedkoop samengaan bij innovaties in de Infra?”, vroeg prof. Henk de Vries van de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit Rotterdam zich af. “Innovatie in de bouw of infra is moeilijke materie, want genoemde sectoren zijn in wezen niet direct innovatief. Er wordt in projecten niet echt van elkaar geleerd, de leerervaringen zijn bij individuele opdrachtnemers.” Hoe dan toch samen op een hoger plan te komen? Aan de hand van het voorbeeld van energieprestaties voor nieuwbouwwoningen maakte De Vries een vertaalslag naar de toepasbaarheid in de Infra. Belangrijkste vraag: krijgt u wat u wilt? Kostenbesparing door standaardisatie en variëteit en innovatie door een modulaire opbouw kunnen in Infra-projecten worden gecombineerd, waarbij goedkoop en goed kunnen samengaan. Dan moet er wel zijn voldaan aan de belangrijke voorwaarde dat er een optimale afstemming is tussen de betrokken partijen.
 

Lef, lef en nog eens lef

“De motor voor innovatie is samenwerken met lef”, aldus Cees van Luxemburg, Manager Infrastructurele Werken van de provincie Noord-Brabant. In een presentatie samen met Geert Verlind van Cagerito werden de lessen gepresenteerd, opgedaan bij het proeftuinproject ‘de weg van de toekomst’, de N329. Verlind betoogde dat spreken van innovatie bij een project dat liep van 2010 tot 2014 enigszins wringt: “De wereld stond ondertussen niet stil, natuurlijk was er sprake van voortschrijdend inzicht.” De ervaringen bij dit project gaven aan dat er veel lef nodig is om een innovatie tot een succes te maken. De praktijk is bovendien altijd weerbarstiger dan gedacht of verwacht: risicomanagement en innovatie kunnen elkaar makkelijk voor de voeten lopen. Maar volgens beiden doet dit niets af aan hun warme pleidooi voor innovaties.
 

Alles Smart?

In de afsluitende Netwerksessies werden de door het Infra-Innovatie Netwerk opgestarte thema’s uit de centrale Innovatieagenda aangescherpt en aangevuld. Zijn de thema’s herkenbaar, duidelijk en compleet? Bij de deelnemers van het thema Smart Mobility en infrastructuur werd geanimeerd gediscussieerd over de kloof tussen de technische mogelijkheden en de huidige infrastructuur. Ook hier kwamen de oplaadpalen voor elektrische auto’s en de snelheid van de e-bike weer aan bod. En natuurlijk het gedrag van de mens als weggebruiker. De factor mens is immers ook onmisbaar bij een succesvolle innovatie.

De presentaties van de lancering vindt u op Slideshare. De foto's kunt vinden op Facebook.