Schadelijkheid kunstgrasinfill niet aangetoond

Artikel delen

‘Er bestaat geen wetenschappelijke onderbouwing voor de stelling dat het rubbergranulaat dat wordt gebruikt als infill voor kunstgras schadelijk zou zijn voor de gezondheid’, zegt Hein van Iersel, hoofdredacteur van vakblad Fieldmanager.
 
De redactie van het vakblad Fieldmanager heeft, naar aanleiding van de Zembla-uitzending van 5 oktober, meer dan 20 internationale studies en rapporten over de gezondheidseffecten van sporten op SBR-kunstgrasinfill onder de loep genomen. Het is niet zo dat de gifstoffen in de rubberkorrels als onschadelijk voor sporters aangemerkt kunnen worden: ‘Opmerkelijk is alleen dat alle onderzoeken die wij onder ogen hebben gekregen over een relatief korte tijdspanne hebben plaatsgevonden. Dat wil dus zeggen dat nooit grondig, langlopend toxicologisch onderzoek is gedaan naar de effecten van sporten op SBR-granulaat.’
Uit de verschillende onderzoeken blijkt bovendien dat de kwaliteit van rubbergranulaat vaak grote verschillen laat zien. Vooral de geografische herkomst van de grondstoffen, voor het overgrote deel oude autobanden, lijkt bepalend voor de hoeveelheid gifstoffen in het product. Ook laat één van de onderzoeken zien dat banden van vrachtauto’s meer potentieel gevaarlijke stoffen bevatten dan die van personenauto’s. ‘Voor wetenschappers wordt het dan heel lastig om de eigen onderzoeksresultaten te vergelijken met die van collega’s.’
 
Geen juridisch kader
Ook is het de redactie van Fieldmanager opgevallen dat elk juridisch kader voor het vaststellen van de schadelijkheid ontbreekt. ‘Dat er potentieel schadelijke stoffen in rubbergranulaat voorkomen, is wel bekend en op zich niet zo schokkend. Maar niemand weet wat een veilige bovengrens is voor die gifstoffen in rubbergranulaat voor de toepassing op sportvelden.’
Van Iersel is kritisch over de houding van minister Schippers van volksgezondheid. Die heeft het RIVM gevraagd om aanvullend onderzoek te doen naar de gezondheidseffecten van de rubberkorrels. ‘Dat onderzoek moet eind van dit jaar al klaar zijn. Veel meer dan een nieuw bronnenonderzoek kan dat dus nooit worden. Volstrekt onvoldoende. Op basis van dergelijk onderzoek kan, zo tonen onze eigen navorsingen aan, geen enkele betrouwbare uitspraak worden gedaan over de toxicologische effecten van SBR-granulaat op sporters.’