‘Biodiversiteit is hot, hip en happening’
Een biodiverse woon- en werkomgeving heeft kwaliteit, is aantrekkelijk en aangenaam om in te verblijven en recreëren. Juist de bewoonde wereld wordt steeds belangrijker voor de biodiversiteit. Waar vroeger een gevarieerd landschap met weilanden, akkers, bloemen, heggen en struiken aanwezig was, wordt het buitengebied nu intensief gebruikt als landbouwgrond. Planten en dieren voelen zich beter thuis in de tuinen, parken, bermen, sloten en slootkanten in dorp en stad.
Hoe gevarieerder het aanbod aan groen, des te meer leven het aantrekt. Veel bestuivende insecten en een gevarieerd aanbod aan groen scheppen op hun beurt weer een voedselbron voor vogels en andere dieren. Bestuivers (en bestuiving) vormen zo een belangrijke schakel in ecosystemen en zijn daarmee essentieel voor de biodiversiteit. Als het aankomt op uitvoering zijn gemeenten de spil van het Nederlandse biodiversiteitsbeleid in stad en dorp.
Gemeenten hebben met vrijwel alle aspecten rond de inrichting en het beheer van de openbare ruimte te maken. De ene keer beleidsmatig, vaak als partij bij de ontwikkeling en dagelijks ook in een beherende of uitvoerende rol. Daarnaast hebben gemeenten ook een centrale positie door hun contacten met burgers, lokale organisaties, waterschap en provincie. Gemeenten kunnen daarom op vele manieren – in samenwerking met andere partijen – werken aan biodiversiteit door te werken met een gevarieerde beplanting.
Biodiversiteit in de praktijk
Brouwers Groenaannemers uit het Brabantse De Moer vertaalt het begrip biodiversiteit in een praktische aanpak door gemeenten een totaalconcept te bieden van ontwerp en advies tot uitvoering en onderhoud. ‘We merken dat onze kennis van de Nederlandse Flora steeds meer opdrachtgevers doet besluiten om ons te betrekken bij het aanbrengen van bloemenmengsels’, vertelt directeur Ronald Kusters. De mengsels worden in overleg met vaste leveranciers samengesteld, zodat kwaliteit en hoeveelheid optimaal zijn afgestemd. Ook wordt de financiële haalbaarheid continue afgewogen.
Kusters ervaart dat biodiversiteit binnen het stedelijk gebied nog niet voldoende breed geaccepteerd is, omdat er te weinig voorlichting wordt gegeven. Daarnaast werkt het imago van biodiversiteit niet mee. ‘Het wordt hoog tijd dat biodiversiteit en ecologie uit het ‘geitenwollensokken imago’ komen. Volgens mij is de tijd daar rijp voor. Mensen beseffen meer en meer dat we anders moeten gaan leven, we putten onze aarde op dit moment uit. Biodiversiteit verdient een eigentijdser imago. Het is hot, hip en happening’, vervolgt Kusters.
Ruig gras
Als één van de concrete praktijkoplossingen noemt Kusters het omvormen van gazon naar ruig gras – bij goed beheer wordt dit vanzelf bloemrijk – waarmee gemeenten 50% op onderhoudskosten kunnen besparen én veel meer diversiteit kunnen bergen. Met name graslandvlinders, waarvan sommige soorten zijn uitgestorven in Nederland, kunnen hiervan profiteren. Er is dus nog hoop. ‘Als mensen mij vragen waarom we biodiversiteit nodig hebben dan zeg ik altijd dat een gazon er lekker groen uit ziet, maar verder nauwelijks iets te bieden heeft. Als het ruig gras slechts twee keer per jaar wordt gemaaid en geruimd dan krijg je bijvoorbeeld Sint-Janskruid dat etherische oliën bezit met een geneeskrachtige eigenschap. Dit is eind vorige eeuw pas ontdekt. Nu vormt deze stof vaak het hoofdbestanddeel voor medicijnen voor mensen met vermoeidheid, depressies en burn-out. Zo’n simpel plantje bij je om de hoek met zoveel betekenis. Er ligt een wereld voor ons open om nog te ontdekken.’
Gemeenten die overgaan tot het inzaaien van een bloemmengsel of een andere ecologische inrichting van het openbaar groen doen er goed aan naast A ook B te zeggen. ‘Wij merken in de praktijk dat de nieuw gekozen groeninrichting niet altijd wordt aangepast in de administratieve systemen met alle gevolgen van dien. Soms krijgen we bij een dergelijke aanpassing te horen dat deze nieuwe beheergroep niet in het beheerssysteem staat en dat er geen beheerparagraaf voor is.’
Succesvolle bloemenweides
Jasper Helmantel van Cruydt-Hoeck uit Nijeberkoop – kweker en leverancier van inheemse wilde plantenzaden en ecologisch passende bloemenweidemengsels – wil ook meer biodiversiteit creëren met bloemrijke vegetaties. Met gedegen praktisch en ecologisch advies helpen Helmantel en zijn collega’s gemeenten, (groen)bedrijven, plannenmakers en particulieren met het creëren van succesvolle bloemenweides. ‘Factoren als grondsoort en waterstand spelen een belangrijke rol, maar met een nauwkeurig samengesteld mengsel is bijna alles mogelijk. Als de biodiversiteit in evenwicht is, dan is er minder gevaar voor ziektes en plagen’, vertelt Helmantel. ‘Ondanks alle bezuinigingen en terughoudendheid in het openbaar groen, zien we de laatste jaren juist weer een grote toename in leveranties van zadenmengsels. Dat is fijn voor het bedrijf maar ook voor onszelf. Ons werk ligt ons nauw aan het hart.’ Door de bezuinigingen zijn veel rozen- en heestervakken verdwenen en wordt er gezocht naar alternatieven. ‘Een bloemenweide kan zo’n alternatief zijn.’
Ondanks een goede wil vanuit de gemeente en betrokkenheid vanuit Cruydt-Hoeck kan het ook misgaan, met name bij het uitbesteden. ‘Geregeld worden bloemenweides opgenomen in grote projecten van weg- en waterbouw. Bij de verantwoordelijke aannemer ontbreekt dan vaak de specifieke kennis. Je bent er echt nog niet als alles zo goed mogelijk in het bestek wordt gezet. Een uitvoerder moet de materie ook begrijpen. Dat uitbesteden gebeurt nog te willekeurig. Kies voor gespecialiseerde bedrijven en juist niet voor de laagste prijs, want dan lever je gegarandeerd in op kwaliteit.’
Bloemenmengsels op de kwekerij
Ook op de kwekerijen neemt de aandacht voor biodiversiteit toe. Zo hebben in Zundert zeven boomkwekers van het collectief Treeport onlangs tussen hun gewassen stroken met een bloemenmengsel gezaaid om bijen en natuurlijke vijanden op hun kwekerij te stimuleren. Ook zijn braakliggende gronden binnen de gemeente Zundert ingezaaid. De bloemenmengsels zorgen voor voedsel en schuilgelegenheid voor allerlei insecten.
Het bijvriendelijke bloemenmengsel is beschikbaar gesteld door het project Bee Deals waarin een groot aantal partijen samenwerkt aan verbetering van de leefomgeving van de bijen. ‘Het doel van de kwekers in het Treeport collectief is echter breder’, vertelt Jolanda van Hasselt van Boomkwekerij P.C.C. van Hasselt uit Zundert. ‘Met de mengsels willen we de totale biodiversiteit op kwekerijen stimuleren. We creëren niet alleen een goede leefomgeving voor alle bestuivers, maar ook voor natuurlijke vijanden. Die kunnen helpen om ziekten en plagen in onze gewassen te voorkomen.’
Prairietuin bij het belastingkantoor
In de publieke sector is de stadstuin Kempkensberg een mooi voorbeeld van biodiversiteit in de praktijk. Bij het Rijkskantorencomplex in Groningen – waar de Belastingdienst en de Dienst Uitvoering Onderwijs DUO zijn gevestigd – is hier een prairietuin gerealiseerd. De tuin ligt ingesloten tussen het kantoorgebouw en het eeuwenoude Sterrebos. Kern van de opdracht was een bloementuin te creëren die een positieve uitstraling moest hebben op zowel de werknemers in het gebouw als de bewoners van de stad. Vanwege die openbare functie creëerde Lodewijk Baljon van Baljon Landschapsarchitecten uit Amsterdam een open tuin, met goed overzicht voor de veiligheid.
Blikvanger is de prairiebeplanting, een mix van vaste planten met bloembollen. Het prairiebeeld zorgt voor een rijke variatie en doet natuurlijk aan. ‘Er is geschilderd met een fijn perceel. Door te kiezen voor grote groepen en herhaling vormen alle planten samen één geheel’, vertelt Baljon. Tussen de kleurrijke planten kwam een afdeklaag van lavasplit. ‘Die houdt vocht vast en voorkomt onkruidgroei.’
De beplanting is groepsgewijs aangeplant in verschillende langgerekte stroken, sommige met het accent op de zomer, andere op de winter. In de ‘winterstroken’ groeien hier en daar kleine heesters die het wintersilhouet van de verdroogde bloeiende planten versterken. ‘Dat is belangrijk in deze relatief grote tuin. De door elkaar groeiende hoge en lage planten en grassen zorgen voor variatie in bladvormen. Die versterken het herfst- en winterbeeld’, vervolgt Baljon. Boven de prairiebeplanting groeit een aantal meerstammige bomen. Deze hebben jaarrond sierwaarde met bloei, bladverkleuring, bes en wintersilhouet. Ertussen zijn klimopwanden geplaatst die de wind breken. De breedte van het gebouw staat vol op de wind waardoor het bij windkracht 3 tot 4 stormt in de stadstuin. Het beheer van de vaste planten bestaat uit het jaarlijks afmaaien. Dat gebeurt tegen het voorjaar, voordat de eerste bloembollen gaan uitlopen.
Groene stad Den Haag
Den Haag staat al bekend als groene stad met natuur- en recreatiegebieden, 940 hectare aan parken, landgoederen, lanen en plantsoenen. Sinds het begin van de jaren ‘90 is er structureel gewerkt aan een integrale visie op de groenstructuur met veel aandacht voor ruimtelijke, ecologische en recreatieve aspecten. Daarmee heeft Den Haag een volwassen groenbeleid. Den Haag wil ook in de toekomst een groene en aantrekkelijke stad aan zee blijven. Jacco Schuurkamp, senior beleidsmedewerker groen van de gemeente Den Haag, vertelt: ‘Ons denken moet uitgaan van de dynamiek in de natuur als een gegeven en niet als een proces dat we onder controle moeten krijgen.’ Hij geeft daarbij het voorbeeld van het loslaten van het krampachtige veiligheidsbeleid in de zeereep door het Hoogheemraadschap. ‘Daar krijgt de dynamiek van de duinen weer een kans op plekken waar het kan. Dat is een flinke omslag in het denken.’
Biodiversiteit urgent duurzaamheidsprobleem
Volgens wetenschappers is de achteruitgang van biodiversiteit naast klimaatverandering één van de meest urgente duurzaamheidsproblemen. ‘De voortdurend teruglopende variatie van al het leven op aarde vormt, samen met de nauw verweven veranderingen in het klimaat, de grootste bedreiging van onze welvaart en ons welzijn’, vertelt Rob Bugter van Universiteit Wageningen. Bugter was projectleider van BESAFE, een groot Europees project om de bescherming van biodiversiteit te verbeteren en te vernieuwen heeft. Hij stelt dat er voor behoud van biodiversiteit meer nodig is dan van bovenaf beleid opleggen: ‘De praktijk laat zien dat alleen dat de teruggang niet stopt.’
Ook buiten de aangewezen natuurgebieden moet biodiversiteit beschermd worden, en daar met name vanwege dingen waar we rechtstreeks van profiteren. Zoals bestuiving van gewassen, natuurlijke plaagbestrijding, waterzuivering en woongenot. Biodiversiteit is daarom net zo goed een zaak van de landbouw, bosbouw en stedenbouw. Op alle fronten moeten mensen overtuigd worden van de noodzaak van bescherming en zich bewust worden van de rol die ze daar zelf in hebben. Bugter: ‘Beleidsmakers willen inzicht hebben in de waarde van biodiversiteit. Ze willen duidelijkheid over waarom mensen de bescherming van biodiversiteit belangrijk vinden, weten welke argumenten effectief zijn.’
<KADER>
Waarom is biodiversiteit in de bebouwde omgeving belangrijk?
- De sociale functie: een groene en gevarieerde omgeving bevordert het welzijn van inwoners, kan dienen als ontmoetingsplek maar ook als rustpunt; je kunt er wandelen of sportief bezig zijn, je steekt er wat van op en het maakt een stad of wijk mooier en aantrekkelijker.
- De regulerende functies: ecologisch gezond water houdt zichzelf zuiver en is gezonder voor mens en dier; een robuuste en gevarieerde groenstructuur reinigt lucht, vangt stof, bevordert de waterafvoer bij regen, remt wind, reguleert temperatuur en isoleert geluid.
- De economische functies: een natuurlijke omgeving is meestal een belangrijke voorwaarde bij de vestiging van bedrijven, ook hebben burgers vaak meer geld over voor een huis met groen of water voor de deur. Natuur verbetert dus uiteindelijk het vestigingsklimaat van de stad.