Optimisme

De bouw is terug, nu de infra nog. Dat is in een notendop het perspectief voor 2017 en direct daarna. Natuurlijk voelt nog niet iedereen het herstel, maar het beeld voor de komende jaren is echt fundamenteel anders dan tussen 2008 en 2015.
 
Mogen we al optimistisch zijn? Steeds vaker komen gemeenten en hele regio’s terug van hun sombere prognoses qua woningbouw. Het woord krimp hoor je amper nog. Je leest in aanloop naar de verkiezingen integendeel veel over vertrouwen, over optimisme versus pessimisme. In de grotere steden draait de woningmarkt op volle toeren. We hebben er blijkbaar weer zin in, we durven weer wat. En na jaren crisis hebben ook ondernemers genoeg van zwartkijken.
We hebben nu dus ook heel andere gesprekken, in het bestuur, in de lobby en met andere werkgeversverenigingen. Het gaat steeds vaker over een tekort aan bouwgrond en vooral: een tekort aan goede bouwplannen. Maar ook over tekorten aan jonge vakmensen. En natuurlijk over de schade die de infra-bezuinigingen bij Rijk en gemeenten hebben aangericht en – met vertraging – nog steeds aanrichten.
 
Daarom zijn we altijd bezig met de lobby. Dit jaar zoeken we nog vaker de aandacht van de landelijke politiek – en ook weer samen met de leden, de bouw- en infrabedrijven. Want er komt vroeg of laat een nieuw kabinet en dus een nieuw regeerakkoord. Serieus werk aan de winkel dus!
Ondertussen herstelt onze sector sterk: de orderportefeuilles van bouwbedrijven zijn weer goed gevuld. In december is de werkvoorraad nog verrassend krachtig opgelopen. Sinds 2013 stijgt de werkvoorraad vrijwel onafgebroken, landelijk gezien. De werkvoorraad in de bouw is weer terug op het niveau van voor de crisis. Maar dit geldt niet voor de infrasector. Zowel in de wegenbouw- als de grond- en waterbouw blijft het nog kwakkelen. Weliswaar groeide de werkvoorraad in december, maar veel minder dan in de rest van de bouw. De infrasector lijkt nog nauwelijks te kunnen profiteren van het economisch herstel.
Dit is nou juist de sector die grotendeels afhankelijk is van overheidsopdrachten: Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten zijn verantwoordelijk voor al die wegen, spoor- en waterverbindingen, bruggen, viaducten en dijken die steeds vaker heel nodig aan uitbreiding of groot onderhoud toe zijn. Wat dat betreft zijn de voortekenen gelukkig ook goed. Met de schok van de Merwedebrug keert het besef terug dat er veel werk aan de winkel is qua infra. Economisch herstel brengt ook veel meer files, dus de druk blijft op de ketel. En kijken we iets verder vooruit dan zien we in 2018 overal gemeenteraadsverkiezingen. Ook traditioneel een prima tijd voor de kleinere, maar heel noodzakelijke lokale infra-investeringen, waardoor er ook heel wat banen bijkomen, in de eigen omgeving.
 
Je kunt altijd wel blijven mopperen, maar dat is een keuze die ik niemand aanraad. Veel  redenen voor pessimisme zijn er gelukkig niet meer.
 
Maxime Verhagen
Voorzitter Bouwend Nederland