Hoe (het) onkruid vergaat

Artikel delen

Onkruidbestrijding op verhardingen vraagt veel aandacht. Veel groen tussen tegels of klinkers is nadelig voor de toegankelijkheid, de veiligheid en de levensduur van verhardingen. En onkruid roept ook irritaties op bij bewoners die zich ergeren aan de vervuiling van hun woonomgeving. GWW Totaal maakt bijna een jaar na het verbod op chemische bestrijdingsmiddelen de balans op. Een rondje langs gemeenten, fabrikanten en groenaannemers leert dat alle partijen zoeken naar en werken aan de best mogelijke oplossing voor onkruidbestrijding in dit nieuwe tijdperk.
 
‘We moeten niet langer spreken van onkruidbestrijding maar van onkruidbeheersing’, stelt Wim Roelofs van de gemeente Doesburg. Roelofs geeft presentaties over ontwerpoplossingen om onkruid te voorkomen. Volgens hem passen gemeenten nog altijd te veel kleine formaten bestrating toe zonder voegvullingen. Ook worden er te veel obstakels in de verharding geplaatst en vierkante tegels gebruikt om rondingen te maken. En daarmee creëren gemeenten forse beheerproblemen qua onkruid sinds het verbod op chemische onkruidbestrijding. Roelofs stelt dat de ontwerper en beheerder elkaar blijkbaar nog altijd niet gevonden om knelpunten in onkruidbestrijding in een veel vroeger stadium te voorkomen.
 
Aantal klachten
Veel gemeenten zien een toenemend aantal klachten over onkruid, met name tussen straattegels en op lastig bereikbare plaatsen zoals rond paaltjes. Een aantal nieuwe, milieuvriendelijke methoden zijn arbeidsintensiever en daardoor duurder dan bestrijding met gif. Om bewoners niet op kosten te jagen door belastingverhoging kiezen veel gemeenten er voor om een rondje minder te maken dan voorheen.
 
Ook in Bergen op Zoom namen de klachten over onkruid in de openbare ruimte fors toe: in 2016 verdubbelde het aantal klachten. ‘Vorig jaar was een qua weer een zeer groeizaam jaar voor onkruid’, vertelt gemeentewoordvoerster Nausikaä van den Merkenhof. ‘De stijging van het aantal klachten heeft te maken met het feit dat bij chemische bestrijding het plantje inclusief de wortel in één keer wordt gedood en dat bij de nieuwe methoden het plantje wel doodgaat, maar niet de wortel.’ Bestrijding moet daarom een aantal keer plaatsvinden voor het daadwerkelijk effect heeft. De gemeente Bergen op Zoom gaat er van uit dat er gemiddeld 5 à 6 keer bestreden moet worden om het onkruid onder controle te krijgen.
 
Ook in het nabijgelegen Roosendaal was er een verdubbeling van het aantal klachten over onkruid in 2016. De gemeente Roosendaal besloot daarop extra borstelrondes doen om het onkruid te bestrijden. Het gevolg: een verdubbeling van de kosten van 2 naar 4 ton. De gemeente heeft ook aandacht besteed aan de communicatie naar bewoners door uit te leggen dat er nieuwe methoden gebruikt worden als gevolg van nieuwe regelgeving. De boodschap naar inwoners: omdat er geen gif meer gebruikt wordt, maar met hete lucht en heet water wordt gewerkt, ziet onkruid er na bestrijding anders uit dan in het verleden.
 
In Zaltbommel kostte bestrijding van onkruid met gif de gemeente vroeger circa 15.000 euro op jaarbasis, nu komen de jaarlijkse kosten een ton (!) hoger uit. Om de bewoners niet op kosten te jagen door belastingverhoging, is ervoor gekozen het onderhoudsniveau wat te verlagen. In het nabijgelegen dorpje Aalst – dat valt onder de Gemeente Zaltbommel – nemen inwoners die zich ergeren aan het onkruid inmiddels zelf van tijd tot tijd de schoffel een uurtje ter hand. De gemeente Zaltbommel en dorpsraad Aalst hopen dat dit voorbeeld navolging vindt.
 
Alternatieve bestrijding
Technische handelsonderneming LeCoBa heeft twee alternatieven voor chemische onkruidbestrijding, namelijk onkruid bestrijden met heet water en hete lucht. Op het bedrijfspand in Wintelre vond onlangs een drietal kennissessies plaats: 'Onkruidbeheer, toepasbaarheid en het verdienmodel erachter', 'Optimaal beheer door middel van informatietechnologie' en 'Verwachting en realisatie op elkaar afstemmen'. Volgens directeur Rob Basten is het goed merkbaar dat het voorbije winter voor veel aannemers in het groen, hoveniers en gemeentes duidelijk is geworden dat het 'chemisch spuiten' nu verleden tijd is. ‘Dit volgt uit de wet, maar ook maatschappelijk gezien is het nu not done om gif te gebruiken. Daarom bieden wij een breed scala aan machines die het spuiten overbodig maken en proberen onze klanten daarbij zoveel mogelijk te ontzorgen. Daarbij beseffen we dat voor onder andere aannemers, vooral in de periode tot en met mei, vaak elke minuut inzetbaarheid van de machines telt.’
 
Gewenste kwaliteitsniveau
Herman Vaessen uit Maasbree is specialist in het duurzaam onkruidvrij houden van trottoirs, bestrating en halfverhardingen. Het bedrijf is de experimentele fase voorbij. Na vorig jaar – voor gemeenten en overheden – vooral te hebben gewerkt op regiebasis neemt Herman Vaessen nu ook onkruidbestrijding op verharding mee in (lopende) onderhoudscontracten. ‘Op basis van onze pilots en testen hebben we vorig jaar ervaren hoe we onkruid het beste kunnen bestrijden’, vertelt Ralf Vaessen. Bij gemeenten is de aanpak vooral afhankelijk van het vereiste kwaliteitsniveau. Vaessen geeft daarbij aan dat enige vergroening ten opzichte van chemisch bestrijden niet te voorkomen is. ‘Als je dat duidelijk en eerlijk uitlegt dan begrijpen opdrachtgevers dat. Ook burgers accepteren het nieuwe beeld.’ Herman Vaessen heeft na de pilots ook direct geïnvesteerd in eigen machines om niet afhankelijk te zijn van anderen. Op minder toegankelijke plaatsen werkt het bedrijf met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die worden uitgerust met kleiner materieel.
 
Bij bedrijven en instellingen ligt de norm vaak hoger dan bij een gemeente, ervaren ze ook bij Herman Vaessen. ‘Daarom werken we daar vaak met een combinatie van borstelen, vegen en branden. Deze opdrachtgevers zijn minder tevreden met onkruidresidu. Onze onderhoudsploegen nemen tijdens de groenwerkzaamheden aan de buitenruimte ook de onkruidbestrijding mee. Hierdoor kunnen we de verhardingen op regelmatige basis heel goed schoon houden. Het onkruid krijgt zo minder kans om te kiemen.’ Herman Vaessen deelt de opgedane kennis binnen Groencollectief Nederland. ‘Samen vinden we de beste oplossing.’
 
Integraal contract
Eric Pladdet van adviesbureau Greenengineers pleit voor een integraal contract en hamert er vooral op dat het essentieel is dat onkruid bestrijden, vegen en het schoonhouden van kolken in hetzelfde contract zijn opgenomen. Omdat daarmee de aannemer door een efficiëntere afstemming veel goedkoper kan werken en de verharding schoner blijft. Volgens Pladdet is het tijd dat gemeenten en aannemers een keuze voor een alternatieve bestrijdingsmethode gaan maken. ‘We zijn de tijd van experimenteren voorbij. Het is belangrijk dat de aannemer zich niet beperkt tot één methode. Ook dienen gemeenten niet slechts één methode dwingend voor te schrijven. Met één bestrijdingsmethode is het lastig om een continu kwaliteitsbeeld te behouden.’
 
Variatie in bestrijding
Ook André Meijaard van Meijaard Agrarisch Advies geeft de tip om te variëren in de manieren van onkruidbestrijding. ‘Bij elke manier van onkruidbestrijding is er één plant die daar het beste tegen kan. Die steekt als eerste weer de kop op en blijft het hardnekkigst aanwezig. Als je alleen die ene manier gebruikt, hou je dus altijd van die ene plant het meeste last. Wanneer je variatie aanbrengt, bijvoorbeeld de ene keer borstelt, de andere keer heet water gebruikt of hete lucht, dan beperk je het risico dat er één soort plant is waarvan je steeds last blijft houden. Verder wees Meijaard er in de workshop op dat er enkele belangrijke wijzigingen zijn doorgevoerd in de regelgeving. Zo is het niet langer verplicht om vooraf een gewasbeschermingsplan te maken. Nu moet er achteraf een gewasbeschermingsmonitor bijgehouden worden waarin staat wat er daadwerkelijk gebruikt is. Meer werk volgens Meijaard, want een gewasbeschermingsplan werd veelal gekopieerd van het voorgaande jaar, waardoor je er weinig omkijken naar had. Nu moet het middelengebruik daadwerkelijk bijgehouden worden.
 

Leve het onkruid

In juni 843 wordt de Franse stad Nantes platgebrand door de Vikingen. Als er in het jaar 919 mensen terugkeren, zijn de huizen vergaan en overwoekert onkruid de straten van de ooit zo grote stad. In 2013 speelt onkruid een positieve rol in Nantes als de stad de titel Groene hoofdstad van Europa wint. ‘Vive les mauvaises herbes’, ofwel: ‘Leve het onkruid’. Dat was één van de leuzen waarmee de Franse stad Nantes de titel European Green Capital verwierf. Een titel waar menig stad al jaren van droomt. Met dit credo zette de stad met name in op natuur en biodiversiteit. Natuur de stad inbrengen, dat was de opzet, om zo de biodiversiteit positief te beïnvloeden. Anders denken dus, een typisch Franse eigenschap. Onkruid krijgt in Nantes vanaf 2013 weer een kans. Het wordt niet meer besteden met chemische middelen, niet aangevallen met grootse branders, borstels of stomers. Nee, onkruiden mogen een deel uit maken van het openbaar groen. Onkruiden kunnen immers ook waardevol zijn; ze beschermen de bodem tegen erosie, sommige zijn eetbaar (in Frankrijk bijvoorbeeld zijn de bladeren van de paardenbloem – pissenlits – geliefd als salade) en ze hebben een positief effect op de aanwezige fauna, denk aan de bijen en de vlinders. Het is een mind-set waar we misschien even aan moeten wennen. Echter, de voorbeelden die Nantes ontwikkelde, stemmen hoopvol. De foto’s geven een kleine impressie van hoe de onkruiden zich hier, in het centrum van de stad, mogen settelen.