Ondergrondse infra in beeld
Bij graafwerkzaamheden bestaat er altijd een risico op graafschade aan kabels en leidingen. Door bestudering van de verplichte KLIC-kaarten is het risico van graafschade geringer. Toch laten talrijke incidenten met graafschade in het land zien dat het soms toch fout kan gaan. Bijvoorbeeld doordat leidingen niet zijn doorgegeven of zijn verschoven. Ook is er nog veel onduidelijkheid over de huisaansluitingen. Door de inzet van de InfraRadar krijgt men een helder beeld van de werkelijke ligging van kabels en leidingen.
De belangrijkste oorzaak van gas- en stroomstoringen is graafschade. Op het laagspanningsnet wordt zelfs een kwart van de in totaal 16.932 stroomstoringen hierdoor veroorzaakt. Eigenlijk is het aandeel van graafschades nog groter doordat een aantal schades sluimert en pas later tot onderbrekingen leidt. Uit onderzoek blijkt verder dat gemiddeld bijna de helft van de graafschades plaatsvindt bij huisaansluitingen.
In 2011 is op initiatief van de Eerste Kamer de verplichting tot registratie van huisaansluitingen uit de wet gehaald. Deze verplichting zou volgens de eerste kamer tot teveel administratieve lasten leiden. Dat was achteraf geen handige keuze, zoals onder meer bleek uit de fatale gasexplosie in een flatgebouw in Diemen op 4 september 2014. In de WIBON (opvolger van WION, die naar verwachting in 2018 in werking treedt, zie elders in deze uitgave) wordt daarom vastgelegd dat liggingsinformatie over huisaansluitingen op het gasnet toch weer beschikbaar moet zijn voor bedrijven die graafwerkzaamheden verrichten. Een aantal netbeheerders heeft de huisaansluitingen grotendeels al in kaart gebracht (‘gevectoriseerd’). De overige netbeheerders zijn hiermee bezig. Alle huisaansluitingen moeten uiterlijk 31 december 2018 gevectoriseerd beschikbaar zijn. Toezichthouder SodM houdt hierbij de vinger aan de pols.
Zorgvuldig graven begint dus met weten wat er in de ondergrond zit. GT Frontline heeft daarom een grondradartechniek in combinatie met augmented reality ontwikkeld, waardoor je met een app door de grond heen kunt kijken. ‘Er is al veel vraag naar onze grondradartechniek vanuit netbeheerders, omdat ze de huisaansluitingen in beeld moeten brengen en daarbij geen grond mogen roeren voordat ze weten wat er in de grond zit’, zegt Theo Emmen van GT Frontline.
Grondradar
Theo Emmen laat een compacte radar zien: de InfraRadar. Door het geringe gewicht van negen kilo en met bescheiden afmetingen van 68 x 33 x 32 cm, ook eenvoudig mee te nemen. De verrijdbare grondradar heeft een in hoogte en hoek verstelbaar handvat en is waterbestendig. De radar is trouwens ook eenvoudig los te koppelen van het onderstel met handvat en wielen. ‘Handig, want dan kan je de radar ook op een trekslee zetten om bijvoorbeeld door een weiland met ongelijke ondergrond te lopen.’
De grondradar, met een zeer gunstige signaal-ruis verhouding, is in samenwerking met netbeheerders ontwikkeld. Deze stuurt radiogolven de grond in tot circa 3,00 meter beneden maaiveld. In gunstige omstandigheden kan dat oplopen tot 4,75 meter beneden maaiveld. Via WiFi wordt de data doorgegeven aan een draagbare computer. Daarnaast heeft de InfraRadar een GPS ontvanger en een WPS (Wheel Positioning System) voor de exacte positionering. De WPS pakt het signaal over zodra de GPS ontvanger even geen signaal krijgt, doordat men zich bijvoorbeeld vlakbij een hoog gebouw bevindt. ‘Maar deze kan ook gebruikt worden nadat de positie is bepaald met behulp van een GPS signaal of referentiepunt op een kaart’, aldus Emmen.
Emmen draagt op zijn buik het computerscherm, zodat het tijdens het lopen realtime zicht heeft op de ondergrond. Hierbij worden in het linker schermdeel ook direct de leidingen in de Klic-kaart getoond. In het rechter schermdeel verschijnt een radargram. Emmen legt uit: ‘Bij diëlectrische contrasten, zoals scheidingen van bodemlagen en objecten, zal de radiogolf gereflecteerd worden. Door een serie metingen in een lijn over het maaiveld uit te voeren wordt een radargram verkregen. Dit radargram wordt vervolgens geïnterpreteerd op de aanwezigheid van kabels en leidingen.’
Laatste ontwikkelingen
De getoonde verstoringen in het radargram zijn voor een leek vaak lastig te interpreteren. Een laatste ontwikkeling op software gebied, een ontwikkeling van GT Frontline, is volgens Emmen de objectherkenning: ‘Hierdoor kun je met de InfraRadar, navigerend op de Klic-kaart, in het veld kijken waar de kabels en leidingen nu precies liggen. De computer berekent de hyperbool en geeft een advies dat er een kabel of leiding gedetecteerd is. Verder geven we ondersteunend advies aan de klant hoe hij de methode zo bedrijfseconomisch mogelijk kan inzetten. Desgewenst leveren we assistentie bij het inmeten en uitwerken van locaties.’
De gemakkelijk bedienbare en gebruiksvriendelijke interface geeft de mogelijkheid om alle gevonden ‘utilities’ met tien verschillende labels te markeren. De gebruiker krijgt overzichtelijke informatie van de ondergrond door een dubbele display, waarin zowel grondradar als kaart / tekening informatie te zien is. De software wordt ondersteund door ‘multi-layer maps’ en de automatische markering van de kabels en leidingen gebaseerd op de tekeningen van de nutsbedrijven en/ of Klic. Er zijn ook export mogelijkheden naar AutoCad, Excel of tekst.
‘Het belangrijkste kwaliteitsniveau wordt bereikt door gepatenteerde opbouw van antennes. De kwaliteit van het terugkomend signaal is dusdanig goed dat object herkenning mogelijk is. De snelle verwerking van data naar 3D visualisatie behoort tot de mogelijkheden’, aldus Emmen. De grondradar is zowel geschikt voor zand- als kleigebieden.