Groencertificaten duurzame warmte stimuleren open netten

Artikel delen

De beweging naar een (bijna) energieneutrale gebouwde omgeving stimuleert de inzet van groene stroom. Ook duurzame warmte komt steeds meer in beeld. De zogenoemde Garanties van Oorsprong (GVO’s) helpen om grijs van groen te onderscheiden. Op termijn kan dit ook een impuls geven aan de verduurzaming van warmtenetten. Een pilot in Duiven levert nieuwe inzichten op.

Tekst: Lynsey Dubbeld

Bij AVR in Duiven is een pilot gestart om de methodiek van GVO’s voor warmte te verifiëren.

Certificering voor groene stroom en groen gas komt steeds meer in de belangstelling, bijvoorbeeld bij gemeenten of bedrijven met ambitieuze klimaatdoelstellingen. Het systeem van Garanties van Oorsprong (GVO’s) geeft afnemers van stroom en gas zekerheid over de (duurzame) herkomst van de energiebronnen. CertiQ, een dochterondernemer van netbeheerder Tennet, verstrekt de GVO’s. Sinds 2013 is het garantiesysteem ook beschikbaar voor warmte. Deze zijn beschikbaar voor allerlei typen warmtebronnen: van warmte uit warmtekrachtcentrales tot geothermie.

Pilot met GVO’s in Duiven

Bij AVR in Duiven is een pilot gestart om de methodiek van GVO’s voor warmte te verifiëren. “In de pilot willen we onderzoeken hoe we de herkomst van onze warmte op een transparante manier kunnen vastleggen”, vertelt Hans Wassenaar, senior projectleider bij AVR. Op het terrein van AVR in Duiven staan naast drie afvalcentrales. Tevens bevindt zich hier een thermische conversie-installatie (TCI) die papierresidu verwerkt tot stroom en warmte. AVR levert de warmte via het warmtenetwerk van Nuon aan huishoudens en bedrijven in Arnhem, Duiven en Westervoort. De warmte uit de TCI is onder andere in gebruik bij het nabijgelegen Zwembad de Koppel. “Hoe krijgen we voor dit complexe netwerk een systeem van GVO’s op orde, zodat klanten weten uit welke bronnen hun warmte precies afkomstig is?”, vat Wassenaar het centrale vraagstuk van de pilot samen.
Het is voor het eerst in Nederland dat er een gedetailleerde boekhoudbalans wordt gemaakt van de productie en levering van gecertificeerde groene warmte, vertelt Wassenaar. “De vraag die we straks kunnen beantwoorden is: hoeveel warmte in het warmtenet is aantoonbaar afkomstig van afvalverwerking en hoeveel komt uit de nog duurzamere TCI?” Tot nu toe zijn duurzame prestaties, zoals de verminderde CO2-uitstoot, alleen op het niveau van het gehele warmtenetwerk berekend.
Op termijn biedt het systeem van GVO’s mogelijkheden voor een open markt in duurzame warmte, vertelt Daniël Awater van Nuon. “We willen afnemers van stadsverwarming groene warmte kunnen aanbieden. We gebruiken GVO’s om aan te tonen dat de warmte van hernieuwbare bronnen afkomstig is.”
Met groencertificaten kunnen producenten van warmte en beheerders van warmtenetten aantonen hoe groot de energiebesparing en/of CO2-reductie van een warmtenet is. “Het einddoel is om de keuzevrijheid van onze klanten te vergroten en de verduurzaming van warmtenetten te versnellen”, zegt Awater van Nuon. “Stel dat je duurzame warmte wilt van een specifieke bron, bijvoorbeeld van Orgaworld, een verwerker van organisch afval in Amsterdam. Als er meer vraag uit de markt is, dan kan het interessant zijn voor de producent om de capaciteit uit te breiden. Daarmee wordt het aanbod aan duurzame warmte binnen het warmtenet groter.”

Papierresidu AVR Duiven.

Groene warmte uit Nederland

Uit de ervaringen met GVO’s weten we dat het systeem voor groene stroom niet feilloos werkt. Zo is er een gebrek aan transparantie over de registratie van het aantal verkochte certificaten en is het mogelijk om in Nederland groene stroom van bijvoorbeeld windmolens in IJsland of waterkrachtcentrales in Zweden te kopen. Nuon heeft deze tekortkomingen onderkend, zegt Awater. “We hebben met betrokken partijen – zoals warmtebedrijven en toeleveranciers – een gedragscode ondertekend. Daarin staat bijvoorbeeld dat GVO’s voor duurzame warmte in het regionale net moeten blijven. Een certificaat van een warmtebron in Amsterdam mag dus niet verkocht worden in Groningen.”
Nuon heeft daarnaast vroegtijdig geïnvesteerd in een betrouwbaar administratie- en rapportagesysteem, zegt Awater over de inspanningen om transparantie over groencertificaten voor warmte te waarborgen. “Elk jaar rapporteren we over de CO2-prestaties van onze warmtenetten. Dit jaar hebben we daaraan een warmte-etiket toegevoegd, zodat je van elk warmtenet kunt nagaan door welke bron het is gevoed en hoe duurzaam dat is. We nemen duurzame warmte ook mee in onze kwaliteitsverklaringen.”

Waardering van warmte

“Het is vreemd dat we van gas af willen en grootschalig over moeten naar warmtenetten en all electric oplossingen, maar dat de waardering van duurzame warmte niet wordt onderkend”, zegt Awater over de uitdagingen voor de toekomst. “Groene warmte is er nu voor mensen die iets extra’s voor het milieu willen doen en bereid zijn daarvoor te betalen. Je huis krijgt geen betere EPC of een beter energielabel als je honderd procent duurzame warmte afneemt. Je krijgt waardering voor het rendement van het gemiddelde van het hele warmtenet. We zoeken nu in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken naar andere manieren om verduurzaming van warmtenetten te waarderen en stimuleren. Groene warmtenetten leveren immers een belangrijke bijdrage aan de energietransitie.”
Volgens AVR heeft afvalverwerking in ieder geval een rol in de toekomstige ontwikkelingen in duurzame warmte. Wassenaar: “Je hoort mensen wel eens zeggen dat er over tien jaar geen afval meer is, omdat we steeds meer recyclen. De TCI laat zien hoe recycling en afvalverbranding prima kunnen samengaan. Papier dat na zeven keer recyclen niet meer hergebruikt kan worden, krijgt een zinvolle bestemming als warmtebron. Bovendien maken we er ook nog eens een nuttig product voor de bouwsector mee. Ook als je restafval gaat scheiden en recyclen, zullen er altijd spullen zijn die niet geschikt zijn voor hergebruik, of die na een tijdje niet meer te recyclen zijn. Als duurzame warmtebron voor warmtenetten is dat afval toch weer een grondstof.”


Groene warmte uit oud papier

De thermische conversie-installatie (TCI) van AVR in Duiven verwerkt oude papiervezels die niet meer opnieuw gerecycled kunnen worden. Door recycling worden papiervezels steeds korter, waardoor het gerecyclede product van steeds lagere kwaliteit wordt. Het papier van een stevige kartonnen doos is daardoor na enkele keren te zijn gerecycled alleen nog maar bruikbaar als wc-papier. De papiervezels die daarna overblijven, verwerkt AVR in de TCI. Dit levert groene elektriciteit en warmte op.
Naast stroom en warmte produceert de TCI ook TopCrete®, een gepatenteerd kalkhoudend product. De mineralen die aan papier worden toegevoegd, zoals mineralen die voorkomen dat inkt uitloopt, leveren tijdens de verbranding namelijk een fijn poeder op. Dit afvalproduct vormt de grondstof voor de 40.000 ton TopCrete® die de TCI jaarlijks levert. Topcrete® wordt toegepast als (kalkhoudend) bindmiddel in de grond- en wegenbouw, als cementvervanger in de bouw en als corrosiepreventiemiddel in de rookgasreiniging.