Werken aan Duurzaam asfalt

Artikel delen

De Vakgroep Bitumineuze Werken (VBW) onderschrijft de ambitie om de asfaltbranche duurzamer en milieuvriendelijker te maken. Jaarlijks wordt er een flink volume aan asfaltproducten geproduceerd en verwerkt (in 2017 ruim 8 miljoen ton). Daarbij worden grote hoeveelheden grondstoffen ingezet, veel energie verbruikt en de nodige CO2 uitgestoten tijdens het productie- en verwerkingsproces.

Foto: BAM Infra Nederland.

De branche heeft een instrument ontwikkeld waarmee de specifieke MKI-waarde (Milieu Kosten Indicator) van het productieproces wordt bepaald. Elke asfaltcentrale kan daarmee de milieubelasting van de geproduceerde asfaltmengsels inzichtelijk maken op een eenduidige, uniforme wijze die voldoet aan de vigerende bepalingsmethodieken.
Daarnaast is een virtuele asfaltcentrale gecreëerd die voor een 17-tal veel gebruikte mengsels een waarde bepaalt. Deze kan als referentiewaarde worden gehanteerd door opdrachtgevers. Deze virtuele asfaltcentrale wordt beheerd door de VBW en kan ook worden benut om voor extra mensgels een onafhankelijk indicatie van de MKI te bepalen. Dit instrument, ontwikkeld door Ecochain, is gevalideerd door een erkende auditeur en vormt daarmee een betrouwbare indicator van CO2-waarden. Een flinke stap voorwaarts in het duurzaam denken en doen want:

  • CO2-waarden zijn inzichtelijk per asfaltmengsel, per asfaltcentrale.
  • Deze Productie-eenheden vormen doorgaans 70% van het gehele asfaltproces.
  • Het maakt eenduidige vergelijkingen mogelijk tussen mengsels en aanbieders.

De systematiek is eenduidig en erkend. De invoer is leverancier-specifiek en gebaseerd op werkelijke productiedata. Betrouwbaarheid van de getallen en berekende CO2-waarden is essentieel.

VBW vertrouwt erop :

  • met dit instrument een impuls te geven aan het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen (reductie van milieubelasting);
  • opdrachtgevers op een objectieve wijze mogelijkheden aan te reiken voor het uitvragen van duurzaamheid (inkoopprotocol);
  • een kader met spelregels te bieden om de prestatie te borgen (handhavingsprotocol).

Uiteraard committeren de leden van de VBW zich aan deze kaders en spelregels. Niettemin blijft het cruciaal dat opdrachtgevers de aspecten uit het inkoopprotocol en handhavingsprotocol omarmen. Daarom hierbij de opzet daarvoor.

Inkoopprotocol

  • De MKI-waarde, bepaald door de Ecochain methodiek, wordt erkend voor het productiegedeelte en daaruit voortkomende getallen behoeven geen extra projectvalidatie.
  • De MKI-waarde van de virtuele centrale wordt als referentiewaarde erkend.
  • Bij inschrijving is een handhavingstoets niet vereist, na gunning is deze wel verplicht. Met andere woorden: aantonen van een voorgestelde waarde mag achteraf.
  • Opgevoerde waardes mogen maximaal 2 jaar oud zijn, uitgaande van jaartallen (in 2017 dus geen waarden van 2014 of ouder).
  • Aanbieder actualiseert eenmaal jaar alle mengsels en laat dat geheel eenmalig toetsen door een erkende instantie. Tussentijdse extra, nieuwe mengsels vergen een specifieke toetsing.
  • MKI-waarden van grondstofleveranciers mogen enkel worden toegepast als deze waarden door een erkende instantie zijn beschouwd en valide zijn verklaard.

Handhavingsprotocol

  • Opdrachtnemer maakt aanbieding project-specifiek en geeft inzicht in de uitgevoerde validaties;
  • Opdrachtgever voert projectaudits uit ter verificatie, eventueel aangevuld door inspecties.