“Wet kwaliteitsborging is kans voor infrasector”

Artikel delen

“Bestratingsbedrijven leveren graag goed werk en zijn daar trots op. De nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is vooral een kans om die kwaliteit zichtbaar te maken. Wat mij betreft mogen we blij zijn met deze kans om het werk en het vakmanschap van de stratenmaker weer centraal te zetten”, zegt René de Kwaadsteniet van Building Changes en bestuurder van de KiKCampus, kennis- en informatiecentrum voor de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

Tekst: Henk Wind

De kwaliteit van het werk en de goed opgeleide stratenmaker met de juiste vaardigheden en competenties komen weer centraal te staan.

René de Kwaadsteniet: “Een aannemer wil trots kunnen zijn op zijn werk. De nieuwe wet biedt de kans om juist die kwaliteit te waarderen.”

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) verandert de wijze van aantonen dat een bouwwerk voldoet aan de geldende eisen en regelgeving. Tot nu toe controleert het bevoegd gezag vooraf, tijdens en bij oplevering van een bouwwerk of het voldoet aan de eisen; onder de Wkb moet de opdrachtnemer zelf aantonen dat hij daaraan voldoet. Een onafhankelijke kwaliteitsborger zal daarop toezien en dit aantoonbaar maken richting het bevoegd gezag. De procedures van aantonen en toezicht moeten voldoen aan de eisen van de wet. Daarvoor zijn op dit moment een viertal toegelaten instrumenten ontwikkeld. KOMO en een groot aantal brancheorganisaties in de bouw hebben hiervoor gezamenlijk het instrument KiK ontwikkeld.

Ook voor infra

De Wkb gaat gelden voor de gehele bouwsector en dus in principe ook voor de GWW-/INFRA-sector. René de Kwaadsteniet erkent dat die sector tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen. Ook onder de proefprojecten is weinig infra. “Dat komt mede doordat het gaat om het aantonen dat je voldoet aan de regelgeving. Bij B&U speelt daarin het Bouwbesluit een belangrijke rol. Daarnaast heeft de B&U sector vooral te maken met private opdrachtgevers en met een consument, waarvoor een consumentendossier moet worden gemaakt. In de INFRA-sector werken we veel meer met inhoudelijke richtlijnen en systematieken, zoals SEB en BRL, en hebben we vooral te maken met publieke opdrachtgevers.”
De Wkb is inmiddels door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen en zal in principe ingaan op 1 januari 2021, mits de sector aantoonbaar gereed is voor de implementatie van de Wkb. De minister zal komende zomer hierover rapporteren aan de Kamer. Als blijkt dat de sector onvoldoende klaar is, dan kan de inwerkingtreding nog worden uitgesteld. Maar hoe dan ook is de inwerkingtreding aanstaande en moet de bouwsector zich daarop voorbereiden.

Verantwoordelijkheid

De wet valt volgens René de Kwaadsteniet uiteen in twee belangrijke onderdelen. Eén daarvan is de procedurele kant; de andere betreft de verantwoordelijkheid. “Naast de verandering in het aantonen van het voldoen aan de regelgeving, verschuift ook de verantwoordelijkheid. Dat gaat dan vooral over het Burgerlijk Wetboek. Bij verborgen gebreken na oplevering ligt straks de bewijslast bij de aannemer of eigenlijk de opdrachtnemer. Die moet aantonen dat hij gewerkt heeft conform de eisen en de criteria die gesteld waren. Tot nu toe moet de opdrachtgever juist aantonen dat de aannemer daar niet aan voldaan heeft.”
Daarnaast is er dus de procedurele kant, waarvoor ‘instrumenten’ – oftewel goedgekeurde werkwijzen – worden ontwikkeld waarmee kan worden aangetoond dat aan de wet is voldaan. Deze kant van de wet betreft zowel het bevoegd gezag (veelal gemeenten) als opdrachtgevers, kwaliteitsborgers en aannemers. “Al die vier partijen hebben de verantwoordelijkheid om hun taak uit te voeren zoals het hoort, daar ook de verantwoordelijkheid voor te nemen en aantoonbaar te maken dat ze dat doen.”

Procedures of vakmanschap

De Kwaadsteniet herkent de angst bij aannemers dat er straks heel veel tijd gaat zitten in het volgen van de juiste procedures, maar deelt die niet. “Ik ga er vanuit dat een aannemer er niet op uit is om de boel te besodemieteren, maar graag kwaliteit wil leveren en zijn verantwoordelijk wil nemen. Een aannemer wil trots kunnen zijn op zijn werk. De nieuwe wet biedt de kans om juist die kwaliteit te waarderen, door zowel de aannemer als de opdrachtgever.”
“De aannemer moet onder de Wkb vooral aantonen dat hij zijn werk op een verantwoorde manier doet, met goed vakmanschap en de juiste producten. De kwaliteit van het werk en de goed opgeleide stratenmaker met de juiste vaardigheden en competenties komen daarmee weer centraal te staan. Goede aannemers, zoals de deelnemers van de SEB, leveren nu al die kwaliteit en worden daar ook op geaudit, en veel wordt ook al vastgelegd. Het gaat vooral om de manier van vastleggen van de afspraken, eisen en criteria en de dossiervorming. En ja, daar moet nog wel wat gebeuren in de sector om dat voor elkaar te krijgen.”

Cultuurverandering

“De Wkb is voor de INFRA-sector naar mijn idee geen heel grote stap. Wel is het een cultuurverandering: hoe ga je met elkaar om? Dan gaat het vooral over bouwen aan vertrouwen. En daarin hebben we nog wel wat te doen met elkaar”, concludeert De Kwaadsteniet ten slotte als uitdaging aan de sector.

Reikwijdte Wkb voor INFRA-sector

De focus binnen de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) ligt op vergunningplichtige bouwwerken in de zogenaamde gevolgklasse 1. Dit zijn werken met een redelijk beperkt risico. Voor vergunningplichtige bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 2 en 3 wordt de Wkb verder ingevoerd na een positieve evaluatie. Dit geldt binnen de INFRA-sector dan voor complexere werken als kunstwerken, viaducten en mogelijk wegen. Maar over hoe dit er exact uit gaat zien, is nog weinig bekend, zegt René de Kwaadsteniet.

Wat sowieso invloed heeft is de verschuiving van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Deze uitbreiding of aanscherping is gebaseerd op de ‘omgekeerde bewijslast’ van de aansprakelijkheid en geldt vanaf 2021 voor alle bouwprojecten in de bouw en INFRA, los van vergunningplicht en gevolgklassen. Ook als gebreken niet bij oplevering zijn geconstateerd, blijft de aannemer aansprakelijk. Tenzij de gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. De bewijslast daarvoor ligt vanaf 1 januari 2021 bij de aannemer.
Wat de exacte gevolgen van de WKB zullen zijn in relatie tot publieke en private opdrachtgevers in de INFRA op basis van professioneel opdrachtgeverschap is ook voor De Kwaadsteniet nog onduidelijk. “Maar hoe het er ook gaat uitzien, het zal vooral belangrijk worden dat aannemers werken aan goede dossiervorming ter onderbouwing van hun prestaties.”