Wkb: hij en wat komt eraan?!

Artikel delen

Op deze plaats heb ik reeds in 2015 en 2017 geschreven over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Over die wet was, en is nog steeds het nodige te doen. Op moment van schrijven is de discussie met de Eerste Kamer weer losgebarsten. We gaan er voorlopig echter van uit dat de Wkb per 1 januari 2024 in werking treedt; voor renovatie- en onderhoudswerkzaamheden overigens per 1 januari 2025.

Tekst: Bard van Veen

Voorbeeld van een fiets- en voetgangersbrug die onder de Wkb valt.

Voorbeeld van een fiets- en voetgangersbrug die onder de Wkb valt. Deze brug is bestemd voor langzaam verkeer, is niet gelegen over een rijks- of provinciale weg en heeft een te overbruggen afstand van niet meer dan 20 meter. Foto: FSC Nederland.

Het Burgerlijk Wetboek

Met de Wkb komen per 1 januari 2024 tevens wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek over aanneming van werk. Zo dient een aannemer voortaan schriftelijk en ondubbelzinnig te waarschuwen. Voortaan wordt er bovendien onderscheid gemaakt tussen aansprakelijkheid na oplevering bij ‘bouwwerken’ en bij andere vormen van aanneming van werk. Bij bouwwerken geldt dat de aannemer aansprakelijk is voor elk gebrek dat niet bij de oplevering is ontdekt, tenzij de aannemer kan aantonen dat het gebrek niet aan hem is toe te rekenen. Het principe van verborgen gebreken is dan alleen voorbehouden aan andere ‘werken’.

Professionele partijen kunnen onderling van die wettelijke regeling over aansprakelijkheid afwijken. Het is de vraag of opdrachtgevers dat zullen doen. Die afwijkende regeling moet dan wel in de overeenkomst zelf zijn opgenomen, en niet ergens – diep verstopt – in algemene voorwaarden.

Gevolgklassen

De Wkb gaat – vooralsnog – alleen betrekking hebben op bouwwerken uit gevolgklasse 1. Wat onder gevolgklasse 1 aan bouwwerken valt, is verrassend ruim. Een misvatting is, dat het uitsluitend nieuwbouwwoningen en andere utiliteitsgebouwen vallen. Nee, ook infrastructurele werken zoals fiets- en voetgangersbruggen met een overspanning van maximaal 20 meter, die niet een provinciale of rijksweg oversteken, vallen onder gevolgklasse 1. Kademuren, keermuren, gemalen en kleine windmolens evenzeer. Kortom, ook voor de GWW-sector is de Wkb relevant.

Kwaliteitsborger

De Wkb ziet ook op de introductie van de zogenaamde kwaliteitsborger. Dat is een private partij die gediplomeerd en gecertificeerd moet zijn, en in een daartoe in het leven geroepen register moet zijn ingeschreven. Die kwaliteitsborger gaat op het werk controleren of het werk gerealiseerd wordt in overeenstemming met de daarvoor afgegeven vergunningen. De kwaliteitsborger bepaalt aan het einde van het werk, bij oplevering, of dat het geval is, en of voor het werk vervolgens een verklaring voor ingebruikneming wordt afgegeven.

Dat laatste is overigens het publiekrechtelijke deel van de Wkb. Er moet ook een zogenaamd borgingsplan worden opgesteld, er moet een risicobeoordeling worden verricht en er moeten allerlei dossiers worden opgesteld.

Raamovereenkomst van Bouwend Nederland

Bouwend Nederland heeft recentelijk een Raamovereenkomst Kwaliteitsborging opgesteld, met daarbij een model-projectopdracht voor een specifiek werk; die laatste is in de kern een nadere invulopdracht. Beide documenten zijn downloadbaar op de website van Bouwend Nederland. Deze raamovereenkomst wordt gesloten tussen een aannemer en een kwaliteitsborger; zoals te doen gebruikelijk is bepaald dat er geen opdrachtverplichtingen uit voortvloeien en de overeenkomst niet exclusief is. De raamovereenkomst maakt melding van de door een kwaliteitsborger te gebruiken toetsingsinstrument voor kwaliteitsborging, te kiezen uit de daarvoor bestaande ‘officiële’ instrumenten.

Verder is een aantal verplichtingen van de kwaliteitsborger omschreven, dat in lijn is met wat voor de kwaliteitsborger uit de Wkb voortvloeit. Ook is nadrukkelijk bepaald waarvoor de kwaliteitsborger niet verantwoordelijk is, zoals het gereed melden van het bouwwerk bij het bevoegd gezag.

Omgekeerd is de aannemer verplicht om de kwaliteitsborger – kort gezegd – in staat te stellen om zijn werk te doen. Zo moet de kwaliteitsborger zijn ‘honorarium’ betaald krijgen. De belangrijkste verplichting is echter het melden van wijzigingen en/of vertraging(en) in het ontwerp en tijdens de bouw. Die moet de kwaliteitsborger beoordelen op houdbaarheid met vergunningen en (publiekrechtelijke) regelgeving.

Bijzondere situaties

Ook zijn enkele bijzondere situaties beschreven die vooral betrekking hebben op de door de kwaliteitsborger af te geven – belangrijke – verklaringen. Gedacht kan worden aan deelopleveringen en casco-opleveringen; in die situaties is immers eigenlijk nog geen sprake van een volledig gereed bouwwerk dat gereed gemeld kan worden.

Een bijzonder aspect van de raamovereenkomst is de regeling over aansprakelijkheid. Verwezen wordt naar de wettelijke regeling voor overeenkomsten van opdracht, aangezien daarvan sprake is. Voor de aansprakelijkheid van de kwaliteitsborger wordt daarnaast toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 13, 14 en 15 DNR 2011. Dat zijn de voorwaarwaarden die voor adviseurs (zoals architecten en constructeurs) gelden. Overigens is bepaald dat deze artikelen uit DNR 2011 niet maken dat de rest van DNR 2011 van toepassing is.

Bepaald is dat de door de kwaliteitsborger te vergoeden schade per opdracht is beperkt tot het bedrag wat in het gegeven geval door de verzekeraar van de kwaliteitsborger wordt uitgekeerd. Aan de verzekering wordt een aantal eisen gesteld. Te weten dat de aansprakelijkheidslimiet minimaal € 1 miljoen per opdracht is, de termijn waarbinnen de verzekerden aansprakelijk gesteld kunnen worden 10 jaar is, en dat naast directe schade ook indirecte schade voor vergoeding in aanmerking komt. Voor aanspraken op rentederving of winstderving mag een uitzondering worden gemaakt.

De kwaliteitsborger is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van de verstrekking van onjuiste of onvolledige gegevens of informatie door de aannemer aan de kwaliteitsborger, of anderszins het gevolg is van een handelen of nalaten van de aannemer.

Tot slot is over de looptijd en tussentijdse beëindiging van de raamovereenkomst en eventuele projectopdrachten de gebruikelijke regeling opgenomen. Er moet een looptijd worden afgesproken en het eindigen van de raamovereenkomst heeft geen effect op de lopende projectopdrachten. Een begrijpelijke beëindigingsgrond is daarnaast het geval waarin de kwaliteitsborger niet meer gerechtigd is om een instrumentarium op grond van de Wkb toe te passen. Kortom, de kwaliteitsborger is – bij wijze van spreken – geroyeerd.

Het is goed te zien dat Bouwend Nederland een voorzet gemaakt heeft, waar ook de GWW-sector baat bij kan hebben. En nu maar afwachten of de Wkb daadwerkelijk in werking treedt.

B.R. (Bard) van Veen is advocaat bij Severijn Hulshof Advocaten te Den Haag. Tel. (070) 304 55 90, E-mail: b.veen@shadv.nl, www.severijnhulshof.nl. Voor vragen over dit artikel, kunt u mij bereiken via het genoemde mailadres. Het geschilnummer is: 72.283, RvA 10 mei 2023.