KLIC-standaarden worden aangepast

Artikel delen

Sinds 1 april 2021 is het verplicht voor grondroerders om een digitale versie van de KLIC-levering bij zich te hebben op de graaflocatie, omdat het nieuwe Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL) meer informatie bevat. Deze extra informatie is niet leesbaar in een papieren versie. Daarnaast worden sinds 1 januari 2021 de informatiestandaarden in stappen aangepast. Dat betreft de afspraken die zijn gemaakt over de manier waarop informatie in de KLIC-registratie wordt vastgelegd, gepresenteerd en uitgewisseld. GWW Totaal vraagt het Kadaster om de laatste ontwikkelingen toe te lichten.

Tekst: ing. Frank de Groot

“De grootste digitale stap die vorig jaar is gemaakt is de overgang van raster- naar vectorformaat”, opent Caroline Groot, productmanager KLIC bij het Kadaster en deelnemer BAO KLIC het gesprek. Het BAO KLIC (Bronhouders en Afnemers Overleg) is een overlegorgaan van de uitvoerder (Kadaster) van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON, zie kadertekst), met bronhouders (netbeheerders) en afnemers (sector, waaronder de grondroerders). Het Agentschap Telecom (Ministerie EZK) is vanuit de overheid belast met het toezicht op de wet en de naleving ervan.

Van raster naar vector? Wat betekent dit? Caroline legt uit: “Bij het rasterformaat bestaat de afbeelding van de leidingen uit pixels. Als je de afbeelding vergroot, wordt deze steeds onduidelijker. Bij een vectorformaat is de afbeelding opgebouwd uit objecten, die zich tot elk gewenst formaat laten vergroten, zonder dat er kwaliteitsverlies optreedt. Je kunt er ook informatie aanhangen over de kabel of leiding. Denk aan type leiding, gebruik, materiaal en aanlegdatum. Bij een elektriciteitsleiding moet je denken aan gegevens over de spanning die erop staat, bij een leiding de gegevens over het transportmedium.”

Aanpassing standaarden

Over de manier waarop informatie in de KLIC-registratie wordt vastgelegd, gepresenteerd en uitgewisseld, zijn afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in het Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL) en Berichtenprotocol (BMKL). Hiervoor is opnieuw een nieuwe versie opgesteld. De aanpassingen aan de standaard zijn voorbereid door de Technische Commissie Standaarden KLIC (TCS). Om de informatie volgens de (nieuwe) standaarden te kunnen lezen en presenteren is een aangepaste viewer nodig. Inmiddels zijn er al meerdere KLIC-viewers die geschikt zijn voor de nieuwe informatiestandaarden. In de keten acceptatietest die nu loopt kunnen de nieuwe viewers al worden getest.

“Om de netbeheerders en grondroerders gelegenheid te geven te wennen aan de nieuwe informatiestandaarden komt er een overgangsperiode. Deze start op 3 januari 2022 en we beogen die periode te beëindigen op 30 april 2022”, zegt Jan Bijker, deelnemer BAO KLIC namens Bouwend Nederland en voorzitter Coördinatiegroep Aanpassing Standaarden (CAS). “Wij organiseren bijeenkomsten om de updates toe te lichten en vragen te beantwoorden.”

Om welke standaarden gaat het? Alex van de Vuurst, projectmanager bij het Kadaster, legt uit: “Alle netbeheerders moeten volgend jaar informatie aanleveren conform het nieuwe Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL) 2.0. Deze standaard geeft aan welke informatie is benodigd. Dan is er het berichtenmodel (BMKL), dat een protocol is voor berichtenuitwisseling. Tot slot is er het presentatiemodel PMKL. Deze omschrijft hoe een object eruit moet zien. Je wilt natuurlijk een eenduidige weergave van objecten, zodat iedereen direct ziet wat er bedoeld wordt. Denk aan een vaste visualisatie, inclusief een vaste kleur. In de bouwsector kennen we bijvoorbeeld vaste symbolen voor een lichtschakelaar en wandcontactdoos. Dat wil de sector ook bij ondergrondse infrastructuur.”

Bij aanvang van het project is met alle partijen gezamenlijk gekeken naar een haalbare planning. Alex:  “Hierdoor konden we ook gezamenlijk besluiten om af te wijken van de ‘standaard’ overgangstermijn van zes maanden naar vier maanden. Sommige voordelen, onder andere het knippen van EV-vlakken en het uitbreiden van het KLIC-meldnummer, kunnen namelijk pas doorgevoerd worden na het einde van de overgang. Door deze versnelling kunnen die voordelen dan ook sneller worden doorgevoerd.”

Van links naar rechts: Jan Bijker (BAO KLIC, Bouwend Nederland en voorzitter Coördinatiegroep Aanpassing Standaarden,CAS), Caroline Groot (Kadaster) en Alex van de Vuurst (Kadaster).

Wat is WIBON?

Bij graafacties ontstaat vaak schade aan ondergrondse kabels en leidingen. De wet die sinds 2008 richtlijnen gaf voor zorgvuldig graven, de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION, ook wel grondroerdersregeling), is veranderd en heet sinds 31 maart 2018 Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON).

Wat zijn de nieuwe eisen? Data moet nu digitaal worden uitgewisseld tussen de betrokken partijen zodat grondroerders preciezer kunnen graven. Sinds 1 april 2021 is het dan ook verplicht voor grondroerders om een digitale versie van de KLIC-levering bij zich te hebben op de graaflocatie. Wat ook nieuw is en waar alle systemen inmiddels op aangepast (moeten) zijn, is dat de informatie in vectorformaat uitgeleverd worden in plaats van rasterformaat.

Vooral als netten van eigenaar wisselden, ging er nog wel eens informatie over kabels en leidingen verloren. Het gevolg zijn vaak de zogenoemde ‘weesleidingen’, die nog regelmatig voor graafschade zorgen. Netbeheerders zijn nu verplicht beter toe te zien op registratie van wijzigingen en het melden daarvan (aanleg, revisies en afwijkingen). Voor gasaansluitleidingen geldt dat de liggingsgegevens sinds 31 december 2019 gedigitaliseerd moeten zijn. Voor aansluitleidingen voor elektriciteit, drinkwater en telecommunicatie geldt dat de liggingsgegevens uiterlijk 31 december 2027 gedigitaliseerd moeten zijn, als de ligging van de leiding bepaald kan worden op een andere manier dan opgraven.

Eis Voorzorgsmaatregelen

De netbeheerder moet de grondroerder verder aangeven of voorzorgsmaatregelen (‘Eis Voorzorgsmaatregelen’ of EV) nodig zijn, zoals in het geval van werkzaamheden bij een net met gevaarlijke inhoud, of met grote waarde. De grondroerder is daarbij ook verplicht voor het inplannen van het contact daarover met de netbeheerder voor gezamenlijke afspraken. Minimaal drie werkdagen voor de start van het graven moet dat contact plaatsvinden.

Sinds de overgang naar vector (2020) is nieuw dat de netbeheerder polygonen aan kan geven waarbinnen de voorzorgsmaatregelen van toepassing zijn. Dan is het aan de grondroerder en de netbeheerder samen om afspraken te maken over de te treffen maatregelen. Het initiatief hiervoor ligt trouwens bij de grondroerder. Maar de netbeheerder moet nu onverwijld, maar als dit om redenen niet lukt, uiterlijk binnen drie dagen nadat de grondroerder contact met hem heeft opgenomen de afgesproken maatregelen treffen.

Gegevensuitwisseling

Voor een betere stroomlijning van het proces van gegevensuitwisseling, is het mogelijk gemaakt voor netbeheerders om hun data bij het Kadaster op te slaan. Zo kan de informatie nadat deze is opgevraagd, sneller worden geleverd aan de grondroerder. De netbeheerder wordt vervolgens op de hoogte gebracht van deze uitwisseling en hoeft verder niks te doen.

Bron: GOconnectIT

Wie is netbeheerder?

Wie zijn netbeheerder volgens WIBON? Dat zijn in de eerste plaats de beheerders van gas-, water- en elektraleidingen. Maar er zijn ook andere netbeheerders. Als iemand beroeps- of bedrijfsmatig een kabel- of leidingnetwerk beheert, dan is deze een netbeheerder. Dus ook beheerders van detectielussen in het wegdek, datakabels, ondergrondse infra bij petrochemische industrie, netwerken voor openbare verlichting, riolering, enzovoort. Ook gemeenten zijn daardoor netbeheerders. In totaal zijn er circa 1.100 netbeheerders in Nederland.

KLIC-melding naar Kadaster

De WIBON regelt dat er een verplichting is tot het doen van KLIC meldingen. Het Kadaster is de in de wet genoemde Dienst die het beheer heeft over het informatiesysteem dat de gebiedsinformatie verstrekt (KLIC systeem). Caroline Groot legt uit: “De grondroerder moet voordat hij gaat graven, melding van dit voornemen doen bij het Kadaster. Het Kadaster informeert dan alle netbeheerders die in het betreffende gebied kabels en leidingen hebben liggen. Deze netbeheerders verstrekken de grondroerder via het Kadaster vervolgens gedetailleerde informatie over de ligging van de kabels en leidingen. De grondroerder moet hier bij zijn werkzaamheden rekening mee houden, door zijn werkzaamheden op zorgvuldige wijze te verrichten, zodat schades kunnen worden voorkomen.”

Het is voor netbeheerders mogelijk om netwerkinformatie rechtstreeks bij het Kadaster op te slaan. Alex licht dit toe: “De netbeheerder kan zijn gehele netwerkadministratie bij het Kadaster aanleveren. Inmiddels heeft circa 80 procent van de netbeheerders de netwerkadministratie aangeleverd. Bij een graafmelding zal het Kadaster de gevraagde gegevens direct, zonder tussenkomst van de netbeheerder, versturen aan de grondroerder. De netbeheerder wordt alleen nog geïnformeerd over de uitwisseling van deze gegevens.”

In de praktijk

Hoe werkt het nu in de praktijk? Caroline legt uit: “Een aanvrager doet via het portaal een KLIC aanvraag bij het Kadaster en tekent hiervoor een graaf-polygoon. Dat is een weergave van het gebied, waarbinnen de graaflocatie zich bevindt. Het Kadaster kijkt vervolgens aan de hand van de belangenregistratie welke netbeheerders een belang hebben in dit gebied. In de praktijk zien we dat het aantal betrokken netbeheerders gemiddeld al snel oploopt naar circa tien. Op basis daarvan wordt uit de centrale voorziening de gebiedsinformatie gehaald. Netbeheerders die niet op de centrale voorziening zijn aangesloten moeten zelf de gebiedsinformatie aan het Kadaster leveren. Zodra ook deze informatie binnen is, zet het Kadaster de complete informatieset klaar. In de praktijk kan dit tegenwoordig binnen 2 uur. De aanvrager kan de gebiedsinformatie nu downloaden in ZIP-formaat en deze in een geschikte viewer bekijken.”

Voorbeeld van de KLIC-viewer met detailinformatie.

De gebiedsinformatie kan sinds vorig jaar uitgebreid worden met een informatie-polygoon waardoor men een betere oriëntatie op de directe omgeving van de graaflocatie heeft. Jan: “Zo kan het ongewenst zijn om grond op te slaan naast de graaflocatie, als daar een belangrijke nutsleiding ligt. Die moet bij calamiteiten bereikbaar blijven. Ook kan zwaar vrachtverkeer zorgen voor verzakking van ondergrondse leidingen.”

Eigen verantwoordelijkheid

Alex vult aan: “Niet alle kabels en leidingen staan goed op de tekening. Correcte registratie is echter wel van groot belang bij het voorkomen van graafschades. Als een grondroerder nu stuit op een kabel of leiding die niet juist op tekening staat, moet hij dit direct melden bij het Kadaster. Het Kadaster meldt dit weer aan de betreffende netbeheerder, die vervolgens zijn tekeningen ‘onverwijld’, doch uiterlijk binnen 30 dagen moet aanpassen. Op deze manier krijgen we steeds betere tekeningen en informatie met behulp van de hele graafketen.”

Alle netbeheerders moeten informatie aanleveren conform de nieuwe informatiestandaarden. Deze informatie-uitwisseling is inclusief de Eis Voorzorgsmaatregelen (EV), documenten en bijlagen en sluit ook aan bij de nieuwe CROW-publicatie 500 ‘Schade voorkomen aan kabels en leidingen’. Caroline: “Met de komst van de nieuwe informatiestandaarden kunnen we in 2022 een EV-gebied gaan afknippen op de graafpolygoon. Daarmee voorkomen we dat grondroerders ook informatie krijgen die niet van belang is voor de graaflocatie. Inmiddels zitten we op ruim 800.000 graafmeldingen per jaar. In 2023 verwachten we jaarlijks op één miljoen meldingen te zitten. Hoe beter en efficiënter de informatievoorziening wordt, hoe kleiner de kans is op graafschade.

Jan Bijker besluit dat het programma KLIC alleen graafschades niet kan voorkomen: “Als een grondroerder zo’n prachtige digitale tekening van het ondergrondse netwerk binnen krijgt, dan denkt men al snel: die kaart biedt honderd procent zekerheid. Graven maar! Maar de verantwoordelijkheid van de juistheid van de verstrekte gegevens ligt niet bij het Kadaster, maar de netbeheerder. Dus ook nu geldt: altijd proefsleuven graven! Daarnaast adviseer ik ontwerpers en opdrachtgevers om zich al in een vroeg stadium te oriënteren op de ondergrondse infrastructuur.”

Meer informatie? Ga naar www.kadaster.nl/klic