Wkb en de bestratingssector
Bij de leden van MKB INFRA, OBN (Ondernemersvereniging Bestratingen Nederland) en VMS (Vereniging Modern Straatwerk) ontstond enige verwarring na het lezen van het artikel ‘Wkb en de bestratingssector’ in GWW Totaal 4-2021. Raken de verruimde aansprakelijkheid, de waarschuwingsplicht en het consumentendossier nu wel of niet de bestratingssector? De veronderstelling was tot nu toe dat dat niet of hooguit zeer beperkt het geval zou zijn. En dat blijkt nog steeds te kloppen. Daarom een uitleg hoe wij denken dat het zit.
Tekst: Peter Ligthart, namens MKB INFRA
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) houdt de gemoederen al een aantal jaren bezig. Tot nu toe ging de meeste aandacht uit naar de gevolgen voor de B&U-sector en hield de infrasector zich een beetje afzijdig. Nu de invoeringsdatum dichterbij komt (naar verwachting 1 juli 2022), komt ook die sector in beweging. Maar de sector wordt maar zeer ten dele geraakt. Het draait om het begrip ‘bouwwerk’.
Bouwwerk
Cruciaal in de afbakening van de Wkb is het begrip ‘bouwwerk’. Dat is namelijk waarop het Bouwbesluit 2012 en straks het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) van toepassing is. Het begrip is in de Woningwet niet gedefinieerd, maar volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak wordt vaak de definitie uit de VNG Modelbouwverordening gehanteerd: ‘Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren’. Heel veel helderder wordt het daar nog niet van. Het is duidelijk dat gebouwen hieronder geschaard kunnen worden en hetzelfde geldt voor civiele kunstwerken, zoals bruggen en viaducten. Maar hoe zit het nu met verhardingen, zoals bestrating?
In jurisprudentie heeft de Afdeling bestuursrechtspraak overwogen dat een verharding/weg geen bouwwerk is (voor de liefhebbers: ECLI:NL:RVS:2009:BH9230). Zelfs in het bijzondere geval van een paalmatras onder de N210 in de Krimpenerwaard heeft de Afdeling bestuursrechtspraak geoordeeld dat er geen sprake is van een bouwwerk.
In bijlage 1 bij art. 1.1 Omgevingswet is in tegenstelling tot Woningwet en Bouwbesluit 2012 een definitie van een bouwwerk opgenomen die aansluit bij de eerdergenoemde definitie uit de VNG Modelbouwverordening.
Wel of geen Wkb?
Tot zover is er op de inhoud van het artikel niets aan te merken. Maar de stelling dat de privaatrechtelijke eisen in de Wkb dan wel van toepassing zijn is ons inziens niet correct. Het begrip bouwwerk speelt hier ook een doorslaggevende rol. De vraag die dan rijst is of er een verschil is in de definitie van bouwwerk in de publiekrechtelijke zin en bouwwerk in de privaatrechtelijke zin. Wij zijn van mening dat dat hier niet kan. In Afdeling 1 wordt eenmaal het begrip bouwwerk als verbijzondering van het begrip werk gebruikt (art. 7.761 lid 2, inzake verjaringstermijn van rechtsvordering). Door de wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) door de Wkb komt daar een nadere verbijzondering van ‘aanneming van werk’ bij, namelijk ‘aanneming van bouwwerken’.
De huidige artikelen in het BW over bijvoorbeeld de uitbreiding van de waarschuwingsplicht gaan over aanneming van werk. Als vakidioten denken we dan direct aan bouwen, maar aanneming is veel breder dan dat. Volgens het BW (art. 7.750 BW) is de definitie als volgt: “Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever, verbindt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren, tegen een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld.” Dit kan dus ook gelden voor bestrating.
De Wkb beperkt zich echter tot bouwwerken en dat uit zich in de wijzigingen van het BW ten aanzien van de aangescherpte aansprakelijkheid, de uitbreiding van de waarschuwingsplicht en het consumentendossier. In deze gevallen luidt de nieuwe tekst: “bij aanneming van bouwwerken …” (artikel 7.758 lid 4 BW, aansprakelijkheid gebreken), “Bij aanneming van een bouwwerk …” (artikel 7.754 lid 2 BW, waarschuwingsplicht) en “Ingeval van aanneming van een bouwwerk …” (artikel 7.757a BW, consumentendossier).
In de discussies in de Kamer, maar ook door marktpartijen is vaak bepleit dat de wijzigingen van het BW niet los kunnen worden gezien van de stelselwijziging. De respectievelijke ministers hebben dat ook regelmatig bevestigd. Het is dan ook volstrekt onlogisch en ongewenst dat twee verschillende definities van hetzelfde begrip alsnog leiden tot deze situatie.
Conclusie: geen Wkb voor bestrating
De conclusie van deze beschouwing is dat de bestratingssector niet wordt geraakt door de Wkb voor zover het gaat om verhardingen. Niet door de stelselwijziging, noch door de wijziging van het BW. En dat geldt daarmee ook voor alle andere werken niet zijnde bouwwerken.