Tijd is rijp voor IFD in bruggen en viaducten

Artikel delen

Industrieel, Flexibel en Demontabel (IFD) bouwen van bruggen en viaducten biedt grote kansen. De huidige omstandigheden vragen om zo’n aanpak. Maar om een industrieel fabricageproces op te zetten, moeten eerst de opdrachtgevers worden verleid om de IFD-principes voor te schrijven.

Tekst: Henk Wind

Het ontwerp van de Stolperbrug is gemaakt volgens de principes van IFD.

Het ontwerp van de Stolperbrug is gemaakt volgens de principes van IFD. Foto: Witteveen+Bos

Volgens Alexander Bletsis, projectleider van IFD in de GWW, is de tijd er rijp voor: “Dat is anders dan in 2016 toen wij er mee begonnen. Toen was elke brug nog een uniek ontwerp. Nu zijn allerlei partijen bezig met ontwikkelingen die passen bij IFD bouwen. Er liggen inmiddels ook NTA’s (Nederlandse technische afspraken, red.) voor IFD-ontwerpen van zowel vaste als beweegbare bruggen. Een NTA voor Industriële Automatisering en Elektrotechniek wordt in december verwacht. In september willen we met koplopers in IFD gaan kijken hoe we dat verder in de organisaties kunnen krijgen.”

Grote opgave

IFD in de GWW is in 2016 gestart op initiatief van onder andere Paul Waarts van de Provincie Noord-Holland. Aanleiding was de grote vervangings- en renovatieopgave van de vele bruggen in de provincie. “Veel kunstwerken zijn gerealiseerd in de naoorlogse periode en zijn nu aan vervanging of renovatie toe. In totaal in Nederland zijn daar circa 380 publieke opdrachtgevers bij betrokken. Als die elke vraag uniek in de markt gaan zetten, hebben we een probleem met de haalbaarheid en betaalbaarheid. De Provincie Nood-Holland met zijn grote aantal bruggen vreesde dan echt te moeten inleveren op bereikbaarheid”, vertelt Alexander. Als Innovatiemanager bij de Provincie Noord-Holland volgde hij Paul Waarts op als projectleider van IFD in de GWW. Inmiddels doet hij dat onder de vlag van TNO als innovation orchstrator.

Afbeelding: eigen creatie op basis van Creativebeards + onbekend.

Afbeelding: eigen creatie op basis van Creativebeards + onbekend.

Flexibel en demontabel

Duidelijk was dus dat er een standaardisatie zou moeten komen die industriële – en daarmee haalbare en betaalbare – productie mogelijk zou maken. Alexander legt uit waarom de oplossing daarvoor werd gevonden in IFD: “Flexibel staat onder meer voor de mogelijkheden om een ontwerp aan te passen. We hebben er voor gekozen om de raakvlakken tussen de componenten te standaardiseren en niet alle componenten. In de ontwikkelde details komen werktuigbouwkunde, civiele techniek en elektrotechniek bij elkaar. We hebben geen materialen voorgeschreven, maar bijvoorbeeld wel stramienen, een gatenpatroon voor aansluiting van de verlichting, en details hoe je dekken van verschillende diktes oplegt. Flexibel houdt ook in dat je een brug zo ontwerpt dat die later aanpasbaar is als de functie verandert. Flexibel heeft ook nog te maken met je proces en je aanpak, en tot slot ook nog met hoe je omgaat met vigerende normen bij renovatie van bestaande bruggen.”

“Demontabel is ook uitermate belangrijk. Hoogwaardig hergebruik is één van de circulaire strategieën waar op wordt gestuurd binnen de sector. Soms is een brug niet meer nodig door veranderingen in de omgeving. Soms moet je delen vervangen vanwege schade door een aanrijding of dergelijke. Dat kan als elk onderdeel losmaakbaar is. Dat doe je bijvoorbeeld door droge verbindingen toe te passen en een kabel van een voorgespannen koker dus niet in te storten.”

“Met die uitgangspunten creëer je onderdelen die je heel goed in een industrieel proces kunt samenstellen. Je zou hiermee zelfs tot een soort ‘bruggenbank’ voor uitwisselbare onderdelen kunnen komen, wat de waarde van de bestaande bruggenbanken zou vergroten.”

Afbeelding: Jorn Meinderts.

Afbeelding: Jorn Meinderts.

Meerdere NTA’s

De werkwijze om te komen tot een dergelijke IFD-aanpak is in eerste instantie vastgelegd in een NTA 8086 voor beweegbare bruggen. Inmiddels ligt er ook een NTA 8085 voor vaste bruggen. Momenteel wordt gewerkt aan de actualisering hiervan en er is dus een nieuwe NTA in de maak voor Industriële Automatisering en Elektrotechniek. De NTA’s zijn opgedeeld in bovenbouw, onderbouw en brugmeubilair. Het zijn duidelijk geen officiële normen, maar puur technische afspraken. Provincie Noord-Holland heeft die NTA’s inmiddels als standaard geaccepteerd.

De NTA’s resulteren tot nu toe vooral in onderdelen. “Als ik in Amsterdam rond fiets kom ik alle details wel tegen, maar verspreid over verschillende bruggen. Inmiddels zijn de eerste bruggen in ontwikkeling die volledig volgens de NTA zijn ontworpen, zoals de Stolperbrug door Witteveen+Bos.”

Groot potentieel

Het potentieel voor dergelijke bruggen is groot. “We hebben het dan over redelijk standaard bruggen. Het gaat niet over de specials zoals boogbruggen en grote verkeersbruggen van Rijkswaterstaat, maar om bruggen die vooral functioneel ontworpen worden. We kiezen er voor de techniek te standaardiseren, maar daar kan een ontwerper een eigen huid omheen trekken. Vergelijk het met de auto-industrie. Dan hebben we het volgens een rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw (*) over een potentieel van 3 miljard euro tussen 2025 en 2035 voor gemeenten en provincies, ten opzichte van een totale opdracht van 4,4 miljard voor vervanging en renovatie. Dat is dus bijna 70 procent. We hebben nu maar iets meer dan 0 %. We kunnen dus volop groeien. Maar ook als opdrachtgevers dit nu omarmen, duurt het nog minimaal twee jaar voordat met de huidige manier van werken de eerste projecten gerealiseerd worden.”

Afbeelding: Creativebeards.

Afbeelding: Creativebeards.

Industrialisering

Wat Alexander als projectleider opviel was dat de details van Flexibel en Demontabel wel werden opgepikt, maar dat dat nog niet leidde tot een industrieel productieproces. Terwijl juist dat ook nodig is vanwege het tekort aan handjes en de gewenste productiviteitsverhoging, circulariteit en vermindering van uitstoot van CO2 en stikstof.

Dat is dan ook waar de projectleider zich samen met andere partijen de komende tijd vooral op gaat richten en waarvoor een innovatieprogramma is opgestart. “We moeten opdrachtgevers gaan verleiden om de NTA’s voor te schrijven. Dan kunnen marktpartijen zich daarop gaan richten en IFD in de GWW doorontwikkelen. Een industrieel proces inrichten is een behoorlijke investering. Dan moet je wel voldoende zekerheid hebben dat opdrachtgevers dat uitvragen.”

(*) Rapport IFD in de Infrastructuur, EIB, december 2022; www.eib.nl/publicaties/ifd-in-de-infrastructuur/