Ketenkwaliteit: Samenwerking in de keten

Artikel delen

Om kwalitatief goed straatwerk opgeleverd te krijgen, zijn opdrachtgevers afhankelijk van de kwaliteit van alle facetten die nodig zijn om straatwerk aangelegd te krijgen. Denk hierbij aan kwaliteit van de ondergrond en de fundering, veelal door een ander bedrijf aangebracht. Maar ook de kwaliteit van het ontwerp en de uitvoerbaarheid ervan. En natuurlijk bepalen de kwaliteit van materialen en Arbo-richtlijnen ook hoe het werk kan worden uitgevoerd. Uit deze opsomming, die niet eens compleet is, blijkt dat kwalitatief goed straatwerker een resultante is van de samenwerking in de keten, of wel ketenkwaliteit.

Nederland ligt vol met verharding. Verharding brengt ons van a naar b en vormt een belangrijke voorwaarde voor een goed functionerende maatschappij. Meer dan de helft van alle Nederlandse verhardingen bestaat uit elementenverharding. Veel woonstraten, voetpaden, parkeerterreinen en verblijfsgebieden bestaan uit elementenverharding en daar maken we dus veel gebruik van. Met de zorgplicht die gemeenten hebben, en het langer thuis houden van ouderen en mindervaliden is begaanbaarheid van verhardingen extra belangrijk. Met meer oog voor duurzaamheid en teruggelopen budgetten voor beheer en onderhoud liggen er grote uitdagingen te wachten. Straatwerk is dus van groot belang voor veel gebruikersgroepen van de openbare ruimte. Elementenverharding is van maatschappelijk waarde.

Moeilijkheid van ketenkwaliteit

Wanneer een bestratingsbedrijf op het werk komt om bestrating aan te brengen is er al een hoop werk verzet. Tel daar al het denkwerk voor het ontwerp en de engineering bij op en de keten wordt aanzienlijk langer. Wanneer het besef ontstaat dat kwaliteit van straatwerk tot stand komt over deze hele keten van idee tot uitvoering, wordt ketenkwaliteit ineens complex.


Verlies van informatie bij overdracht in keten

Het SEB bestuur heeft het College van Advies gevraagd inzichtelijk te maken hoe zij aankijkt tegen ketenkwaliteit en de afhankelijkheid van en de samenwerking tussen partijen voor zich ziet. Giel Euverman, adviseur bij Stegginkinfra, heeft op basis van de reacties uit het College van Advies een analyse gemaakt waaruit de pijnpunten duidelijk naar voren komen. In het schema is te zien welke partij leidend is in iedere projectfase en welk product wordt opgeleverd. Er is gebruik gemaakt van de projectfasen van het projectmatig werken, omdat dit een volledig beeld geeft over de loop van een project.

Naast de eerder geconstateerde knelpunten zien we in het schema met name de overdracht tussen projectfasen als belangrijk moment waar informatie verloren gaat. Gedurende een project stapelt het gebrek aan informatie, of foute informatie zich op. Het opstapelen of doorsluimeren van foute informatie of gebrek aan informatie ontstaat vaak onbewust door gebrek aan kennis en kunde. Uiteindelijk loopt één van de ketenpartijen tegen een probleem aan, in het geval van straatwerk vaak de aannemer buiten. Waarom problemen vaak pas in de uitvoering worden geconstateerd kan komen doordat problemen daar pas urgent worden en tot faalkosten leiden.
Daar waar een probleem geconstateerd wordt ontstaat een probleemeigenaar. De probleemeigenaar krijgt de taak het probleem op te lossen. In het geval van ketenkwaliteit kan het goed zijn dat de probleemeigenaar niet de probleemveroorzaker is en zelfs geen invloed heeft gehad op het ontstaan van het probleem eerder in het proces. Al deze problemen leiden tot faalkosten op projecten. In de GWW-branche is het gemiddelde percentage faalkosten opgelopen naar 10 tot 15%. Reden genoeg om de keten van straatwerk goed tegen het licht te houden.


Verder kijken dan straatwerk

Kwalitatief goed straatwerk opleveren kan alleen met hulp van de totale keten. Om samen de gewenste kwaliteit te leveren zullen we moeten weten wat we van elkaar verwachten. En die verwachtingen gaan verder dan het doorgeven van RAW-eisen, BRL-en en NEN-normen. Het gaat om de totale keten.
Samen met het College van Advies ziet het SEB bestuur een taak om te werken aan ketenkwaliteit. De SEB staat voor de erkenning van bestratingsbedrijven en kwaliteit van straatwerk. De SEB pakt deze handschoen op, om zo van onderaf een helder signaal af te geven en in 2018 partijen in de keten actief te krijgen mee te denken en te werken aan ketenkwaliteit.

 


Enkele knelpunten

Alle leden van het College van Advies hebben als vertegenwoordiger van hun branche aangegeven welke informatie voor hun van belang is en hoe zij de schakel voor en na hun kunnen bedienen. In hun verhalen zien we enkele typerende knelpunten naar voren komen voor GWW weken:

  • Echte vakkennis loopt terug bij diverse ketenpartners, hierdoor verdwijnt ook de kennis over kwaliteit.
  • We hebben de neiging elkaar te wantrouwen in plaats van te vertrouwen. Kijk maar eens naar alle regels en normen rond bestratingsproducten.
  • De brengplicht verdwijnt en de haalplicht verschijnt (internet werkt dit in de hand) als we het hebben over samenwerken en delen van informatie.
  • Verantwoordelijkheden zijn onduidelijk in de grote projectketen en er wordt naar elkaar gewezen als het fout gaat.
  • In de projectketen bevinden zich veel en wisselende partijen waardoor informatie verloren gaat.
  • Iedere opdrachtgever heeft zijn eigen wensen en eisen. Hiermee maken bestratingsbedrijven het voor externe partijen niet eenvoudig.
  • Beheer en onderhoud is nog steeds onderbelicht.
  • Kwaliteit van ontwerpen en contracten loopt door samenloop van bovenstaande factoren terug.