Opleverdossier
Het voornemen is om de Omgevingswet per 1 januari 2022, en daarmee tegelijk de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), in werking te laten treden. Recentelijk is tussen minister Ollongren en de Vereniging Nederlandse Gemeente weer een verdere stap gezet over de praktische uitvoering van de Wkb.
Tekst: Bard van Veen
Over beide wetten is in de afgelopen jaren het nodige te doen geweest, en eigenlijk nog steeds. In 2015 én 2017 schreef ik in deze rubriek al over de Wkb. De Wkb brengt een aantal wijzigingen met zich mee, ook voor wat betreft de wetsartikelen die specifiek zien op aannemingsovereenkomsten. Zo wordt art. 7:754 BW lid 2 geïntroduceerd, waarin kort gezegd staat dat een aannemer voortaan schriftelijk en ondubbelzinnig moet waarschuwen op onjuistheden in de opdracht.
Aansprakelijkheid
Art. 7:758 BW wordt ook gewijzigd. Op grond van dit artikel is de aannemer aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. De aannemer dient te bewijzen dat een gebrek niet aan hem is toe te rekenen én dat het een gebrek is dat wel bij oplevering is ontdekt, maar niet ergens – bijvoorbeeld in een proces-verbaal van oplevering – is vastgelegd. De aannemer bevindt zich dus in een lastig parket, waardoor de wetswijziging er feitelijk op neerkomt dat een aannemer altijd aansprakelijk is voor niet op het proces-verbaal vermelde gebreken. Ik herhaal dus nog maar hoe belangrijk het voor een aannemer is dat een gedetailleerd en uitgebreid (met beeldmateriaal ondersteund) proces-verbaal voorhanden is.
Opleverdossier
Art. 7:757a BW is ook nieuw. Dit artikel bepaalt dat een zogenaamd opleverdossier door de aannemer voor zijn opdrachtgever wordt samengesteld, én een dossier voor het bevoegd gezag in het kader van de gereedmelding van een bouwwerk. Art. 7:757a BW geldt voor alle vormen van aanneming van werk, en ook in situaties waarin sprake is van een professionele opdrachtgever.
De aannemer moet het opleverdossier bij zijn kennisgeving dat het werk klaar is om te worden opgeleverd aan de opdrachtgever ter beschikking stellen. Het opleverdossier beschrijft het tot stand gebrachte bouwwerk. Art. 7:757a BW bepaalt dat het dossier gegevens en bescheiden moet bevatten die volledig inzicht geven in de nakoming van de overeenkomst door de aannemer en de door hem uitgevoerde werkzaamheden. Dat zijn in elk geval tekeningen en berekeningen van het tot stand gebrachte bouwwerk en de bijbehorende installaties, een beschrijving van de toegepaste materialen en installaties, alsmede gebruiksfuncties van het bouwwerk. Ook moeten gegevens en bescheiden worden toegevoegd die nodig zijn voor het gebruik en het onderhoud van het bouwwerk.
Ervan uitgaand dat art. 7:757a BW wet wordt, is het verstandig om te bezien wat dit voor de aannemers als consequenties heeft. Er is ruimte om contractueel van de wet af te wijken, behalve van art. 7:755 BW, dat ziet op meerwerk, en art. 7:762 BW, dat ziet op het door een aannemer verzwijgen van hem bekende verborgen gebreken. Kortom, partijen kunnen overeenkomen dat in het geheel géén opleverdossier wordt overgelegd, maar ook dat een opleverdossier een andere inhoud heeft dan wettelijk is voorgeschreven.
Hoe het opleverdossier moet worden verstrekt, is in de wet niet bepaald. Dit laat dus de ruimte om het digitaal of in hard copy aan te leveren. Gelet op de toegenomen digitalisering, waaronder BIM, lijkt het digitaal aanleveren van het opleverdossier de te prefereren keuze. Maar spreek bij het sluiten van de aannemingsovereenkomst al af of het bijvoorbeeld enkel digitaal of digitaal én hard copy, of iets anders is.
De wet bepaalt dat de aannemer het opleverdossier ter beschikking stelt op het moment dat hij aankondigt dat hij met zijn werkzaamheden gereed is. Die aankondiging vindt doorgaans eerder plaats dan het feitelijke einde van de werkzaamheden van de aannemer. Om discussies te voorkomen lijkt het derhalve raadzaam om contractueel te bepalen dat het dossier pas bij de oplevering van het werk wordt verstrekt. Verder is het natuurlijk relevant wat er in het opleverdossier moet staan. Als partijen daarover niets anders afspreken, gelden de eisen die de wet daaraan stelt; ik heb die in het voorgaande al genoemd.
Consumentendossier
Om richting te geven aan de inhoud van het opleverdossier, is de Normcommissie Consumentendossier bezig met het opstellen van een Praktijkrichtlijn Consumentendossier (NPR8092). Die document bevat richtlijnen voor alle informatie en aspecten die relevant zijn voor de realisatie van het doel van het ‘Consumentendossier’, en is bedoeld als checklist. Hoewel, de term ‘Consumentendossier’ misleidend lijkt, omdat art. 7:757a BW ook geldt bij professionele opdrachtgevers en de Praktijkrichtlijn die groep mede in beeld heeft.
De Praktijkrichtlijn beoogt de aannemer te verplichten een dossier aan te leveren waaruit blijkt dat de opdrachtgever krijgt wat hij gekocht, dan wel afgesproken heeft. Het dossier dient een handleiding te zijn om vast te stellen of er goed en deugdelijk werk is geleverd. Tevens biedt het aanwijzingen voor gebruik en onderhoud én geeft het punten waarop te letten bij bijvoorbeeld verbouw en/of renovatie. Van de Praktijkrichtlijn maakt ook de ‘Handleiding Goed en Deugdelijk werk’ deel uit. Aardig is dat de eis van ‘goed en deugdelijk werk’ geen wettelijk vereiste is; de wet spreekt alleen over (de eisen uit) het Bouwbesluit. De ‘eisen van goed en deugdelijk werk’ worden doorgaans contractueel bepaald; volgens par. 6 lid 1 UAV-2012. Let bij contractonderhandelingen dus ook op dit aspect: dient de aannemer aan de Praktijkrichtlijn te voldoen, of niet? Dat maakt uit voor de norm langs welke de werkzaamheden van de aannemer worden beoordeeld.
Het opleverdossier is belangrijk, en komt eraan. Het brengt een administratieve last met zich, en een (aanvullende) aansprakelijkheid als het niet tijdig en/niet volledig wordt aangeleverd. Het is van belang bij contractsluiting heldere afspraken te maken over de vorm, de norm en de inhoud van dit opleverdossier.
B.R. (Bard) van Veen is advocaat bij Severijn Hulshof Advocaten te Den Haag. Tel. (070) 304 55 90, E-mail:
b.****@sh***.nl
, www.severijnhulshof.nl. Voor vragen over dit artikel of een cursus UAV, UAV-gc, RAW en/of aanbestedingsrecht, kunt u mij bereiken via het genoemde mailadres.