Zorgvuldig, maar toch onrechtmatig?

Artikel delen

Op 12 januari 2024 heeft de Hoge Raad een interessant arrest gewezen over onrechtmatig handelen (ECLI:NL:HR:2024:17). De kwestie betrof schade aan een groot- en detailhandel in wijnen met daar bovenop een appartement. De schade was ontstaan door funderingswerkzaamheden ten behoeve van de nieuwbouw van naastgelegen winkel met appartementen en een kelder.

Tekst: Bard van Veen

Bouwproject

Het project op de foto is een voorbeeld. Foto: Xella.

Opdrachtgever heeft de vergunde werkzaamheden opgedragen aan aannemer, waaronder het plaatsen van een zogenaamde afzinkkelder. Aannemer is gestart met het afzinken, waarna een deel van de nieuwe kelderwand gescheurd is als gevolg van een obstakel in de bodem. De CAR-verzekeraar wenste overleg met alle betrokkenen, bij gebreke waarvan geen dekking meer zou worden verleend. Opdrachtgever heeft aannemer echter geïnstrueerd om de werkzaamheden voort te zetten voor rekening en risico van opdrachtgever en zonder overleg met de buren.

Kort na de herstart hebben de buren gemeld dat sprake is van ernstige scheurvorming en verzochten de aannemer de werkzaamheden te staken. Aannemer heeft de werkzaamheden doorgezet, waarna de gemeente op verzoek van de buren een inspectie heeft uitgevoerd. Afgesproken is dat dagelijks deformatiemetingen zouden worden gemaakt. Na het gereedkomen van de kelder bleek uit de deformatiemetingen dat het naburige pand verder verzakte. De gemeente heeft vervolgens een bouwstop opgelegd. Na wederom aanvullende maatregelen heeft aannemer ongeveer twee jaar later de kelder uiteindelijk afgebouwd.

De procedure

De inzet van de procedure is duidelijk: de buren vorderen vergoeding van de door hen geleden schade, en stellen dat Aannemer én de eigenaar onrechtmatig hebben gehandeld.

De rechtbank en het hof wijzen de vorderingen af. Beide oordelen dat Aannemer zorgvuldig heeft gehandeld, zowel in de voorbereiding als tijdens de realisatie. Aannemer heeft de vergunning, de berekeningen en tekeningen bestudeerd en het in opdracht van zijn Opdrachtgever uitgevoerde onderzoek, alsmede zelfstandig onderzoek, verricht. Aannemer had een bouwveiligheidsplan opgesteld, nulmetingen gedaan, alsmede monitoringsplannen opgesteld omdat de werkzaamheden die Aannemer zou verrichten inderdaad risicovol waren. Ook had Aannemer onderzoek gedaan naar de fundering van het pand van de buren, en hen verzocht actuele gegevens over de fundering en de belastbaarheid van hun pand te verstrekken; ondanks herhaaldelijke verzoeken hebben de buren dat niet gedaan voordat de werkzaamheden gestart waren. Het wel uitgevoerde funderingsonderzoek is daarmee naar het oordeel van rechtbank en hof niet te beperkt geweest. Sterker nog, beide hebben overwogen dat van de buren als eigenaar van een oud pand met een hoge zettingsgevoeligheid, verwacht mag worden dat zij relevante informatie over het pand delen met Aannemer.

Ook had Aannemer bij de uitvoering van de werkzaamheden zorgvuldig gewerkt, aldus rechtbank en hof. Aannemer heeft conform het bouwveiligheids- en monitoringsplan gehandeld toen zich tijdens de uitvoering problemen voordeden. Aannemer heeft de werkzaamheden stilgelegd, overleg gevoerd en de werkwijze zo nodig aangepast. Dat de CAR-verzekering gezegd heeft dat er gezamenlijk overleg zou moeten plaatsvinden, bij gebreke waarvan geen dekking meer zou worden verleend, maakt dat niet anders. Aannemer had vanwege de bodemsamenstelling en funderingswijze niet extra zorgvuldigheid hoeven betrachten.

Oordeel Hoge Raad

De Advocaat-Generaal die de Hoge Raad adviseert vond dat de buren ongelijk hadden. De Hoge Raad oordeelt anders. Iemand handelt niet automatisch onrechtmatig als schade ontstaat, en schade een (voorzienbaar) gevolg is van die gedraging. Dat is pas het geval als iemand in strijd met een geschreven of ongeschreven norm die juist schade beoogt te voorkomen, handelt.

De Hoge Raad is wel gevoelig voor het argument dat Aannemer hoe dan ook bij de uitvoering van zijn werkzaamheden dient te voorkomen dat aan eigendommen van derden schade ontstaat. Of dat het gevolg is van een zorgvuldige voorbereiding en uitvoering is niet zonder meer relevant. De Hoge Raad overweegt dat aan de bouwwerkzaamheden van Aannemer een aanmerkelijk risico verbonden was dat schade zou ontstaan. Ook al werden de werkzaamheden alleen ten gunste van de Opdrachtgever uitgevoerd en behoort de schade aan het pand niet zomaar tot schade die men moet aanvaarden als een ander nu eenmaal aan het bouwen is. En ook al lag het op de weg van Aannemer om zich inderdaad te verzekeren, dan nog zijn dit omstandigheden die het handelen van Aannemer toch onrechtmatig kunnen laten zijn als schade ontstaat en die schade vervolgens vergoed moet worden. Kortom, ook als Aannemer bij de voorbereiding en uitvoering van de bouwwerkzaamheden voldoende maatregelen heeft genomen om schade te voorkomen aan zaken van derden, én de werkzaamheden op zorgvuldige wijze heeft uitgevoerd, zij toch aansprakelijk kan zijn voor de schade.

Wat valt uit arrest af te leiden?

Het arrest lijkt op een risicoaansprakelijkheid voor aannemers. Immers, als je alles goed hebt voorbereid en uitgevoerd kun je tóch aansprakelijk zijn voor de schade. Welke norm heb je dan overtreden, wat heb je dan fout gedaan? Immers, als jij beter werk levert dan je concurrent, leidt dat tot omzetverlies – dus schade – voor de concurrent, maar dat is niet onrechtmatig.

Betoogd zou kunnen worden dat Aannemer de werkzaamheden überhaupt niet had moeten uitvoeren, omdat hij niet beschikte over de – cruciaal gebleken – informatie van de buren. Uit het feitelijk verloop lijkt voort te vloeien dat die informatie doorslaggevend was voor de uitvoeringswijze. Kortom, de blinde vlek qua informatie had Aannemer moeten weerhouden.

Een andere redenering is zijn dat simpelweg weet dat een uitvoeringsmethode tot schade kan leiden. Als je besluit die werkzaamheden tóch uit te voeren en die schade treedt op, dan is het onzorgvuldig – lees: in strijd met een norm – als je vervolgens de schade niet vergoedt.

Een ander hof moet aan de hand van het oordeel van de Hoge Raad opnieuw naar de feiten kijken. Of dan wel onrechtmatig handelen wordt aangenomen is de vraag. Hoe dan ook, is het laatste woord nog niet gezegd. Wordt vervolgd, zeker door de juristen onder ons.

B.R. (Bard) van Veen is advocaat bij Severijn Hulshof Advocaten te Den Haag. Tel. (070) 304 55 90, E-mail: b.veen@shadv.nl, www.severijnhulshof.nl. Voor vragen over dit artikel, kunt u mij bereiken via het genoemde mailadres. Het geschilnummer van deze zaak is: ECLI:NL:HR:2024:17.