Hoe ga je om met storm?
In februari kreeg Nederland te maken met een drielingstorm. Dudley, Eunice en Franklin zorgden samen voor zes dagen storm op rij, en dat was uniek. De laatste keer dat we een drielingstorm hadden was bijna honderd jaar geleden: in 1928. Gevolg van deze stormen was onder meer veel schade. Ook op bouw- en infralocaties is het belangrijk om rekening te houden met veel wind.
Een doorstaande stormwind is gevaarlijk, maar nog meer risico geven de zware windstoten. Opmerkelijk aan Eunice was dat de hoogst gemeten windstoot niet aan de kust, maar boven land voorkwam. Op KNMI-weerstation Cabauw, bij Lopik, werd een windsnelheid van 145 kilometer per uur gemeten. Niet eerder werd in ons land zo ver landinwaarts zo’n zware windstoot gemeten.
Storm, maar vooral zware windstoten kunnen leiden tot steigers die omwaaien, net gestelde betonelementen die omvallen, materialen die wegwaaien en complete constructies die door de wind opgetild en verplaatst worden. Dit soort zaken kunnen leiden tot financiële schade en veel erger, letselschade. Werknemers, maar ook omstanders, kunnen bij wind blootgesteld worden aan de volgende gevaren:
- Werknemers kunnen door de kracht van de wind hun evenwicht verliezen en omvergeblazen worden.
- Bekneld raken. Door het omvallen of bewegen van materiaal of arbeidsmiddelen, maar ook bijvoorbeeld bomen die omvallen.
- Geraakt worden door rondvliegende delen. Materiaal kan door de wind meegenomen worden en daarbij gebouwen en personen treffen.
- Auto’s die door windvlagen het werkvak/locatie in rijden.
Beheersmaatregelen
Welke beheersmaatregelen moet je nemen en waar vind je informatie over deze maatregelen? Om te weten met welke windkracht je te maken hebt en kunt krijgen zijn er diverse websites die je kunt raadplegen. Voorbeelden hiervan zijn www.knmi.nl, www.buienradar.nl en www.weerplaza.nl. Ook windmeters kunnen behulpzaam zijn. Deze zijn onder andere te vinden bij mobiele kranen.
Er bestaan enkele vuistregels voor windkracht. Denk er echter wel aan dat de informatie in de gebruikershandleidingen van fabrikanten leidend zijn voor arbeidsmiddelen die je gebruikt:
- Windkracht 6 en hoger. Stop met werken in werkbakken, hangsteigers (gezekerd of op de grond), rolsteigers (gedemonteerd of verankerd) en stoppen met hijsen van grote elementen. Werk niet meer op een ladder of trap.
- Windkracht 7 en hoger. Stop met hijswerkzaamheden. Stop met werken op daken en stop met heien.
- Windkracht 8 en hoger. Stop met werken op steigers.
Algemene beheersmaatregelen
Algemene beheersmaatregelen zijn maatregelen die je normaliter al moet nemen, voordat de wind in kracht toeneemt.
- Houd de bouwlocatie opgeruimd.
- Zeker bouwhekken tegen omvallen en omwaaien.
- Plaats wegafzettingen.
- Bevestig ladders en trappen aan vaste punten.
- Zeker materiaal tegen omvallen, verschuiven of wegglijden.
- Stapel materiaal niet te hoog op.
- Open verpakkingen of verwijder bindmateriaal op het laatste moment.
- Sla lichte materialen binnen op of verzwaar ze met ballast.