Hoofdlijnenakkoord wil grote impuls infrastructuur

Artikel delen

‘Een grote impuls in woningbouw, infrastructuur, bereikbaarheid en energietransitie’, lezen we bij de hoofdpunten op de eerste pagina van het Hoofdlijnenakkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB dat op 16 mei naar buiten kwam. Voor woningbouw, infrastructuur en de bereikbaarheid staat daarbij de gebiedsgerichte benadering voorop; elke regio telt. Om de bereikbaarheid in heel Nederland, ook op lange termijn, op orde te houden en verder te verbeteren, is volgens de partijen actie nodig.

Foto: Rijkswaterstaat

Er is de komende jaren een grote onderhoudsopgave. Doel is instandhouding van de minimaal benodigde basiskwaliteit van de bestaande weg-, waterweg- en OV-infrastructuur. Aanvullend – bij voldoende personeel, vergunningsruimte en middelen – worden de zeventien gepauzeerde projecten opgepakt. Voorbeelden zijn A1/A30 (Barneveld Oost), A67 (Leenderheide – Geldrop), Volkerak- en Kreekraksluizen en de vaarweg IJsselmeer – Meppel. Prioritaire knelpunten in het OV en op het water zijn volgens het akkoord de Nedersaksenlijn (Groningen – Almelo/Enschede), de OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer en de bevaarbaarheid van de IJssel. Opvallend is verder dat de maximumsnelheid op de snelweg – daar waar dat kan – weer wordt verhoogd naar 130 kilometer per uur.

Bij spoorverbindingen wordt per regio bezien wat nodig is, waarbij niet alleen focus ligt op de grote steden. In de grensregio’s is een goede aansluiting van spoorverbindingen met het buurland essentieel. Verder wordt de aanleg van de Lelylijn voortgezet, waarbij met de aanleg wordt gestart in Groningen indien dit uitvoeringstechnisch mogelijk is. Internationaal spoorvervoer wordt bevorderd door barrières voor nieuwe toetreders weg te nemen. Er komt een voorstel voor grensoverschrijdend spoorvervoer inclusief de aansluiting van vijf treinstations op internationale hsl-lijnen (bijvoorbeeld Hengelo, Venlo, Heerlen, Groningen en Zwolle). Tot slot blijft verduurzaming van het wagenpark gestimuleerd worden. De elektrische rijder gaat eerlijk bijdragen, om de opbrengsten op de lange termijn houdbaar te houden.

Klimaatadaptatie

Om goed voorbereid te zijn op de toekomst wordt er volgens het Hoofdlijnenakkoord stevig ingezet op klimaatadaptatie. De adaptatie-aanpak wordt geactualiseerd, met in ieder geval aandacht voor de gevolgen van verdroging voor onder andere de voedselproductie en funderingsschade aan gebouwen en infrastructuur en de beschikbaarheid van zoetwater (ook in relatie tot verzilting). Ook lezen we dat de rivieren van groot belang zijn voor Nederland, voor goederenvervoer per binnenvaart, maar ook voor de zoetwaterbeschikbaarheid, waterberging, natuur en recreatie. Het programma Ruimte voor de Rivier verder wordt geactualiseerd, rivieren blijven bevaarbaar en krijgen meer ruimte. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt herijkt om te borgen dat onze dijken ook in de toekomst voldoende en tijdig bescherming bieden.

Het oplossen van netcongestie krijgt verder voorrang, waarbij de regie bij het kabinet ligt, onder andere als het gaat om (her-)prioritering van wie wanneer op het net wordt aangesloten. De leveringszekerheid wordt veiliggesteld. Er worden langetermijncontracten afgesloten voor gas en er worden reserves aangelegd voor gas en kritieke grondstoffen. Geen Gronings gas meer: gaswinning op de Noordzee wordt opgeschaald. Windmolens komen zoveel mogelijk op zee, in plaats van op land, waarbij eerst gekeken wordt naar ruimte voor de visserij.

De kerncentrale in Borssele blijft open; de bouw van twee kerncentrales wordt doorgezet. Daarnaast komen er twee extra kerncentrales, waarbij ook de mogelijkheden voor meerdere kleine centrales worden betrokken. Een goede ruimtelijke inpassing van de centrales is cruciaal, ook voor het draagvlak. De overheid draagt met publiek-private samenwerking en kennisontwikkeling bij aan de bouw.