Inzake SROI

Artikel delen

Moet Social Return on investment (SROI) aangepast worden? Deze vraag heeft de Commissie Arbeidszaken van MKB Infra zich gesteld, want het blijft een heikel punt waar vele ondernemers mee worstelen. Voorop blijft staan dat SROI uit de concurrentiesfeer moet blijven. Dat wil zeggen dat deze buiten bpkv en emvi gehouden moet worden. De werking van de sroi-verplichting moet voor iedere inschrijver op dezelfde manier gelden.

Ook heeft de ervaring inmiddels wel geleerd, dat kortlopende, projectgebonden besteding van de sroi-gelden weinig oplevert. De sroi-maatregel zou van toegevoegde waarde kunnen zijn, als het geld ingezet wordt voor de structurele instroom van nieuwe vakmensen met daaraan gekoppeld een opleidingstraject dat leidt tot duurzame inzet van leerlingen, zij-instromers en mensen met een beperking. Dat betekent in de praktijk volgens de commissie, dat vooraf de competenties en capaciteiten worden getoetst van de instromers. De beheersing van de Nederlandse taal is een must. Want als de mensen op de werkvloer elkaar niet begrijpen, kan dit tot gevaarlijke situaties leiden.

Verder, aldus de commissie, is het zinvol om van de opdrachtgever te eisen dat hij elk project toetst aan sroi-geschiktheid. Want lang niet alle projecten lenen zich voor sroi. En doordat het aantal werkzoekenden duidelijk is afgenomen moet ook het gevraagde percentage van de loonsom beschikbaar voor sroi duidelijk neerwaarts worden bijgesteld.

Ten slotte moet sroi een samenwerking en gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en bedrijfsleven zijn met ieder zijn eigen verantwoordelijkheden. De overheid toetst de competenties en capaciteiten en verzorgt zo nodig de opleiding Nederlandse taal. Het bedrijfsleven geeft invulling aan de vaktechnische opleiding .