Gewoon doen!
Bureaucratie kost veel geld en staat vooruitgang in de weg. Johan en Kim Middelkamp, gesecondeerd door Herald Kottink, vertellen over innovatieve ontwikkelingen bij Sallandse Wegenbouw. ‘Gewoon doen’ is hun devies en dat leidt tot samenwerking met andere partijen. Hierdoor komen opmerkelijke maatschappelijke vernieuwingen en productinnovaties tot stand. Waarde creëren komt eerst, winst maken is secundair.
Tekst: Arie Grevers
Beeld: Kees Stuip en Sallandse Wegenbouw
Soms lijkt het of het toeval de ondernemer goedgezind moet zijn om succes te kunnen hebben. Maar geluk bestaat niet uit louter toeval. Het heeft te maken met ondernemersinstinct en heldere keuzes maken die aanslaan in een complexe samenleving. Maar ook een duidelijke visie hebben op de doelstellingen, die visie delen in je netwerk van opdrachtgevers, ondernemers en maatschappelijke instanties en ten slotte kansen zien om samen met anderen nieuwe producten te ontwikkelen. Dit soort gedachteconstructies over voorbeeldig ondernemerschap komen als vanzelf omhoog tijdens een vraaggesprek over innovatieve ontwikkelingen bij Sallandse Wegenbouw met Kim (New Business) en Johan Middelkamp (directeur) en Herald Kottink (Sallandse United).
Johan: “Dat zijn natuurlijk leuke overwegingen en voor een deel zijn ze waar, maar zo gaat het in de praktijk natuurlijk niet altijd. Wie vernieuwen wil, moet in ieder geval over een flinke dosis doorzettingsvermogen beschikken. Je start een ontwikkeling op, zoekt de juiste partners erbij, stoot tien keer je neus en soms lukt het dan en soms ook niet. Ooit zijn we begonnen met helofytenfilters. Dat leek een veel belovende nieuwe loot aan ons programma, maar heeft het niet gehaald.”
Ontwikkeling Collectorveld
Met het Collectorveld loopt het anders. Sallandse Wegenbouw, of beter één van de drie dochterondernemingen, Sallandse United, werkte samen met de partners SuperSub en Unica aan het Collectorveld. Dat is een sportveld dat warmte-energie kan leveren aan wel 160 nieuwbouwwoningen. Herald Kottink: “Op een basis van schuimbeton komt een kunststof mat waarin dunne leidingen geklemd worden als bij vloerverwarming. Daaroverheen komt de kunststof grasmat. Anders dan bij vloerverwarming geeft de vloeistof in de leidingen geen warmte af, maar neemt juist warmte op. Bijkomend voordeel: de grasmat voelt koeler aan en dat is aangenaam voor de sporters. In de zomer kan de temperatuur van de grasmat oplopen tot wel 70 graden Celsius.”
Kim Middelkamp: “Je kunt de warmte direct inzetten door bijvoorbeeld het water van een naastgelegen zwembad op te warmen, leveren aan een warmtenet of gebruiken voor warm tapwater in woningen. Maar het is ook mogelijk de warmte op te slaan in een wko-systeem en deze via een warmtepomp ’s winters in te zetten voor de verwarming van woningen in de omgeving.”
De ideeën over het Collectorveld waren nog in een rudimentaire fase toen de provincie Overijssel een uitvraag deed voor energieleverende sportvelden. De aanbesteding werd gewonnen door Sallandse United en de partners. De provincie maakte geld vrij voor de doorontwikkeling van het Collectorveld en nam voor een deel het risico over. Als het een succes zou worden, dan moesten de samenwerkende partijen de lening terugbetalen. Zou het niks worden, dan werd de lening kwijtgescholden
Voorbeeldig opdrachtgeverschap
Een opdrachtgever die het belang inziet van innovaties met een maatschappelijke impact – in dit geval een betekenisvolle bijdrage aan de energietransitie – en daar tijd en geld voor vrijmaakt in de uitvraag, is uitzonderlijk. Kennelijk ziet de provincie in, dat de innovatieve slagkracht van het mkb-segment een goede bijdrage kan leveren aan het oplossen van hedendaagse vraagstukken. Het mes snijdt aan twee kanten. Enerzijds versterkt de aanpak de positie van het lokale mkb door een nieuwe markt kansen te bieden. Daardoor levert de provincie ook een bijdrage aan de baanzekerheid van medewerkers van bedrijven in de regio. Anderzijds maakt de aanpak de weg vrij voor een brede toepassing van de innovatie om aldus de energietransitie te versnellen. Johan: “De provincie Overijssel verdient een dikke pluim voor dat inzicht.”
Visie lastig te communiceren
Johan en Kim vinden het soms lastig hun visie op het ondernemerschap, waarin winst maken in dienst staat van maatschappelijke waarde creëren, over het voetlicht te brengen. Kim: “Ons bedrijf heet Sallandse Wegenbouw en het grote publiek associeert ons werk nog altijd met dampende machines die een asfaltlaag aanbrengen. Maar ons werk omvat inmiddels zoveel meer. Het vergt van ons een voortdurende inspanning om telkens te wijzen op het belang van ons werk voor het functioneren van de samenleving. Jonge mensen willen graag een steentje bijdragen aan een betere wereld. We slagen er nog onvoldoende in om aan hen over te brengen dat ze in onze bedrijfstak dan aan het goede adres zijn. We doen wel ons best door op scholen onze boodschap uit te dragen, maar dat is te weinig. Je ziet nog steeds dat het aantal leerlingen voor het infravak terugloopt.”
Johan: “Er is op scholen ook een gebrek aan kennis over de stand van zaken in onze bedrijfstak. Ik heb op een hogeschool onlangs een lezing over ‘inclusief ondernemen’ gehouden. Nou, dat vonden de docenten heel interessant en vernieuwend. Ze waren wel verbaasd, toen ik zei dat we al dertig jaar zo werken.”
Beiden vinden dat hier ook een taak is weggelegd voor de brancheorganisaties. Johan: “Soms denk ik dat we binnen de brancheorganisaties – en dan heb ik het niet alleen over MKB INFRA – het roer helemaal om moeten gooien. We moeten ons veel sterker dan nu het geval is profileren als een bedrijfstak die ervoor zorgt dat onze samenleving kan functioneren en tegelijkertijd ook klimaatdoelstellingen en de energietransitie kan realiseren. Het gaat nu nog te vaak over vierkante meters asfalt en meters leidingen en buizen. Op de overkoepelende thema’s kunnen we waarde toevoegen.”
Dynamisch op Weg
Waarde toevoegen. Dat geldt ook zeker voor een andere vernieuwende ontwikkeling die door Sallandse Wegenbouw is gestart: werk-leerbedrijf Dynamisch op Weg. Deze is voortgekomen uit onvrede over de effectiviteit van regelingen (onder meer social return on investment, sroi en PSO), die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan zouden moeten helpen. Daarnaast uit de behoefte om structureel iets te doen voor leerlingen die buiten de boot vallen, hetzij door eigen toedoen of door bureaucratische overkill. Het initiatief past heel goed bij het inclusieve personeelsbeleid dat Johan al decennialang praktiseert. Niet voor niks was Sallandse Wegenbouw de eerst aannemer die het PSO-certificaat mocht ontvangen. De Prestatielader Socialer Ondernemen is een wetenschappelijk onderbouwd keurmerk van TNO met als doel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen.
Maar wat is er niet goed aan dit soort regelingen? Johan: “Wij hebben hier via sroi een jongen gehad uit de bijstand. Hij voelde zich thuis en dankzij een deskundige begeleiding kon hij prima meekomen. Na drie jaar loopt het contract af en dan moet je kiezen: óf je biedt ‘m een vast dienstverband aan óf hij moest een half jaar plus één dag het bedrijf verlaten om hem dan opnieuw een contract aan te kunnen bieden. Een vast contract is natuurlijk het mooiste, maar je weet dat begeleiding noodzakelijk blijft. En als het een vaste aanstelling wordt, dan telt de werknemer niet meer mee in de PSO-score voor sociaal ondernemerschap. Dus als je het goed doet, word je bestraft. Zo hoort het wat ons betreft niet te gaan.”
Johan vervolgt: “De sroi-regeling is sowieso niet gericht op continuïteit. Voor de duur van het project kan de medewerker met afstand tot de arbeidsmarkt blijven; het zogenaamde draaideur effect. Hij of zij komt in feite geen stap dichterbij een aanstelling met perspectief.”
Ook trekken Kim en Johan zich het lot van de nuggers aan, de niet-uitkeringsgerechtigden. De schattingen van het aantal nuggers lopen uiteen van 80.000 tot 200.000 mensen. Het is voor deze groepen van met name jongeren dat werk-leerbedrijf Dynamisch op Weg (DOW) vier jaar geleden van start ging.
Afspraken op basis van vertrouwen
Johan kwam in 2019 in contact met Hans Bonten, directeur van De Kern, een stichting voor maatschappelijke dienstverlening. Een half A-4tje was genoeg om de hoofdlijnen van de samenwerking waarbij ook Roc Twente aanschoof, vast te leggen. En daarmee gingen de partijen onder het motto ‘Gewoon Doen’ aan de slag. Een contract of dergelijke kwam er niet aan te pas. Vertrouwen was en is de basis.
Kim: “Er is geen business-model. De mensen kunnen zichzelf aanmelden of door anderen gewezen worden op ons werk-leerbedrijf. Het gaat met name om jongeren die niet succesvol zijn op school of statushouders die geen Nederlands spreken. Deze mensen willen we arbeidsfit maken en/of uitzicht bieden op een baan of beroepsopleiding. Daarna heb je voor honderd procent baangarantie. Eigenlijk hadden we een vliegende start en dat komt mede doordat we een subsidie van twee ton mochten ontvangen via MKB Idee. De Kern kon meteen een medewerker in ons bedrijf detacheren.”
Johan: “De meeste jongeren die zich aanmelden, hebben een rugzakje. Maar daar vragen we niet naar. Ze gaan gewoon direct aan de slag bij ons op de werf. In de werksituatie groeit het onderlinge vertrouwen en als ze dan behoefte hebben om over hun problemen te praten, dan staan we daar natuurlijk voor open. Verder mogen ze zolang blijven als ze dat zelf nodig vinden. Voor de één is dat twee weken en voor de ander een jaar. Belangrijk is dat ze bij ons mogen ontdekken waar ze plezier in hebben, want daar ben je doorgaans het beste in. We leiden dus niet op voor het infravak. Als je aan het spoor wilt werken of in een fabriek, dan zoeken wij daar via ons netwerk een passende werkgever bij. Bevalt het niet dan kun je altijd terugkomen. We denken in competenties, niet in diploma’s.”
Stop de bureaucratie
Inmiddels hebben in vier jaar tijd tachtig jongeren deelgenomen aan het DOW-programma. Maar liefst 75 % van hen hebben een baan gevonden of zijn weer naar school gegaan. Dynamisch op Weg (DOW) blijkt te werken. Kim: “Het kost ons een dag per week en op jaarbasis in euro’s ongeveer anderhalve ton. We doen dit omdat we het leuk en zinvol vinden. Het past bij onze visie. We hoeven er niet aan te verdienen, maar de grens van wat het mag kosten is bereikt.” Johan: “Bij de branches hoeven we niet aan te kloppen, want Dynamisch op Weg is brancheoverstijgend. We kunnen onmogelijk bij al die branches onze hand ophouden.”
Onderzoek van Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) wijst uit dat de initiatiefnemers van DOW tegen lage kosten heel effectief een maatschappelijk probleem oplossen. Johan en Kim verwachten daarvoor zo langzamerhand erkenning en wat meer financiële steun vanuit de politieke bestuurslagen. Afgezet tegen andere initiatieven doen ze het gewoon goed.
Johan: “Ik geloof niet dat ik overdrijf als ik zeg dat we de samenleving met ons initiatief zeker drie ton op jaarbasis besparen. Stop met de bureaucratische rompslomp en kijk naar wat je kunt verdienen met elkaar. Dan heb ik het nog niet eens over de impact op de thuissituatie als zo’n jongen of meisje een baan krijgt. De jongere hangt niet meer de hele dag thuis op de bank, maar verdient een behoorlijk inkomen en kan een toekomst opbouwen. En daar doen we het uiteindelijk voor.”
Financiële steun noodzakelijk
De problematiek omtrent de financiering waar Johan en de zijnen mee worstelen is breed uitgezet. Dit voorjaar zal duidelijk worden of het DOW-initiatief wordt voorgezet. Als de gemeenten, provincie of rijksoverheid het belang niet inzien van het prachtige initiatief, dan is dat behalve een grote schande ook het einde van Dynamisch op Weg.