Oerwoud gebaat bij grootschalige toepassing FSC hardhout

Artikel delen

“We moeten meer FSC-gecertificeerd hardhout gebruiken om het tropisch oerwoud te beschermen”, aldus klimaatdeskundige Reinier van den Berg, op de bijeenkomst ‘Tour door het Hout’, bij Van den Berg Hardhout BV in Lopik. Waterschappen, gemeenten en houthandelaren kwamen op 26 september bijeen om te horen hoe we onze klimaatdoelstellingen kunnen vertalen naar de praktijk. En dat is verrassend genoeg dus niet door minder FSC hardhout te gebruiken, maar meer. GWW Totaal sloot aan bij de ‘Tour’, om te horen waarom we massaal voor FSC hardhout moeten kiezen.

Meteoroloog, bekende weerman en klimaatdeskundige Reinier van den Berg sprak uitgebreid bij Van den Berg Hardhout BV. Wacht eens even: hier is toch geen sprake van familiebanden, waardoor hardhout eens even stevig gepromoot moet worden? Nee, gelukkig, daar is geen sprake van. We kunnen dus onbevooroordeeld de visie van Van den Berg tot ons nemen. Maar niet nadat we eerst welkom zijn geheten door Albert Oudenaarden, directeur van de hardhout groothandel, waar alleen FSC-gecertificeerd hardhout wordt geïmporteerd, bewerkt en verkocht. “Wist u dat er in een duurzaam beheerd bos per hectare maar drie tot vijf bomen worden gekapt? Vervolgens wordt dit bosperceel maar liefst 25 jaar met rust gelaten! Daarbij wordt er tijdens de kap en transport ook zo min mogelijk bos beschadigd. En de keuze van de te kappen bomen wordt bepaald door de biodiversiteit en niet door economische motieven, zoals vraag naar een bepaalde houtsoort. Tot slot krijgt iedere gekapte boom een uniek nummer, zodat later altijd is te traceren wat de afkomst is van het hout. En de plaatselijke bevolking verdient er ook een goede boterham aan. Kies dus voor FSC gecertificeerd hardhout!”

Klimaatdeskundige Reinier van den Berg: “Hoe meer FSC hardhout we kopen, hoe meer hectares oerwoud er duurzaam beheerd kunnen worden!”

Klimaat op hol

Reinier van den Berg gaat vervolgens in op het belang van bosbehoud: “Bomen slaan tijdens hun groei CO2 op. Na het oogsten van het hout voor industriële doeleinden – dus niet voor verbranding – blijft deze CO2 opgeslagen in het hout. Deze CO2-opslag blijft van toepassing zolang het hout als product wordt gebruikt. Feitelijk betekent meer bos, dat er dus meer CO2 uit de atmosfeer wordt opgenomen. Vergelijk de bossen op aarde maar met een soort superstofzuigers die CO2 opnemen.”
Maar wat is het belang van een grotere CO2-opname? Dat wordt de aanwezigen snel duidelijk als Van den Berg de opwarming van de aarde in kaart brengt. “Over twintig jaar is de afgelopen zomer normaal geworden. Althans, qua temperatuur. De uitzonderlijk droogte in de zomer 2018 past minder goed in de trend. Het KNMI verwacht dat de opwarming juist leidt tot zwaardere buien in de zomer, doordat de waterkringloop (verdamping, neerslag, afvoer naar oppervlaktewater, red.) zich versnelt. Jaarlijks valt er nu op gemiddeld negen dagen ergens in het land meer dan 50 mm, terwijl dat vorige eeuw nog op vijf dagen was. In de vorige eeuw viel er gemiddeld 750 mm per jaar, nu al 850 mm. Maar wat ook geldt; de uitersten worden steeds extremer. Door geblokkeerde luchtdrukpatronen kan het dus evengoed ineens maanden erg droog zijn. Dat zien we ook in landen als Californië met grote bosbranden. Maar ook elders in de wereld verdwijnen er grote meren.”

De weerman toont beelden van steeds zwaardere orkanen, smeltende poolkappen en gletsjers. “Groenland verliest jaarlijkse 286 miljard ton ijs en het ijsverlies op Antarctica is in tien jaar tijd verdrievoudigd. Wetenschappers denken nu dat dit in 2100 kan leiden tot een zeespiegelstijging van 0,50 tot 1,50 meter. Maar zelfs 1,80 meter is volgens onderzoek van onder andere de Universiteit Utrecht niet ondenkbaar. Tel daar bij op dat de bodem in het westen daalt, dan verdwijnt straks half Nederland onder water als we niets doen. En kom nu niet met die verhalen dat de opwarming niet door de mensen wordt veroorzaakt, want de bewijzen zijn inmiddels overduidelijk: de aarde warmt razendsnel op. De laatste jaren worden warmterecords op warmterecords gestapeld: 2006, 2007, 2011, 2014, 2015 en 2017: allemaal in de top 6 van warmste jaren.”

Het tij keren

We kunnen het tij keren, stelt Van den Berg. Het angstzweet is een ieder al uitgebroken, maar er blijkt nog hoop te zijn. Maar dan moeten we wel stappen gaan zetten, anders moeten onze kleinkinderen met de boot naar school. “In het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 is vastgelegd de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de twee graden Celsius, met het streven een maximale temperatuurstijging van anderhalve graad Celsius te realiseren. Dat vraagt om een drastische reductie van het gebruik van fossiele energie en beperking van de CO2-uitstoot, tot dichtbij nul in het jaar 2050.”

De weerman noemt de vijf pijlers onder een duurzaam beleid: vegetatie en herbebossing, energiebesparing, energietransitie, afval en grondstoffen en fair trade. In het kader van deze bijeenkomst focussen we ons op vegetatie en herbebossing. “We kunnen op dat gebied echt veel. Op 3 juli 2017 zijn er in India 66 miljoen bomen geplant in twaalf uur! In Nederland heeft Rijkswaterstaat eens het voortvarende plan genoemd om langs snelwegen 100.000 hectare bos te planten. Dat heeft veel voordelen. Naast een grotere CO2-opname, leidt een bosrand langs de weg ook tot absorptie van geluid en fijnstof, buffering van regenwater en toename van de biodiversiteit. Een ander leuk neveneffect is dat de bosranden wind tegenhouden, waardoor je zuiniger kunt rijden. Maar ja, dit plan kost wel vijf miljard euro. Jammer dat we dan al twee miljard weggeven aan de afschaffing van de dividendbelasting. Overigens leidt meer groen in de binnensteden tot dezelfde voordelen, inclusief het verminderen van hittestress.”
De klimaatdeskundige ging in 2017 mee met een FSC studiereis naar Brazilië en Suriname om met eigen ogen te zien wat duurzaam FSC bosbeheer nu inhoudt. “Het is triest te zien hoe daar hele percelen bos worden platgebrand of gekapt voor landbouw of de teelt van soja of palmolie. De bossen die onder beheer van FSC vallen, zijn verdeeld in percelen van een hectare. Uit ieder perceel worden zorgvuldig drie tot vijf bomen geselecteerd, waarvan de kap geen nadelige gevolgen heeft voor de biodiversiteit. Ook wordt de valrichting zo bepaald, dat er zo min mogelijk schade aan het omliggende bos optreedt. Uiteindelijk worden de stammen via zo smal mogelijke sleepsporen weggehaald.”

Mark Kemna, Manager FSC Netwerk bij FSC Nederland, was ook bij de reis aanwezig: “Ik zou liegen als het me niets doet dat zo’n woudreus kreunend omvalt. Maar je weet ook dat het oerwoud er niet op achteruit gaat. Sterker nog: op de open plek zien je al snel nieuwe planten en bomen groeien, waardoor de biodiversiteit toeneemt.” Kemna laat luchtfoto’s zien van open plekken en sleepwegen in het oerwoud waar woudreuzen zijn gekapt en afgevoerd. Op een foto twaalf jaar later is er geen open plek meer te zien. Pas na 25 jaar volgt er weer een kap van enkele bomen. “In die tijd heeft ook het bodemleven zich hersteld.” Van den Berg knikt en besluit: “Het is dus duidelijk dat we meer FSC hardhout moeten gebruiken. Hoe meer we kopen, hoe meer hectares oerwoud er duurzaam beheerd kunnen worden!”

Tijdens de rondleiding spreekt onder meer Arno Scheepens (rechts), manager EY Climate Change and Sustainability services. Mark Kemna (midden) van FSC Nederland en gastheer Albert Oudenaarden, directeur Van den Berg Hardhout zijn enthousiaste luisteraars.

FSC hout is goedkoper

Het gezelschap wordt uitgenodigd voor een rondleiding op het terrein van Van den Berg Hardhout. Een onbewolkte hemel en aangename temperaturen maken de wandeling tussen de imposante hoeveelheid hardhout op het terrein een heerlijke leergang. Overal zijn de stickers te zien met FSC keurmerk en een uniek nummer. “Met dit nummer kun je dus achterhalen van welk bosperceel dit hout afkomstig is”, legt Albert Oudenaarden uit.
In de overdekte hal met houtopslag staat Arno Scheepens, manager EY Climate Change and Sustainability services. “De gedachte is vaak dat FSC hardhout veel duurder is dan ongecertificeerd hardhout. Het is aanschaf weliswaar een stukje duurder dan hout van discutabele herkomst. Maar de kosten van de keuze voor fout hout, waar we als samenleving voor opdraaien, waren tot voor kort niet erg inzichtelijk. FSC Nederland heeft daarom met ondersteuning van EY de FSC Impactcalculator ontwikkeld. Deze laat zien welke mogelijke schade je kunt voorkomen aan klimaat en biodiversiteit door te kiezen voor FSC-hout. En het drukt die schade uit in harde euro’s.”
In de calculator zijn 32 tropische houtsoorten opgenomen uit de regio’s Zuid-Amerika, Afrika en Azië, die verkrijgbaar zijn in FSC. In de lijst vinden we veel toegepaste soorten voor de bouw zoals meranti, mahonie en iroko. Na het invullen van de gebruikte houtsoort en de hoeveelheid (in m3) rekent de calculator uit welke milieukosten vermeden worden door gebruik van FSC-hout. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen schade aan klimaat en verlies aan biodiversiteit.
De Impactcalculator werd begin dit jaar voor het eerst toegepast op de bouw van een bijzondere fietsbrug over de rijksweg A28 bij Harderwijk. De brug is grotendeels van hout, daarbij is 147 m3 FSC-gecertificeerd Azobé toegepast, een tropische houtsoort uit Kameroen. Totale kosten voor de brug: 2,9 miljoen euro. Mark Kemna: “De meerkosten voor het FSC hout waren € 8.000,-. In geval niet-gecertificeerd hout in dit project zou zijn toegepast, en daardoor ontbossing optreedt, stijgen de maatschappelijke kosten voor dit project met meer dan € 600.000,-. Die externe kosten vanwege schade aan klimaat en biodiversiteit, die de samenleving moet ophoesten, zijn vermeden door gebruik van FSC-hout. De prijs die we betalen voor FSC-hout is echt een reële prijs: duurzaam bosbeheer vraagt veel investeringen van de bosbeheerder, en de zeer selectieve kap levert per hectare bos natuurlijk minder geld op. Ik zou het daarom graag omdraaien: niet-gecertificeerd hout is veel te goedkoop!”

In de schaverij zien we planken voor beschoeiingen, die voor een klein deel uit hardhout bestaan en de rest naaldhout. De verbinding is gevingerlast. “Het naaldhout bevindt zich permanent onder water. Daar komt geen zuurstof bij, dus hoef je daar geen hardhout te gebruiken”, legt Oudenaarden uit.

Circulair materiaal

Verderop het terrein staat Eric de Munck, projectleider van Centrum Hout, bij een stapel hardhout: “We hebben het tegenwoordig allemaal over de circulaire economie. Maar dan spreekt men vaak alleen over fietspaden van gerecycled plastic, betongranulaat en circulaire bestrating. Waar is dan hout? Dat is het meest biobased en circulaire bouwmateriaal dat nu al direct voor handen is. En ook nog duurzaam beheerd. Het is hernieuwbaar en de natuur breekt het zelf af. Hout is niet alleen biobased, maar ook prima recyclebaar: wist u dat al 25 procent van de houten damwanden wordt hergebruikt?”

In de schaverij zien we planken voor beschoeiingen, die voor een klein deel uit hardhout bestaan en de rest naaldhout. De verbinding is gevingerlast. “Het naaldhout bevindt zich permanent onder water. Daar komt geen zuurstof bij, dus hoef je daar geen hardhout te gebruiken”, legt Oudenaarden uit.

De Munck toont in de stralende zon een grafiek met de milieukosten per vierkante meter houten, gerecycled pvc, virgin pvc en stalen damwand. “De houten damwand scoort veruit het beste op milieugebied: damwanden van gerecycled kunststof veroorzaken 21 keer meer, van ‘virgin’ kunststof 24 keer meer en stalen damwanden zelfs 140 keer meer milieuschade dan damwanden van duurzaam geproduceerd tropisch hout. Opvallend is dat het milieuvoordeel van gerecycled kunststof relatief laag is: dat komt doordat voor het proces veel energie nodig is.” In de studie door EY in 2016 is de milieubelasting van zes typen damwand onderling vergeleken. Hierbij werden de meest gebruikte damwandhoutsoorten: Azobé en Okan (Afrika) en Angelim vermelho (Zuid-Amerika) onderzocht. De aangehouden levensduur van damwanden is, zoals door veel gemeenten geëist, 30 jaar voor hout en kunststof en 100 jaar voor de stalen damwand.
En hoe zit het dan met de enorme transportafstand van tropisch hardhout? Dat is toch ook niet gunstig voor het milieu? Volgens De Munck valt dat wel mee: “Gebleken is dat de milieukosten van dat transport gering zijn. Dat komt onder meer doordat er heel veel hout op zo’n vrachtschip past.” Een ander punt van aandacht is het steeds maar door opdrachtgevers verder verlengen van de voorgeschreven levensduur: “Dat is op basis van Total Cost of Ownership – levensduurkosten – bij hout helemaal niet nodig. Je kunt het rustig een keer vervangen tijdens de levensduur. Door slim te ontwerpen valt de overlast bij vervanging ook erg mee. Bovendien dalen je milieukosten, dus kun je eerder vervangen. We hebben allemaal de mondvol over EMVI en duurzame gww, maar dan zeg ik: handel daar dan ook naar in de praktijk!”

Eric de Munck, projectleider van Centrum Hout: “Hout is het meest biobased, circulaire bouwmateriaal dat nu al direct voor handen is.”

Houthandel

Het gezelschap vervolgt de tour over het terrein en stopt bij een houten platform met flipover, waar Arjan de Jong van GWW Houtimport – dat het terrein deelt met Van den Berg Hardhout – heeft plaatsgenomen. “Er zijn meerdere hardhoutsoorten geschikt voor bijvoorbeeld damwanden. Het vervelende is dat aannemers alleen in bepaalde hardhoutsoorten en sterkteklassen denken en niet in toepassingen. Dan willen ze op korte termijn 100 meter damwand van FSC gecertificeerd Azobé in sterkteklasse D70, maar dat is er dan niet. Dan gaat de aannemer elders op zoek naar Azobé, terwijl we een prima alternatief hebben, zoals Angelim vermelho in sterkteklasse D50. Het is daarom verstandig om de houthandel al in een vroegtijdig stadium in te schakelen. Dan kunnen we samen naar de specificaties kijken en de geschikte en tevens voorradige houtsoort daarbij zoeken. Je hoeft voor damwanden echt geen sterkteklasse D70 te hebben. En door de opkomst van hardhout uit duurzaam beheerde bossen zullen bepaalde houtsoorten in sommige tijden lastiger leverbaar zijn dan andere, terwijl andere houtsoorten ook aan de specificaties voldoen. We moeten af van denken in houtsoorten. Daar moeten aannemers duidelijk nog aan wennen.”
In de afsluitende discussie die weer binnen plaatsvindt, blijkt dat ook gemeenten en waterschappen al snel kiezen voor traditionele oplossingen voor damwanden, beschoeiingen en fietsbruggen. Uit de discussie blijkt dat veel gemeenten en waterschappen duurzaamheid op de eerste pagina van hun beleidsplannen hebben staan en ook graag bereid zijn green deals en groene convenanten te ondertekenen. Maar vervolgens wordt de ambitie niet doorvertaald naar de ambtelijke organisatie. Ambtenaren handelen dus ook niet naar het gedachtengoed hoger in de organisatie. Dus heerst er op de werkvloer de waan van de dag er wordt er niet bewust gekozen voor FSC hardhout. Kemna besluit: “Daar ligt nog een opgave voor ons: een stuk bewustwording op de werkvloer bij gemeenten en waterschappen en bij aannemers.” Gelukkig was GWW Totaal aanwezig op die boodschap breed uit te dragen.

Arjan de Jong van GWW Houtimport: “We moeten af van denken in houtsoorten. Daar moeten aannemers duidelijk nog aan wennen.”


Zelf impact berekenen

Gedurende de ‘Tour door het Hout’ zijn twee tools gepresenteerd om de positieve impact van het gebruik van FSC-hout te berekenen. De link naar de Impactpagina op de FSC website (met onderaan de link naar de tools): www.fsc.nl/nl-nl/fsc/impact.