Open MKB Convenanten blijken succes

Artikel delen

Faalkosten vermijden, kennis eerder delen bij projecten en het uitdragen van leerervaringen zijn belangrijke speerpunten bij het Open MKB Convenant. Ooit in 2011 begonnen als een convenant tussen Rotterdam en de Stichting Rondom GWW, wordt dit initiatief inmiddels ook opgepakt in veel andere steden. GWW Totaal ging langs bij de initiator van het Open MKB Convenant: Albert Martinus, tevens MKB Infra bestuurslid, lid van de Taskforce Bouw en voorzitter Stichting Rondom GWW.

Tekst: ing. Frank de Groot

Albert Martinus, initiator van het Open MKB Convenant: “We kunnen de nieuwe uitdagingen die op de GWW-sector afkomen alleen aan wanneer we willen samenwerken en leren vanuit de praktijk. Het Open MKB Convenant is op dat principe gebaseerd.”

We komen aan bij het opvallende hoofdkantoor van Lindeloof BV. Voorover hellende gevels en een grote hellingbaan die de bezoeker naar de entree op de eerste verdieping brengt. Eenmaal binnen vallen de prachtige zichtlijnen en transparantie op. Het is duidelijk: we zijn niet bij een dertien in een dozijn bedrijf beland. Het enorm brede werkgebied van het bedrijf in Hellevoetsluis laat zich het best beschrijven als het ontwerp, aanleg en beheer van openbare ruimte en private terreinen, zowel onder als boven de grond. “Voor ons bedrijf is integraal ketenbeheer van groot belang. Daarbij werken we samen met onze ketenpartners op basis van gelijkwaardigheid. Kennisdeling en ontwikkeling, klimaatadaptatie, logistiek, veiligheid, circulariteit, energietransitie: er komt enorm veel op ons af. Maar we willen ook faalkosten reduceren. We kunnen die grote opgave alleen aan wanneer we willen leren vanuit de praktijk. Het Open MKB Convenant is op dat principe gebaseerd”, zegt Albert Martinus, directeur van Lindeloof B.V.

Achtergrond

In 2003 startten de gemeente Rotterdam en een aantal lokale en regionale mkb-bedrijven in de grond-, weg-, en waterbouw, waaronder Lindeloof, een dialoog met als doel te komen tot een betere, efficiëntere en meer duurzame samenwerking dan destijds gebruikelijk was. Door deze gesprekken wilden beide partijen een beter inzicht krijgen in elkaars inhoudelijke kwaliteiten en hoe deze zijn in te zetten bij gebieds(her)ontwikkeling en bij routinematige werkzaamheden, circa 90% van alle omzet in de infra. “Het initiatief kwam van de mkb-bedrijven. Onze boodschap aan de gemeente Rotterdam: stel de goede vragen aan de markt bij een aanbesteding en laten we van elkaars kennis profiteren. Door onder de prijs te werken, krijg je geen kwaliteit. Dan ben je uiteindelijk duurder uit door hogere onderhoudskosten en neemt de leefbaarheid van de openbare ruimte af”, vertelt een bevlogen Martinus.

De intensieve gesprekken leidden in 2011 uiteindelijk tot een convenant tussen de gemeente Rotterdam en de Stichting Rondom GWW, waarin zich inmiddels 23 infra-ondernemers in het mkb-segment hebben verenigd, die zijn gevestigd in Rotterdam en omgeving. Belangrijke ambities van dit convenant zijn:

  • Door publiek-private samenwerking processen met elkaar verbeteren.
  • Innovaties sneller en op respectvolle wijze in projecten inpassen.
  • Hinder voor de burgers en bedrijven verminderen.
  • Verspilling in routinematige inkopen terugdringen.
  • Kwaliteitsniveau van geleverde diensten verbeteren.
  • (Sociaal-)maatschappelijke rendement bij de ontwikkeling, bouw en onderhoud van de openbare ruimte in Rotterdam maximaliseren.
  • Leerervaringen die ambtenaren en bedrijven opdoen bij de werken delen en ervan leren bij de volgende projecten.

Voorbeeld van goed opdrachtgeverschap: gemeente Rotterdam. De doorstroming van verkeer en verkeersveiligheid van het vernieuwde Zuiderkruis in Rotterdam zijn sterk verbeterd.

Convenant is volwassen

In een periode van vijf jaar, tussen januari 2014 en januari 2019, zijn inmiddels minimaal 25 convenant projecten uitgevoerd (acht), in voorbereiding (zes) of in onderzoek als mogelijk covenantproject. Inmiddels zijn in Amsterdam, Hoorn, Utrecht, Nijmegen, Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, Drechtsteden en Waterschap Hollandse Delta eveneens open convenantinitiatieven aan het ontstaan.

“Er komen veel ontwikkelingen op ons af, dus moeten we ook voorbereid zijn. Denk aan klimaatadaptieve maatregelen om wateroverlast te voorkomen, of juist te anticiperen op droogte en hittestress. Of circulariteit en duurzaamheid: allemaal uitdagingen die veel kennis vragen. Maak daarom gebruik van innovatieteams en betrek kennisinstituten en de kennis en kunde van bedrijven bij de verbetering van de uitvraag door gemeenten”, vertelt Martinus, die ook nog voorzitter is van Stichting Rondom GWW. Hij noemt ook de digitalisering van de sector, die extra kennis vraagt: “Om de digitalisering in de bouw een ‘boost’ te geven is op 11 april 2019, tijdens de werkconferentie ‘Twee jaar Bouwagenda’ de DigiDeal voor de Gebouwde Omgeving (DigiDealGO) door ruim dertig organisaties bekrachtigd, waaronder MKB-INFRA en de Gemeente Rotterdam. Het doel is niet om opnieuw het wiel uit te vinden, maar meer actie en resultaat door het verbinden van bestaande initiatieven. Ook hier geldt dus weer: kennis delen.”

De convenant-initiator noemt als voorbeeld Den Haag, recent gekozen tot de meest MKB-vriendelijke gemeente. Hier nemen achttien bedrijven deel aan het Open MKB-Convenant. “Ook hier gaan we werken met expertteams, bijvoorbeeld op het gebied van rioolvervanging. Resultaat is een betere uitvraag en contractvorm die aansluit bij de uitvraag en het doel. Partijen die in een vroege fase deelnemen, zijn in principe uitgesloten van de competitie en komen dus niet in aanmerking voor de uitvoering van de werkzaamheden, tenzij de opdrachtgever dit wil. Maar bij volgende projecten kunnen ze juist profiteren van de verbeterde uitvraag. Dan hebben bedrijven die niet deelnemen aan de MKB Convenanten een achterstand, omdat de uitvraag niet alleen stuurt op de laagste prijs, maar ook op innovatiekracht en ontzorgen. Een soort EMVI-uitvraag dus.”

Voorbeeld van goed opdrachtgeverschap: gemeente Rotterdam. De doorstroming van verkeer en verkeersveiligheid van het vernieuwde Zuiderkruis in Rotterdam zijn sterk verbeterd.

Financiële middelen

Hoe komt de Stichting Rondom GWW aan financiële middelen, waardoor haar continuïteit is gewaarborgd? Martinus legt uit: “Ondernemers delen hun kennis met de opdrachtgever in een vroeg stadium. Samen werken ze aan de uitvraag richting markt. Ook de contractvorm, gunningscriteria en innovaties komen op tafel en worden gedeeld. Voor deze inspanning draagt de opdrachtgever circa 1 % van de projectsom af aan de stichting en de leden dragen circa € 5.000,- per jaar. De stichting betaalt van dat geld een convenantmanager, externe deskundigen en verder de kosten voor de organisatie van masterclasses en voor de communicatie over de leerervaringen.”

Maar wat schiet de gemeente daar mee op? “Doelstelling is een kostenreductie van de projecten tot een veelvoud van de gemaakte kosten door procesinnovatie, slimmer en beter formuleren van de uitvraag en minder inzet vanuit de opdrachtgever. Voor de deelnemende bedrijven levert deze samenwerkingsvorm meer continuïteit, een beter rendement en een professioneel zakelijke bedrijfsvoering op. Dus het is een win-win situatie.”

Voorbeeldproject

Martinus verwijst als voorbeeld naar één van de succesvolle convenantprojecten in Rotterdam: de aanpak van kruispunt het Zuiderkruis in Rotterdam in 2015. Een maand lang was het plein compleet afgesloten voor een complete herinrichting. Lindeloof heeft toentertijd het voortouw genomen en samen met Jac. Barendregt en KWS Infra het beste plan van aanpak gepresenteerd. De betrokkenheid van KWS Infra – nou niet bepaald een mkb-bedrijf – bevestigt het open karakter van het convenant. Martinus: “Je kijkt naar de capaciteiten en competenties die je in huis hebt en vult die aan met wat eraan ontbreekt. In dit geval ontbrak asfalteercapaciteit en ruime ervaring met verkeerregelsystemen. En dan ga je met z’n drieën om tafel zitten om op gelijkwaardige basis heel open en transparant te bepalen wie wat gaat doen. En dat heeft dan behalve met specifieke kennis en ervaring, te maken met inzetbaarheid van materieel en met beschikbaarheid van mankracht. Het werk wordt immers midden in de bouwvak gerealiseerd. Op locatie opereer je met z’n drieën als één bedrijf, waarbij de projectleider van ons kwam, de procesmanager van Barendregt en de omgevingsmanager van KWS. Op eenzelfde open en transparante wijze is de opdrachtgever betrokken bij het project. Zo leer je van elkaar en werk je aan kwaliteitsverbetering.”