Duurzame GWW vraagt sterke houtketen

Artikel delen

De GWW-sector staat voor een flinke uitdaging. Thema’s als klimaat en circulariteit worden steeds belangrijker in projecten. Uit een pas gepresenteerde studie van NIBE in opdracht van RVO Nederland blijkt dat hout en andere biobased materialen een cruciale rol spelen om onze duurzame doelen te realiseren. Maar daarmee zitten de kansen en kwaliteiten van hout nog niet tussen de oren bij de keuzemakers. Die handschoen pakt de houtsector nu op in samenwerking met Rijkswaterstaat en andere ketenpartners.

Foto: GWW Houtimport.

Rijkswaterstaat speelt een belangrijke rol bij het versterken van de positie van hout en andere biobased materialen. Dat begon al in 2016. Jeroen Nagel, adviseur Circulaire Economie van Rijkswaterstaat: “Ons bestuur stelde destijds de ambitie vast om in 2030 Circulair te Werken. Daarvoor is een programma opgezet waarin de nadere invulling van Circulair Werken met ketenpartners en medeoverheden moet worden bepaald. Vorig jaar zijn we een verkenning gestart naar ketensamenwerking in de houtsector, in een vorm zoals de beton- en asfaltsector die al kent. Hout is als hernieuwbare grondstof één van de producten die onze ambities van een klimaatneutrale en circulaire infrastructuur kan verwezenlijken. Er bleek veel bereidheid tot samenwerking in de houtketen. Dit jaar structureren we die samenwerking en hopen we hieraan ook andere overheden te verbinden.”

Rijkswaterstaat heeft Twynstra Gudde in de persoon van Zinzi Stasse gevraagd als onafhankelijke partij dit proces te begeleiden. Zinzi daarover: “Allereerst is het netwerk in kaart gebracht. Om echt impact te kunnen maken moet immers de hele keten worden betrokken, van houtproducenten tot aannemers tot beheerders en inkopers. Vervolgens vond onderzoek plaats naar kansen en belemmeringen als het gaat om hout in de GWW. Op dit moment wordt gewerkt aan een programmaplan met concrete acties. Bijvoorbeeld een verkenning naar de mogelijkheden voor een pilot van een innovatieve houten voetgangersbrug in samenwerking met de gemeente Amsterdam en TU Delft. Tenslotte richten we ons op het formaliseren van de samenwerking middels een akkoord waaraan ook belangrijke opdrachtgevers in de GWW zich verbinden.”

Duurzame aannemerij

Een duurzame GWW betekent dat opdrachtgevers zich bewust zijn van de milieu-impact van toegepaste materialen, en op basis daarvan keuzes maken. Maar ontslaat dit andere ketenpartners, zoals de aannemerij, van alle verantwoordelijkheid? “Nee”, zegt Jelle Poel, calculator bij Benecke uit Zaandam: “Als aannemer zijn we van mening dat het juiste materiaal op de juiste plaats hoort. Hout is een hernieuwbare, biobased grondstof waarin koolstof vanuit de atmosfeer opgeslagen blijft tijdens de gebruiksfase van objecten. De productie van staal, beton en (recycled) kunststof kost energie waarbij juist CO2 in de atmosfeer wordt gebracht. Laatstgenoemde materialen worden door ons zeker niet uitgesloten. Maar wanneer we voor de keuze staan en de eisen van het object staan dat toe, dan gaat onze voorkeur uit naar het gebruik van hout.”

Verkeerd beeld herkomst hout

Jelle Poel merkt op dat in de praktijk opdrachtgevers vaak een verkeerd beeld hebben van de herkomst van hout: “Helaas wordt vaak de link gelegd tussen ontbossing en schade aan het milieu in relatie tot het gebruik van (tropisch) hard- en naaldhout. Dit is onterecht in geval hout uit duurzaam beheerde bossen wordt toegepast.”
Eric de Munck (Centrum Hout) herkent de opmerking van Jelle Poel, en geeft aan dat kennisoverdracht erg belangrijk blijft: “Dat houtproducten vaak het meest milieuvriendelijk zijn begint nu langzaam door te dringen. Maar waar ons hout vandaan komt is voor velen nog een raadsel. Dat het gebruik van hout uit duurzaam beheerde bossen de broodnodige waarde geeft die helpt dat bos gezond te houden en te beschermen tégen ontbossing lijkt nog geheel onbekend. Daarnaast schat men de levensduur van hout veel te kort in, is men het construeren en ontwerpen in hout verleerd en worden daardoor kansen gemist om juist mét hout eenvoudig milieu- en klimaatdoelen te halen.

Uitdaging houtsector zelf

Er liggen dus ook nog uitdagingen bij de houtsector zelf? Eric de Munck: “Zeker, er zal weer meer aandacht moeten komen voor hout in de opleidingen, zoals Civiele Techniek, op hbo’s en universiteiten, maar ook binnen het mbo. Ook bedrijven zullen een grotere rol gaan spelen in het delen van de kennis die ze de afgelopen decennia hebben opgedaan. Daarnaast start Centrum Hout in oktober een brede campagne om opdrachtgevers en beslissers weer bekend te maken met de voordelen van hout, want hout is natuurlijk hét materiaal van nu.”


Mantijn van Leeuwen. Foto: Marcus peters.

NIBE-studie ‘Potentie van biobased materialen in de bouw’

Mantijn van Leeuwen, directeur van NIBE: “RVO Nederland heeft ons gevraagd het onderzoek te doen, omdat over dit onderwerp geen helder, wetenschappelijk onderbouwd verhaal beschikbaar was. Dit is wel gewenst, omdat biobased materialen zoals hout in de overgang naar de circulaire economie een cruciale rol spelen.”

Waarom is biobased zo belangrijk?

Mantijn: “Om in onze behoefte naar bouwwerken te voorzien zal nog lange tijd een grote hoeveelheid bouwmateriaal nodig zijn. We bouwen veel meer dan we slopen. Dus is er extra volume nodig. Dat kunnen geen primaire bouwgrondstoffen blijven, die risico op uitputting hebben. En de productie van de benodigde bouwproducten mag niet leiden tot milieuschade. Dit laatste is wel het geval bij de productie van veel gebruikte bouwmaterialen als staal en cement. Biobased materialen en dan in het bijzonder hout, mits duurzaam geproduceerd, kennen deze nadelen doorgaans niet of veel minder.”


Auteur: Mark Kemna, FSC Nederland