Regeerakkoord: flinke impuls voor infra duurzaamheid

Artikel delen

Het coalitieakkoord (regeerakkoord) dat op 15 december 2021 door de regeringspartijen VVD, D66, CDA en Christenunie is gepresenteerd biedt fraaie perspectieven voor de infrasector. Zo wordt er jaarlijks €1,25 miljard uitgetrokken voor het inlopen van achterstanden bij beheer en onderhoud van onze wegen, spoor, bruggen, viaducten en vaarwegen en voor het onderhoud, renoveren en vervangen daarvan. Daarnaast komt er voor de komende 10 jaar € 35 miljard beschikbaar voor de energietransitie, waaronder de benodigde energie-infrastructuur. Tevens is er veel aandacht voor klimaatadaptatie.

Tekst: ing. Frank de Groot

duurzaamheid infra

Foto: Aannemingsmaatschappij de Twentse Weg- en Waterbouw(TWW).

‘We zetten in op een goede bereikbaarheid van het hele land. De transport- en logistiek sector is van economisch belang voor Nederland. Solide infrastructuur is nodig om naar je werk, familie of opleiding te gaan. Onze infrastructuur onderhouden we goed, is van hoge kwaliteit, klimaatadaptief en sluit naadloos op elkaar aan. Daarbij zijn veiligheid, oog voor nieuwe ontwikkelingen en duurzaamheid van infra van belang. Blijvende investeringen in infrastructuur en bijbehorende knelpunten zijn essentieel.’ Dit lezen we onder de kop ‘Infrastructuur’ in het regeerakkoord. Maar wat betekent dit concreet? We zetten eerst de belangrijkste beloften in het regeerakkoord op het gebied van infrastructuur op een rij. Vervolgens kijken we naar de plannen voor klimaatadaptatie, energie-infrastructuur en mobiliteit. Tot slot geven we de reacties weer van Bouwend Nederland en de Aannemersfederatie Nederland.

Plannen infrastructuur

  • Het kabinet trekt jaarlijks € 1,25 miljard uit voor het inlopen van achterstanden bij beheer en onderhoud van wegen, spoor, bruggen, viaducten en vaarwegen en voor het onderhoud en renoveren en vervangen ervan in de toekomst, ook met het oog op de verkeersveiligheid.
  • Verkeersveiligheid blijft een speerpunt in het beleid. Samen met de gemeenten wordt bezien waar binnen de bebouwde kom de maximumsnelheid zinvol verlaagd kan worden naar 30 km/uur. De snelheid op andere wegen blijft ongewijzigd.
  • De nieuwe woningen in de veertien verstedelijkingsgebieden en daarbuiten worden goed ontsloten en bereikbaar per OV, fiets en auto. Daarvoor wordt voor de komende tien jaar in totaal € 7,5 miljard toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds.
  • Het kabinet investeert in de uitbreiding en verbetering van de infrastructuur voor openbaar vervoer (OV), fiets, auto en water, omdat er goede en snellere verbindingen moeten komen tussen stad en regio. Focus ligt hierbij op de grootste knelpunten uit de Integrale Mobiliteitsanalyse 2021, verbindingen in de (economische) regio’s en N-wegen.
  • Er wordt ingezet op goede verbindingen voor de binnenvaart door bediening van sluizen, bruggen en wegverkeer beter op elkaar af te stemmen en te zorgen voor goede ligplaatsen.
  • Het kabinet stelt voor de komende tien jaar in totaal € 7,5 miljard beschikbaar voor goede ontsluiting van nieuwe woningen in de veertien verstedelijkingsgebieden en daarbuiten. Deze middelen worden toegevoegd aan het mobiliteitsfonds en komen in overleg van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, de minister voor VRO en de regionale overheden tot besteding.

duurzaamheid infra

Klimaat en energie

Ook klimaatadaptatie en de energietransitie hebben invloed op de infrastructuur, maar dan vooral op het inrichten van de openbare ruime en energie-infrastructuur. ‘Duurzaam land’ is de titel van het hoofdstuk in het Regeerakkoord dat ingaat op klimaat en energie. ‘Nederland wil koploper in Europa zijn bij het tegengaan van de opwarming van de aarde’, lezen we in het akkoord. Om die ambitie te verwezenlijken wordt het doel voor 2030 in de Klimaatwet aangescherpt tot tenminste 55% CO2-reductie. Om dit doel ook zeker te halen, spreken de partijen af om zich in het beleid te richten op een hogere opgave, wat neerkomt op circa 60% CO2-reductie in 2030. Dat is fors hoger dan de huidige afspraak van 49% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 in de Klimaatwet.

Ook na 2030 is het volgens het akkoord nodig om ambitieus door te gaan met CO2-reductie: ‘We zetten in op een reductie van 70% in 2035 en 80% in 2040. Om dit te kunnen realiseren, treffen we in deze kabinetsperiode voorbereidingen voor het invoeren van een systeem van betalen naar gebruik in de automobiliteit in 2030 en voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Ook maken we in deze kabinetsperiode onze energie-netwerken toekomstbestendig.’

Klimaatadaptatie

Kijken we naar klimaatadaptatie dan blijkt vooral de watersnood in Limburg in de zomer van 2021 de coalitiepartijen stevig met de neus op de feiten te hebben gedrukt: klimaatverandering is hier en nu en treft ook ons eigen land. ‘Naast klimaatmitigatie moeten we daarom ook hard aan de slag met klimaatadaptatie.’

Concreet wil men extra investeren in het Deltafonds om achterstanden weg te werken en de uitvoering van het Nationale Deltaprogramma te versnellen. De coalitie werkt verder toe naar vernieuwde deltabeslissingen voor een waterveilig land met voldoende zoetwater en een toekomstbestendige inrichting. Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming. Om die reden worden waterschappen daarbij eerder betrokken en krijgt de watertoets een dwingender karakter.

Tot slot wordt hittestress genoemd: dit vormt tijdens een warme periode een steeds groter probleem en veroorzaakt een piek in het overlijden van vaak kwetsbare mensen. ‘Om dit tegen te gaan bevorderen we het toevoegen van meer groen, water en lichte oppervlakten in dichtbebouwd gebied. Dit leidt tot meer schaduw, verdamping en reflectie.’

Opvallend is dat het Regeerakkoord niet rept over het beperken van de gevolgen van droogte. De klimaatverandering gaat namelijk gepaard met toenemende perioden van droogte en hitte in de zomerperioden. Hierdoor zullen er maatregelen genomen moeten worden om regenwater vast te houden op de plaatsen waar het valt: dat kan door hemelwaterafvoeren af te koppelen van het riool en dit regenwater in de bodem te bufferen en/of infiltreren. Aandacht voor droogte mag dus zeker niet ontbreken op de agenda’s van Rijk, provincies en gemeenten!

duurzaamheid infra

Klimaatadaptieve maatregelen, zoals waterregulerende bestrating met buffering en infiltratie van regenwater in de bodem. Project Heemskerk.

Energie-infrastructuur

Door de opkomst van duurzaam opgewekte energie (wind en zon) raakt op steeds meer plaatsen in ons land de energie-infrastructuur overbelast: er is feitelijk gedurende grote delen van de dag gene ruimte meer om energie die wordt opgewekt door zon en wind aan het net toe te voegen. Dit leidt in toenemende mate tot het (voorlopige) verbod om in bepaalde regio’s nog zonneparken aan te leggen.

Een klimaat- en transitiefonds van € 35 miljard voor de komende 10 jaar, aanvullend op de huidige Subsidieregeling Duurzame Energie SDE++, moet helpen om de benodigde energie-infrastructuur (elektriciteit, warmte, waterstof en CO2) aan te leggen, de groene industriepolitiek te verwezenlijken en de mobiliteit en de gebouwde omgeving te verduurzamen.

De procedures voor de realisatie van nieuwe grootschalige energie-infrastructurele projecten die van nationaal belang zijn, gaan volgens het kabinet te traag. ‘We brengen daarin versnelling aan door een aanpak zoals in de Crisis- en Herstelwet (Chw).’ Vraag is natuurlijk: waar halen we voldoende vakmensen vandaan om dit te realiseren? ‘We gaan met onderwijsinstellingen, overheden, en sociale partners aan de slag om vakmensen op te leiden en, waar nodig, om of bij te scholen’, aldus het akkoord.

duurzaamheid infra

Een klimaat- en transitiefonds van € 35 miljard voor de komende 10 jaar, aanvullend op de huidige Subsidieregeling Duurzame Energie SDE++, moet helpen om de benodigde energie-infrastructuur aan te leggen, de groene industriepolitiek te verwezenlijken en de mobiliteit en de gebouwde omgeving te verduurzamen. Foto: TenneT.

Stikstof

Vermeldenswaard is verder dat het kabinet het stikstofprobleem wil aanpakken met een Nationaal Programma Landelijk Gebied. Er komt tot 2035 cumulatief € 25 miljard beschikbaar. In bestuurlijke afspraken met provincies worden voorwaarden vastgelegd aan het vrijgeven van rijksbudget. Tevens versnel het kabinet de doelstellingen in de wet stikstofreductie en natuurverbetering van 2035 naar 2030, waarmee dit in lijn komt met het advies van het adviescollege Stikstofproblematiek (commissie-Remkes), waarbij alle sectoren hun evenredige stikstofbijdrage leveren. Ook in Europees verband zet het kabinet zich in voor stikstofreductie.

Mobiliteit, luchtvaart en scheepvaart

Het kabinet wil de uitstoot in de mobiliteitssector fors omlaag brengen. In deze sector is de uitstoot sinds 1990 het minste afgenomen. Inclusief luchtvaart en scheepvaart is deze zelfs toegenomen. De uitstoot terugdringen is nodig om de klimaatdoelen te kunnen halen, maar ook om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het regeerakkoord noemt een aantal maatregelen:

  • Het kabinet blijft investeren in schone mobiliteit vanwege het klimaat, maar ook voor de verbetering van de luchtkwaliteit in de steden. Elektrisch vervoer wordt gestimuleerd; ook de tweedehandsmarkt. Overstimulering wordt voorkomen. Ook duurzame stadslogistiek en vrachtverkeer krijgen ondersteuning. De uitrol van laadinfrastructuur wordt versneld. Bijmenging van duurzame biobrandstoffen wordt gestimuleerd.
  • Er komen afspraken met het bedrijfsleven en overheden over het stimuleren van thuiswerken.
  • Daarnaast wordt er ingezet op het verder verduurzamen van vliegtuigbrandstoffen. Om de lucht- en scheepvaart te vergroenen, wordt er geïnvesteerd in de ontwikkeling en productie in Nederland van onder andere synthetische kerosine. Nederland kan daarin een voorloper zijn.
  • Het kabinet ondersteunt de voorstellen van de Europese Commissie voor een belasting op kerosine op EU-niveau. Eveneens ondersteunt men de voorstellen over de vergroening van de scheepvaart. De Nederlandse inzet is daarbij om weglekeffecten zoveel mogelijk te voorkomen. De beschikbaarheid van walstroom voor schepen wordt verder uitgebreid.
  • Het streven is dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Daartoe introduceert de regering in 2030 een systeem van Betalen naar Gebruik voor alle automobiliteit en stelt in deze kabinetsperiode wetgeving vast. Basis voor het systeem is de motorrijtuigenbelasting, waarvan het tarief afhankelijk wordt gemaakt van het jaarlijks verreden aantal kilometers. De heffing is niet tijd- en plaatsgebonden en vervangt de dan nog bestaande tol-tracés, zoals de Westerscheldetunnel, de Kiltunnel en de voorgenomen doorgetrokken A15. Dit betekent dat gebruikers van elektrische en fossiele auto’s beiden gaan meebetalen aan het weggebruik.
emissieloze auto's

Het streven is dat uiterlijk in 2030 alle nieuwe auto’s emissieloos zijn. Daartoe introduceert de regering in 2030 een systeem van Betalen naar Gebruik voor alle automobiliteit en stelt in deze kabinetsperiode wetgeving vast. Foto: Traffic & More.

BNL en AFNL tevreden met coalitieakkoord

De twee grote brancheorganisaties Bouwend Nederland en Aannemersfederatie Nederland tonen zich in grote lijnen tevreden met het regeerakkoord. Maar er moeten straks wel voldoende vakmensen zijn om al het werk te kunnen uitvoeren. Dat vraagt extra inspanningen op het gebied van arbeidsmarkt en onderwijs.

weg aanleggen

Foto: Kraaijeveld Aannemingsbedrijf.

“Een compliment voor het regeerakkoord”, aldus Bouwend Nederland. “We zijn blij dat er elk jaar € 1,25 miljard wordt uitgegeven voor het inlopen van achterstanden bij beheer en onderhoud van onze wegen, spoor, bruggen, viaducten en vaarwegen en voor het onderhoud, renoveren en vervangen ervan.” Tevredenheid is er ook over de € 7,5 miljard die de komende tien jaar beschikbaar komt voor goede ontsluiting van nieuwe woningen in de veertien verstedelijkingsgebieden en daarbuiten. Tevens wordt geld uitgetrokken voor waterveiligheid en het versnellen van de aanleg van laadinfrastructuur. “De investeringen in infra zijn echter gericht op onderhoud en renovatie. Bouwend Nederland maakt zich wel zorgen of er voldoende ruimte is voor vernieuwing en uitbreiding om ons land bereikbaar en economisch aantrekkelijk te houden.”

De Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra (AFNL) en de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA) zijn eveneens verheugd dat de overheid flink wat miljarden wil investeren in onder meer bouwen, wonen, infrastructuur, onderwijs en de oplossing van de klimaat- en stikstofproblematiek. “Dit biedt perspectief en vertrouwen en kan een flinke impuls betekenen voor grote maatschappelijke opgaven als energietransitie en verduurzaming. Positief is ook dat het kabinet weer inzet op een minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening; dit betekent dat er weer meer regie komt op de ruimtelijke ordening. Het liefst zouden we zien dat hieraan ook klimaat en infrastructuur worden gekoppeld, daar ook dit de nodige regie in de ruimte behoeft. Hopelijk kan zo’n minister van VRO ook zorgen voor een versnelling van vergunningsprocedures.”

Ook Bouwend Nederland reageert verheugd dat er weer een nieuwe minister voor Wonen en Ruimtelijke Ordening is, die regie gaat voeren op de bouw van 100.000 woningen en afspraken maakt met decentrale overheden: “Er is hierbij speciale aandacht voor de bouw van woningen voor starters, senioren en middeninkomens. Verder zijn de aanvullende investeringen in het Volkshuisvestingsfonds en de regiodeals belangrijk.”

Stikstof

Ook is er tevredenheid over de aanpak van het stikstofprobleem, door het beschikbaar komen van € 25 miljard tot 2035 in een Nationaal Programma Landelijk Gebied. “Bouwend Nederland is blij dat stevig wordt ingezet op het oplossen van dit complexe probleem. Wij roepen de formateurs op om bij de exacte invulling van de plannen de uitgangspunten van het Versnellingsakkoord Duurzaam Evenwicht te gebruiken en te zorgen dat natuurherstel sneller hand in hand kan gaan met ruimte voor ontwikkeling. Een oplossing kan niet langer uitblijven.”

“Hoewel er ook voor de oplossing van de stikstofproblematiek veel geld wordt uitgetrokken, is nog niet geheel duidelijk hoe Nederland op korte termijn uit de stikstofklem komt”, reageren AFNL en NOA. Ze hopen dat mogelijk nieuwe of wijzigende regelgeving die bij het oplossen van de stikstofproblematiek noodzakelijk is, wordt getoetst door het mkb met de wettelijk verplichte MKB-Toets. Deze staat genoemd in het coalitieakkoord, maar heeft nog een stevige impuls nodig om door alle departementen tijdig en enthousiast te worden ingezet.

Duurzaamheid

Er komt voor de komende 10 jaar € 35 miljard beschikbaar voor de energietransitie. Aanvullend op de huidige Subsidieregeling Duurzame Energie SDE++, wordt de nodige energie-infra (elektriciteit, warmte, waterstof en CO2) aangelegd, groene industriepolitiek gerealiseerd en mobiliteit en de gebouwde omgeving verder verduurzaamd. “We zijn blij met de stevige aandacht voor de uitvoering van het Klimaatakkoord. Randvoorwaardelijk zijn de investeringen van € 4 miljard voor ondergrondse energie-infra en intensivering van het Nationaal Isolatieprogramma met meer dan €3 miljard.”

Arbeidsmarkt en onderwijs

Tot slot is er tevredenheid dat techniek en praktijkonderwijs extra aandacht krijgen. “Het is belangrijk dat techniek al zo vroeg mogelijk in het onderwijs wordt gestimuleerd. Goed dat bij het maken van het coalitieakkoord de maatregelen uit het SER-rapport duidelijk zichtbaar zijn”, aldus Bouwend Nederland.

Ook AFNL en NOA noemen het belang van instroom en onderwijs: “Realiseren van de bouwopgave, energietransitie en verduurzamingsoperatie zijn cruciaal, maar kunnen niet worden gerealiseerd als er onvoldoende vakmensen zijn. AFNL en NOA willen daarom graag samen met het kabinet afspreken hoe de gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van instroom en opleiden handen en voeten te geven. Cruciaal daarbij is dat er een breed aanbod van bouw(gerelateerde) mbo-opleidingen met voldoende regionale spreiding blijft en ontstaat, waar jongeren, maar bijvoorbeeld ook zij-instromers en buitenlandse medewerkers worden opgeleid, omgeschoold of bijgeschoold. Ook met deelcertificaten kunnen vakmensen worden opgeleid.”