Klimaatadaptatie niet langer vrijblijvend

Artikel delen

Klimaatverandering en het steeds vaker voorkomen van extreem weer hebben ernstiger gevolgen voor mens en natuur dan eerder werd gedacht. Dat concludeert het VN Klimaatpanel IPCC, dat op 28 februari 2022 een rapport presenteerde waaraan door honderden wetenschappers is meegewerkt. De wereldwijde effecten zijn nu al ingrijpend en deels onomkeerbaar. De tijd om maatregelen te nemen om nog ernstiger consequenties te voorkomen, raakt snel op.

Tekst: Frank de Groot

De overstromingen in Zuid-Limburg, maar ook Wallonië en de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts, veroorzaakten in juli 2021 veel schade en slachtoffers.

Naast het versneld tegengaan van de CO2-uitstoot, moet er tegelijkertijd meer worden ingezet op adaptatie, omdat daarmee veel leed is te voorkomen. Dat stelt het IPCC. Het VN-rapport gaat in op alle mogelijkheden die er op dat gebied zijn. Bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur en de energiesector, en maatregelen tegen wateroverlast. Ook zou 30 tot 50 procent van het aardoppervlak beschermde natuur moeten zijn, omdat daarmee negatieve gevolgen voor de biodiversiteit en mensen kunnen worden beperkt.

Het rapport van 28 februari is het tweede in een reeks van drie, die het IPCC eens in de zeven à acht jaar uitbrengt. Het eerste deel, over de opwarming en de natuurwetenschappelijke onderbouwing, verscheen vorig jaar zomer. De belangrijkste conclusie was toen dat de huidige opwarming niet eerder is voorgekomen in tenminste duizenden jaren, en dat weersextremen fors zullen toenemen als er niet snel extra ingrijpende maatregelen worden genomen. Het derde en laatste deel over mogelijke maatregelen om de uitstoot snel te laten dalen, volgt later dit voorjaar. De rapporten van het IPCC vormen de basis voor al het klimaatbeleid van regeringen wereldwijd.

Flinke uitdaging

Er ligt dus een flinke uitdaging voor gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk om samen met ontwerpende, adviserende en uitvoerende ondernemers in de bouw en infra tot innovatieve klimaatadaptieve oplossingen te komen. Denk aan groene daken en gevels, waterregulerende bestrating, waterbuffers, infiltratievoorzieningen, meer openbaar groen en open water en klimaatadaptief ontwerpen.

Om de juiste klimaatadaptieve maatregelen te kunnen nemen moet eerst in beeld worden gebracht waar de klimaatrisico’s het grootst zijn. Gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk hebben daarom in het ‘Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie’ afgesproken dat ze samen met betrokkenen de kwetsbaarheden in hun gebied in kaart brengen met een stresstest. Uiteindelijk is het de bedoeling dat overheden de stresstest iedere zes jaar updaten, zodat er steeds een actueel beeld is van de kwetsbaarheid van Nederland. Met de Klimaateffectatlas (www.klimaateffectatlas.nl) zijn kaarten beschikbaar die inzicht geven in de effecten van klimaatverandering per gemeente. Of de gevonden kwetsbaarheden daadwerkelijk een probleem vormen wordt duidelijk tijdens de risicodialoog. Dit is een gesprek tussen betrokken partijen intern binnen de gemeentelijke organisaties en extern met overige stakeholders over klimaatadaptatie. De hieruit voortkomende actiepunten komen in de uitvoeringsagenda.

Infiltratieproef bij infiltrerende verharding middels de zogenoemde ‘full-scale’ methode in Grubbenvorst. Foto: Hogeschool van Amsterdam.

Fysieke maatregelen

Voorbeeld van klimaatadaptieve aanpak in Heemskerk. Onder de bestrating liggen infiltratiekratten (Permavoid units).

Welke fysieke maatregelen zijn er nodig om de openbare ruimte klimaatbestendig te maken? Grote uitdaging is wateroverlast door hevige buien te beperken en tegelijkertijd te anticiperen op langdurige droogteperioden. Dat betekent water snel afvoeren, maar ook vasthouden. Dat kan bijvoorbeeld met waterdoorlatende (waterregulerende, waterpasserende) bestrating, waaronder een infiltrerende fundering is aangebracht met buffervoorzieningen. Deze kan bestaan uit bijvoorbeeld infiltratiekratten, poreuze lavakorrels of Hydrorock® infiltratieblokken van steenwol. Het opgevangen water infiltreert vervolgens langzaam in de bodem of wordt via drainagebuizen afgevoerd naar open water in de buurt.

Ook het afkoppelen van de hemelwaterafvoer van woningen van de riolering is een belangrijke maatregel. Open afvoervoorzieningen op maaiveldniveau (zogenoemde wadi’s) kunnen regenwater snel afvoeren naar open water of bijvoorbeeld grindkoffers of andere infiltratievoorzieningen. Interessant in dit verband de ontwikkeling van holle afwateringsbanden langs trottoirs door IDS Group, leverancier van afwateringssystemen. De banden worden afgewisseld met inspectieputten voor reiniging. Belangrijk bij al deze voorzieningen is dat het water ten goede komt aan het aanwezige groen.

Daarnaast is er de verhoogde kans op hittestress. Die kans is te verlagen door schaduwvorming. Dat kan door bomen, zonwering of zodanig ontwerpen dat de zon zoveel mogelijk uit het gebouw wordt gehouden. Maar denk ook aan het vervangen van donkere tegels in tuinen door groen (tegels eruit, groen erin). Groene daken en groene gevels dragen eveneens bij aan een koeler stadsklimaat. Daarnaast zorgen groene daken voor buffering van regenwater. Gebruik verder materialen met lichte kleuren die warmte weerkaatsen, in plaats van absorberen. Stedelijke gebieden blijven in de zomer in de nachten vaak erg warm, doordat donkere materialen dan hun opgenomen warmte weer afgeven.

Klimaatadaptatie in Regeerakkoord

Duurzaamheid en klimaat krijgen ruim aandacht in het Regeerakkoord 2021-2025 dat op 15 december 2021 werd gepresenteerd. Het beleid is er zelfs opgericht om in 2030 60% CO2-reductie te behalen. Dat is fors hoger dan de afspraak in de huidige Klimaatwet.

Tekst: ing. Frank de Groot

Het Regeerakkoord noem onder meer hittestress: dit vormt tijdens een warme periode een steeds groter probleem en veroorzaakt een piek in het overlijden van vaak kwetsbare mensen. Foto: Frank de Groot.

‘Nederland wil koploper in Europa zijn bij het tegengaan van de opwarming van de aarde’, lezen we in het regeerakkoord van VVD, D66, CDA en Christenunie. Om die ambitie te verwezenlijken wordt het doel voor 2030 in de Klimaatwet aangescherpt tot tenminste 55% CO2-reductie. Om dit doel ook zeker te halen, is het beleid zelfs gericht op circa 60% CO2-reductie in 2030. Dat is fors hoger dan de huidige afspraak van 49% minder CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 in de Klimaatwet. Ook na 2030 is het volgens het akkoord nodig om ambitieus door te gaan met CO2-reductie: ‘We zetten in op een reductie van 70% in 2035 en 80% in 2040.’

Klimaatadaptatie

Kijken we naar klimaatadaptatie dan blijkt vooral de watersnood in Limburg in de zomer van 2021 de coalitiepartijen stevig met de neus op de feiten te hebben gedrukt: klimaatverandering is hier en nu en treft ook ons eigen land. ‘Naast klimaatmitigatie moeten we daarom ook hard aan de slag met klimaatadaptatie.’

Concreet wil men extra investeren in het Deltafonds om achterstanden weg te werken en de uitvoering van het Nationale Deltaprogramma te versnellen. De coalitie werkt verder toe naar vernieuwde deltabeslissingen voor een waterveilig land met voldoende zoetwater en een toekomstbestendige inrichting. Water en bodem worden sturend bij ruimtelijke planvorming.

Tot slot wordt hittestress genoemd: dit vormt tijdens een warme periode een steeds groter probleem en veroorzaakt een piek in het overlijden van vaak kwetsbare mensen. ‘Om dit tegen te gaan bevorderen we het toevoegen van meer groen, water en lichte oppervlakten in dichtbebouwd gebied. Dit leidt tot meer schaduw, verdamping en reflectie.’

Opvallend is dat het Regeerakkoord niet rept over het beperken van de gevolgen van droogte. De klimaatverandering gaat namelijk gepaard met toenemende perioden van droogte en hitte in de zomerperioden. Hierdoor zullen er maatregelen genomen moeten worden om regenwater vast te houden op de plaatsen waar het valt: dat kan door hemelwaterafvoeren af te koppelen van het riool en dit regenwater in de bodem te bufferen en/of infiltreren. Aandacht voor droogte mag dus zeker niet ontbreken op de agenda’s van Rijk, provincies en gemeenten!

Wie is aansprakelijk voor schade door extreem weer?

De overstromingen in Limburg van afgelopen zomer maakten opnieuw de vraag actueel wie aansprakelijk is voor schade door extreem weer. Over het vinden van een balans tussen de individuele en collectieve zorg, schreef Gert Dekker van adviesbureau Ambient de notitie: ‘Verantwoordelijkheden bij risico’s van extreem weer in een veranderend klimaat’. De conclusies zijn nu samengevat in een infographic.

De infographic geeft weer wie verantwoordelijk is voor het nemen van maatregelen om de kans op overlast en schade als gevolg van extreem weer te verkleinen. Volgens Dekker kan het gebruik van beeld zeker helpen om een belangrijke boodschap op eenvoudige wijze over het voetlicht te brengen. “Tegelijkertijd is dit een ingewikkeld onderwerp met veel nuances”, zegt hij op het Kennisportaal Klimaatadaptatie. Als voorbeeld noemt Dekker de vraag welke schade als gevolg van extreem weer wel en niet wordt vergoed door verzekeraars

Die laatste vraag is actueel, omdat ook bij de recente overstromingen in Limburg een aantal bedrijven niet volledig verzekerd bleek te zijn voor waterschade. De meeste Nederlandse verzekeraars keerden wel uit, maar bij de buitenlandse aanbieders was dit niet altijd het geval. Nederlanders zijn zich volgens Dekker onvoldoende bewust van het eigen risico op schade door wateroverlast en overstromingen. Ook afgelopen zomer werd ervan uitgegaan dat de overheid de schade uiteindelijk vergoed, via de Wet tegemoetkoming schade bij rampen. Dekker waarschuwt dat aan de vraag of die in werking treedt een politiek besluit ten grondslag ligt. Als bedrijf of burger weet je dus niet van tevoren of de overheid gaat uitkeren.

Zorgvuldige communicatie

Risicodialogen – één van de ambities van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie – maken op gebiedsniveau duidelijk welke maatregelen kunnen worden genomen (en door wie) om onaanvaardbare risico’s te verminderen. Ook maken ze inzichtelijk welke risico’s aanvaardbaar worden geacht. Zorgvuldige en gerichte communicatie helpt inwoners en bedrijven volgens Dekker om te begrijpen wat zij van de overheid kunnen verwachten in geval van schade als gevolg van extreem weer.

Funderingsschade

De verantwoordelijkheid voor de risico’s bij extreem weer verschilt sterk tussen de klimaateffecten overstromingen, wateroverlast, droogte en hitte. Klimaatverandering maakt bepaalde risico’s zo groot dat de mogelijke totale schade te groot wordt om individueel te dragen en privaat volledig te kunnen verzekeren. “In het geval van bijvoorbeeld funderingsschade als gevolg van droogte en bodemdaling, dient de vraag zich aan of hier niet een vorm van collectieve zorg op zijn plaats is”, aldus Dekker. “Verzekeraars hebben nu nog niet voldoende informatie om risico’s in te schatten en tot een concreet product te kunnen komen, in de vorm van een vrijwillige of verplichte verzekering.”

Bron: Kennisportal Klimaatadaptatie, www.klimaatadaptatienederland.nl