Groen is doen

Artikel delen

Met zeventien bedrijven en ruim 750 medewerkers is de ReintenInfra Groep een grote mkb-speler in de sloop-, recycling- en gww-markt. Dat schept verantwoordelijkheden richting medewerkers, samenleving en milieu. Om dat beleid vorm te geven zijn volgens algemeen directeur Herman Reinten en diens ‘duurzaamheidswaakhond’ Maurice Beijk de beginselen van het rentmeesterschap en het Twents/Achterhoekse naoberschap probate instrumenten. Dat houdt onder meer in dat je kritisch bent op wat mogelijk is en wat niet. En dat je schijnvertoningen bij aanbestedingen ontmaskert.

Tekst: Arie Grevers
Beeld: ReintenInfra

Reconstructie marktplein in Hengelo.

Reconstructie marktplein in Hengelo.

“Ik doe het niet.” Met deze woorden oogstte Herman Reinten, algemeen directeur van de ReintenInfra Groep, onlangs veel bijval van Cumela-leden. De branchevereniging voor ondernemers in groen, grond en infra waarmee MKB INFRA vaak gezamenlijk optrekt, hield haar ledenvergadering in het Breeam-outstanding bedrijfsgebouw van ReintenInfra in Borne, Overijssel. Aanvankelijk was hiervoor de ontvangstruimte gereserveerd, maar die bleek al snel te klein. Maar liefst 150 leden hadden zich aangemeld, ongeveer driemaal het gebruikelijke aantal. De hoge opkomst is te verklaren door nieuwsgierigheid bij de ondernemers naar het duurzaamheidsbeleid ‘Groen is Doen’ van de onderneming, dat onder meer gestalte heeft gekregen in het nieuwe bedrijfsgebouw. De ontvangstruimte bleek aan de krappe kant en in allerijl werd de werkplaats ‘vergaderklaar’ ingericht met extra bierbanksetjes en daar sprak Herman zijn woorden bij wijze van ontvangsttoespraak.

Nekslag

Herman Reinten

Herman Reinten: “De overheid legt ons doelstellingen op, waaraan we niet kunnen voldoen. En dat gaat onherroepelijk wringen.”

Maar wat doet Herman Reinten niet? Herman: “De overheid legt ons doelstellingen op, waaraan we niet kunnen voldoen. En dat gaat onherroepelijk wringen. Het is geen onwil, want dat is wel het laatste wat je ons kunt verwijten. Met de bouw van ons kantoor en bedrijfsruimten en onze groene bijdrage in het bouwteams van de projecten die we uitvoeren, tonen we aan dat we voorloper willen zijn op het gebied van duurzaamheid. Maar een te snelle vervanging van het materieel op diesel door elektrisch aangedreven bouw- en transportmaterieel betekent de nekslag voor veel ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Ze blazen hun balansen op, doordat het elektrisch materieel enorm veel duurder is. Daar komt overigens nog eens bij dat het zware werk, de 30-tonners en de vier- of vijfwiel aangedreven vrachtauto’s, gewoon niet elektrisch te leveren zijn. Hoe wil je dan zonder uitstoot binnenstedelijke gebieden bevoorraden? Moeten we het zand met de zware vrachtauto’s naar de randen van de stad brengen, daar lossen. Vervolgens kleine elektrische voertuigen beladen om het zand op de werklocatie te krijgen. Dat wordt een onbetaalbaar verhaal.”

Huren?

Is huren van materieel een goed alternatief? Herman: “Dan leg je het probleem op het bordje van de verhuurder. Dus daar schiet je onder de streep niks mee op. Ook zie ik het huren van een vijfasser niet voor me. Als je er telkens een andere chauffeur op zet, heb je binnen de kortste keren een hoop schade. Regelmatige reparatierekeningen van 20.000 euro zijn dan heel normaal. Verder heeft ons soort bedrijven nu eenmaal veel machines in eigen beheer. Onze machinisten en chauffeurs kennen de machines en vrachtwagens. Ze zijn er heel zuinig op, zorgen ervoor dat ze er altijd spic en span mee voor de dag komen en zien toe op regelmatige onderhoudsbeurten in onze eigen garage. Met eigen materieel kun je gewoon een beter product maken.”

Aanleg Catharijnesingel door ReintenInfra-dochter Van Wijk.

Aanleg Catharijnesingel door ReintenInfra-dochter Van Wijk.

Theaterstukjes

Is duurzaamheid af te dwingen via eisen bij aanbestedingen? “De duurzaamheidseisen in de uitvragen van aanbestedingen leidt vooral tot quasi duurzaam gedrag”, vinden Herman Reinten en Rentmeester2050, Maurice Beijk.

Maurice: “Je ziet wel eens een collega pronken met een elektrische wals. Dat haalt dan het Journaal en de Telegraaf, omdat het lekker spectaculair is. Het is mooi voor de bühne, maar daar ga je geen werken mee uitvoeren. Het ombouwen kost een vermogen en dat heb je met veel subsidie kunnen betalen. Onder de streep stoot je 40 ton minder CO2 uit. Wij hebben hier een parkeerterrein aangelegd. De klinkers zijn tweedehands en de Stelcon-platen komen van een fietspad in een Natura 2000-gebied dat vervangen moest worden. Daardoor hebben we 240 ton CO2-uitstoot kunnen besparen. Je stuurt dan een persbericht de wereld in, maar geen draaiende camera’s bij ons voor de deur. Beelden van een parkeerplaats voor zwaar materieel zijn namelijk niet spectaculair genoeg.”

Herman: “Ook wij doen wel eens wat voor de bühne, omdat het goed aankomt op aanbestedingen. Kijk, een trilplaat en een Wacker stamper op diesel zijn nauwelijks milieubelastend. De uitstoot van deze apparaten is zo goed als te verwaarlozen. Je levert dus geen noemenswaardige bijdrage aan uitstootvermindering als je ze vervangt door elektrische varianten. Toch kun je er punten mee scoren bij aanbestedingen. Maar het is laaghangend CO2-fruit, dat is ronduit greenwashing. Welbeschouwd leiden de CO2-eisen bij aanbestedingen tot merkwaardige theaterstukjes. We doen eraan mee, omdat ernaar gevraagd wordt. Maar daar gaat het ons niet om.”

Aanleg van de Drentse stuw in Coevorden.

Aanleg van de Drentse stuw in Coevorden.

Uitdragen van visie en routekaart

Waar gaat het dan wel om? Herman: “Wij vinden werkelijk dat het anders moet, maar wel op een manier waardoor de kans van slagen zo groot mogelijk is. Wij willen dat al onze medewerkers onze Groen-is-Doen-beleid begrijpen, toepassen en uitdragen. Op die koers zijn onze investeringen gericht en is onze Rentmeester 2050, op pad. Dat doet hij niet alleen voor ons, maar voor de hele branche. Hij draagt op enthousiasmerende wijze onze visie uit door lezingen te geven – soms wel elf per week – bij opdrachtgevers, collega’s, onze eigen bedrijven en bij iedereen die serieus aan verandering wil werken.” “We zijn kritisch – als gezegd – op de manier waarop de overheid de duurzaamheidsdoelen wil verwezenlijken. Deadlines lopen dood op frustratie bij opdrachtgevende overheid en marktpartijen en dan ben je nog verder van huis. Wij geloven veel meer in een routekaart die overheid en marktpartijen gezamenlijk vaststellen. Dat is een tool waarmee je effectief duurzaamheidsdoelen kunt bereiken. Gewoon aftasten wat haalbaar is. Producenten verwachten dat zij – de een sneller dan de ander – tegen 2029 zover zijn dat ze een fabrieksklare oplossing hebben voor het zwaardere emissieloze materieel. Tot die tijd zullen bedrijven in onze sector diesel aangedreven machines kopen. Rekening houdend met een levensduur van zeven/acht jaren zou dat kunnen betekenen dat we medio jaren dertig een heel eind gevorderd zijn op de route richting emissievrij materieel.”

Impact op alles wat je doet

Maurice Beijk

Maurice Beijk: “De Groen is Doen-aanpak omvat een integrale aanpak voor de leefomgeving van circulariteit, biodiversiteit, klimaatadaptatie en energietransitie.”

Hoe vertaalt zich die duurzaamheidshouding in de praktijk? Maurice: “Door de integrale duurzame lat heel hoog te leggen als je een bedrijfspand voor jezelf bouwt. Of door te werken aan vergroening van materialen. TWW, een dochterbedrijf van ReintenInfra, is actief betrokken bij experimenten om bitumen in het asfalt te vervangen door biobased lignine. Dat is een bindmiddel dat bijvoorbeeld in hout zit maar ook voorkomt in stro, grassen en mais. Het is het op één na meest voorkomende polymeer in de natuur. En als je van hout papier maakt, komt  lignine vrij. Het is dus een restproduct van de papierindustrie dat in het verleden vooral laagwaardig werd ingezet als brandstof om energie op te wekken.”

“Dat lignine-verhaal is een mooi innovatief voorbeeld van onze duurzaamheidsstreven. Maar Groen is Doen heeft eigenlijk impact op alles waar je mee bezig bent. Waar kunnen we energie besparen? Met wie willen we samenwerken? Welke opdrachten passen bij ons? Hoe kunnen we onze visie het best onder de aandacht van onze opdrachtgevers brengen? ReintenInfra is een bedrijf dat omzet maakt met asfalt en beton. En dat benaderen we op een groene en blauwe manier. De integrale benadering waarin alle actuele maatschappelijke thema’s zijn ondergebracht. Denk aan circulariteit, biodiversiteit, klimaatadaptatie en energietransitie. Een weg aanleggen tegen de laagste prijs kan iedereen, maar wij willen de hele leefomgeving inclusief mens en natuur erbij betrekken. De weg is per slot van rekening een gast in het landschap. Het is een manier van werken waar onze mensen blij van worden. En samen met hen maken we het verschil.”

“We merken dat onze aanpak steeds beter begrepen wordt door onze opdrachtgevers. Bijvoorbeeld door de gemeente Hengelo. Al ruim twintig jaar is daar gesproken over herinrichting van het marktplein. Daarbij is zo ongeveer alles misgelopen wat er mis kon gaan. Nu had het Utrechtse bureau OKRA landschapsarchitecten een plan gemaakt met veel ruimte voor burgerparticipatie. Een hele bijzondere uitdaging die wij hebben mogen maken. En ik kan je verzekeren, het lag niet erg voor de hand dat wij die opdracht in de wacht zouden slepen. Het plan omvatte gebouwen, een fietskelder, technische constructies, installaties. Allemaal competenties die we niet in huis hebben. Grootste kanshebber was een onderneming van het grootbedrijf, dat wel over die competenties beschikt. Het was voor ons echt een euforisch moment toen we twee jaar geleden het bericht kregen dat wij het beste uitvoeringsplan hebben gepresenteerd. Het werk was nog niet klaar of we kregen er al een prijs voor. Dus, dat hebben we heel goed gedaan.”

Proefproject met lignine bitumen in het asfaltbeton.

Proefproject met lignine bitumen in het asfaltbeton.

Naoberschap

Met welke aanpak is de reconstructie van het marktplein in Hengelo in de wacht gesleept? Maurice: “Ons aanpak leek veel op de manier waarop we bij de bouw van onze Breeam-outstanding bedrijfsgebouw in Borne te lijf zijn gegaan. Dezelfde bedrijven als toen zaten in het bouwteam: Aannemersbedrijf Mulder in Beckum, Lesscher Installatietechniek in Saasveld (Weerselo), Constructiebedrijf Doeschot in Hengevelde en onze eigen bedrijven in het bijzonder Dusseldorp Infra Sloop en Milieu. Dus we hadden al een team klaarstaan dat precies begreep wat Groen is Doen inhoudt. Het voelt aan alsof we met zijn allen één bedrijf zijn en die instelling past perfect bij de integrale benadering die we voorstaan.”

Hoe is Reinten destijds bij de bouw van het pand tot de selectie van de bedrijven gekomen? Maurice: “Een aanbesteding kwam er niet aan te pas. We hebben een cirkel om Borne getrokken met een straal van 25 km. In dat gebied hebben we aannemers gezocht op de criteria:

  • Vertrouwen (met stip op één).
  • Noaberschap en reciprociteit. Dus handelen als een goede buren onder elkaar. Ik help jouw als je erom vraagt en jij helpt mij als dat nodig is. De wederkerigheid is belangrijk.
  • Co-creatie, een vorm van samenwerking waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces.
  • Mens- en natuurinclusief. Daar hoort nadrukkelijk ook de kwetsbare mens bij.
  • Creativiteit en innovatie. Dat lukt prima mede dankzij ons eigen ingenieursbureau.
  • Integraal kunnen werken.

De uitgenodigde bedrijven hebben de projectdocumenten ontvangen. Maar ze hoefden geen prijs te berekenen en geen presentatie te geven. We hebben ze uitgenodigd voor een kop koffie om eens van gedachten te wisselen over de criteria. Hoe kijk je daar tegenaan? Zie je beren op de weg? Wat is je eigen missie, ambitie en passie? Een handjevol ondernemers bleven na die eerste ronde over. Met hen hebben we een vervolgafspraak gemaakt voor een kop koffie bij hen op de zaak. En, hebben we erbij gezegd, we willen niet met de pratende stropdassen spreken, maar met de mensen die het werk doen. Dan kun je meteen zien of de geventileerde visie, ambitie en passie ook leeft bij de mensen op de werkvloer en niet alleen praatjes voor de vaak zijn. Zo zijn we aan de drie genoemde bedrijven gekomen.”