Hoe bermen bijdragen aan meer biodiversiteit

Artikel delen

Nederland heeft meer dan 140.000 kilometer aan bermen langs wegen en spoorlijnen. Dat zijn waardevolle kilometers die als leefgebied en als verbindingszone tussen gebieden kunnen bijdragen aan meer biodiversiteit. Essentieel is dat de bermen bloemrijk zijn voor bestuivende insecten en een rijk bodemleven kennen. Ook is een goed beheer en onderhoud van groot belang.

Tekst: Kim van der Leest en Annemieke Bos

Bermen

Bloemrijke bermen zijn nodig als groene verbindingen voor insecten, zoals bijen en vlinders.
Foto: Jinze Noordijk.

Groene netwerken van (spoor)wegbermen zijn zeer waardevol. Sommige zeldzame planten en dieren komen zelfs alleen in bermen voor. Dieren die niet kunnen vliegen, breiden via bermen hun leefgebied uit. Ook voor veel vliegende dieren, zoals bijen, hommels en vlinders, zijn groene verbindingen noodzakelijk. Ze moeten verspreid, maar niet te ver uit elkaar liggen, het liefst ook met voedselbronnen ertussen.

Bloemrijke bermen zijn nodig om de biodiversiteit te helpen. Hoe meer rijkdom in nectarproducerende beplanting hoe beter. Ook stuifmeel is belangrijk als voedsel voor insecten. Bestuivende insecten helpen zo mee om plantensoorten in stand te houden. Insecten, eitjes en rupsen van de bestuivers dienen bovendien als voedsel voor andere dieren. Door de bestuiving vormen planten ook zaden, vruchten en bessen die weer worden gegeten door veel vogels en zoogdieren.

Wat te zaaien?

Zaai geen willekeurig bloemenmengel in. Juist in het buitengebied zijn zaden in de bodem aanwezig van lokaal inheemse soorten. Kies er daarom voor deze soorten te laten terugkeren. Zolang er voldoende zaadvoorraad in de bodem is, er in het verleden niet te veel bemest is en juist beheer wordt toegepast, geeft dit vaak goede resultaten.

In de bebouwde omgeving zijn bermen groene stroken die een groot verschil kunnen maken voor meer biodiversiteit en tegelijkertijd meer beleving. Combineer bijvoorbeeld (inheemse) zadenmengsels met biologische bloembollenmengsels voor een langere bloeitijd. Ook zijn er vaste planten concepten om de biodiversiteit een boost te geven.

Gemengde berm.

Gemengde berm. Foto: Alkmaar, JUB Holland.

Gezonde bodem

Een gezonde levende bodem met een rijk bodemleven is de basis voor een hoge biodiversiteit boven de grond. Het werkt ook omgekeerd: een soortenrijke bovengrondse flora en fauna bevordert een gezonde bodem. Stem het ecologische bermbeheer daarom af op de grondsoort. Werk met lichte machines en zoveel mogelijk vanuit de weg om de bodem niet te verdichten.

Maaien: hoe vaak en wanneer?

Veel bermen worden nog te vaak, te vroeg of verkeerd gemaaid. Dat heeft een negatief effect op de insectenstand. Beter is het om laat in de zomer te maaien, zodat de planten kunnen bloeien en het zaad kan rijpen. Op arme grond is eenmaal per jaar maaien voldoende en op voedselrijke grond twee keer per jaar. Helemaal niet maaien leidt tot vergrassen en verruigen met struiken en bomen, met als resultaat veel minder bloemen. Probeer onderbrekingen in bloei zoveel mogelijk te voorkomen: maai daarom gefaseerd in plaats van in één keer alles.

Bij sinusbermbeheer wordt ieder jaar zo’n 70% van de vegetatie gemaaid; 30% van de vegetatie blijft staan, een deel hiervan zelfs langer dan één jaar. Door te werken met slingerende maaipaden, zogenaamde sinuspaden, ontstaat een gelaagde berm met verschillende microklimaten. Daarin kunnen dieren voedsel vinden, schuilen, overwinteren en zich voortplanten. Kennis van het terrein en van de soorten is hierbij cruciaal voor een goed maaiplan.

Gefaseerd maaibeheer.

Gefaseerd maaibeheer. Foto: Krinkels.

Beheer en onderhoud

Laatbloeiende vaste planten.

Laatbloeiende vaste planten. Foto: Griffioen Wassenaar.

Laat vakbekwame groenmedewerkers het beheer uitvoeren. De Vlinderstichting en Stichting Groenkeur hebben hiervoor het keurmerk Kleurkeur ontwikkeld.

Binnen kleurkeurbermen wordt niet geklepeld (het verhakselen en laten liggen van de vegetatie), omdat dit zeer slecht is voor de biodiversiteit. Het leidt tot een enorme sterfte van rupsen en andere dieren. Daarnaast stapelt materiaal zich op, bermen moeten dan afgegraven worden en beplanting als berenklauw krijgt de overhand. Beter is het om maaisel natuurvriendelijk af te voeren en duurzaam te verwerken.

Monitoring

Lange termijnafspraken voor onderhoud en beheer zijn een win-winsituatie voor zowel de opdrachtgever als de groenprofessional. Kies hierbij voor monitoring volgens een bepaald protocol, dat is gestandaardiseerd en wordt herhaald. Zo ontstaat een goed beeld van de ontwikkeling van de plant- en diersoorten en kan waar nodig kan worden bijgestuurd.

Meer weten?

Bekijk de VHG-handleiding De Levende Openbare Ruimte: goed voor klimaat, natuur, mens en economie. Deze handleiding, met meer dan 500 praktijkvoorbeelden, biedt veel inspiratie om groen in te zetten om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren.

De handleiding is een vervolg en aanvulling op de succesvolle handleidingen De Levende Tuin en Het Levende Gebouw. Alle handleidingen zijn digitaal in te zien en te bestellen op www.vhg.org/kennisbank.