Op weg naar volledig circulaire economie
Met het nieuwe Nationaal Plan Circulaire Economie (februari 2023) wil de overheid opdrachtgevers aanzetten tot meer circulair inkopen. Dat betekent volgens dit plan dat: ‘In 2030 in elke aanleg- en vervangingsopgave een integrale afweging op bouwwerkniveau op circulariteit plaatsvindt en gestuurd wordt op het zoveel mogelijk reduceren van de milieubelasting (MKI). Hierbij wordt ingezet op de circulaire strategie, ontwerpprincipes en maatregelen, die de meeste duurzaamheidswinst (reductie van MKI) op systeemniveau met zich meebrengen.’ Met hout kan circulair inkopen nu al, de RAW bestekken volgen binnenkort. Laag hangend fruit is genoeg voor handen.
Tekst: Eric D. de Munck, Centrum Hout
Circulariteit wordt gekenmerkt door ‘minderen, hergebruiken, vervangen en behouden’. Ontwerp, materiaalkeuze, uitvoering en onderhoud moeten ervoor zorgen dat er minder grondstoffen worden gebruikt en dat er zo veel mogelijk duurzame secundaire (gerecyclede of hergebruikte) of bio-based grondstoffen worden toegepast. En we moeten zorgen dat materialen en producten repareerbaar en herbruikbaar (losmaakbaarheid van onderdelen én samenstelling van materialen) zijn om te minderen en milieubelasting te verlagen. Door het combineren van een goed ontwerp, juiste detaillering en uitvoering van passend onderhoud krijgen we ook nog eens een lange levensduur met minder behoefte aan grondstoffen. Laten we eens kijken hoe houttoepassingen bij bruggen, damwanden, beschoeiingen en wegportalen in deze opgave passen.
Van fiets- en voetgangersbrug tot verkeersbrug
Nederland heeft als waterrijk en fietsland meer dan 16.000 houten fiets- en voetgangersbruggen. De oudste dateren uit de 17e eeuw en zijn nog steeds terug te vinden in het dagelijks beeld. Vele malen gerenoveerd en vaak aangepast aan nieuwe, steeds hogere belastingen. Houten bruggen kenmerken zich door hun modulaire opbouw en over het algemeen demontabiliteit van de onderdelen, omdat bijna standaard gewerkt wordt met bout- of deuvelverbindingen. Vroeger meestal gemaakt van eiken met af en toe naaldhout onderdelen, sinds de jaren ’60 vooral van tropische loofhoutsoorten, zoals azobé, bangkirai en bilinga. Tegenwoordig wordt een veelheid aan gecertificeerd duurzaam geproduceerde houtsoorten gebruikt, zoals azobé en bilinga gecombineerd met ‘minder bekende’ houtsoorten als massaranduba, cumaru, cupiuba, itauba en okan.
Dat hout niet alleen geschikt is voor kleine parkbruggen, maar ook voor imposante verbindingen blijkt uit de realisatie van de 40 meter lange Stönner Meijwaardvakwerkbrug te Oirschot (Foto 2) en de Pieter Smitbrug te Oldambt (Gr); met 800 meter de langste fietsbrug van Europa (Foto 1). Voor beide bruggen werd een levensduur van 80 jaar gevraagd, die de producent met een slim ontwerp, juiste detaillering van de demontabele onderdelen en het werken met houten afdekkers (weg houden van vocht) kan garanderen. Houten bruggen zijn relatief eenvoudig te repareren of te updaten door het vervangen van onderdelen. Geheel passend bij circulair inkopen is niet alleen het inkopen van houten bruggen, maar ook het hergebruik van oude brugdelen voor nieuwe ‘tweede leven’ bruggen. Bruggen met naaldhout constructieonderdelen (Foto 4) of hybride hout-betonbruggen zoals bij ‘Traverse Zwolle’ zijn in opkomst. Concurrentie is er vooral van composiet- en betonnen bruggen. Maar onderzoek heeft aangetoond dat de milieuprestatie van houten bruggen bijna altijd veel lager is over de gehele levensduur; vaak zelfs met eventuele vervanging.
Vervanging door hout
De tweede lijn in het beleid Circulaire Economie, naast ‘minderen’, is substitutie ‘van primaire grondstoffen door secundaire grondstoffen én duurzame bio-grondstoffen’ (Nationaal Plan Circulaire Economie 2023 – 2030). Hout is bio-based en volop gecertificeerd duurzaam in te kopen (FSC, PEFC, Keurhout of STIP ). Toepassing van gecertificeerd hout draagt bij aan de instandhouding van bossen, haar biodiversiteit, bodembescherming en in stand houden van een gezonde en veilige lokale economie (in lijn met IMVO-beleid). De sector kijkt ook naar optimaal houtgebruik, bijvoorbeeld door verschillende houtsoorten te gebruiken waar de eigenschappen het best tot hun recht komen. Daarnaast is hout prima als secundaire grondstof in te zetten door hergebruik en recycling (cascadering) en heeft een lage milieubelasting; raadpleeg hiervoor bijvoorbeeld de viewer van stichting milieudatabase.
Demontabel, herbruikbaar en hoogwaardig recyclebaar
Om hergebruik mogelijk te maken moeten verbindingen losmaakbaar zijn. Dat zijn de meeste houtconstructies in de gww al door het gebruik van schroef- en boutverbindingen en nagenoeg geen lijmverbindingen of composietverbindingen. Dat maakt houtelementen eenvoudig inzetbaar voor nieuwe toepassingen in een tweede leven, zoals in toenemende mate is terug te vinden in nieuwe brug- en damwandconstructies (Foto 4).
Innovatief in beeld
Hout staat volop in de belangstelling door haar bijdrage aan het klimaatbeleid door lage CO2-emissies en -vastlegging, ruime beschikbaarheid en haar gunstige technische en circulaire eigenschappen. Hierdoor ontstaan er een reeks nieuwe toepassingen, zoals de honderden houten laadstations (Foto 5), dakconstructies van stationsgebouwen als Assen (Foto 6), Ede-Wageningen en binnenkort ook Dordrecht, geleiderail en wegportalen.
Niet zonder kennis
De vierde pijler is ‘levensduurverlenging’. Met een goed ontwerp, juiste detaillering en een uitgekiend onderhoudstraject bereikt u eenvoudig een lange levensduur van houtcontructies. Kennis hierover is te vinden in de publicatie CROW CUR Publicatie 213 Hout in de gww. CROW werkt overigens ook aan een update van alle RAW bestekteksten met daarin houttoepassingen, zodat u nog eenvoudiger hout kunt meenemen in uw aanbestedingen.
Voor meer voorbeeldprojecten: www.houtindegww.nl. Houtsoortinformatie vindt u via: www.houtdatabase.nl.
Centrum Hout
www.centrumhout.nl/