Andere kijk op onkruid

Artikel delen

Er blijft tegenwoordig meer wilde beplanting staan in de bebouwde omgeving. Sommige mensen storen zich (nog) aan dit soort ‘onkruid’, anderen zien juist de schoonheid en meerwaarde. En die meerwaarde is er zeker. In dit artikel meer over de voordelen van natuurlijke, wilde en inheemse beplanting.

Tekst: Kim van der Leest en Annemieke Bos

Groenstroken waarbij 20% gangbaar sortiment vaste planten is gecombineerd met 80% inheemse beplanting.

Groenstroken waarbij 20% gangbaar sortiment vaste planten is gecombineerd met 80% inheemse beplanting. Foto: Lageschaar Vaste Planten.

Veel steden zetten in op een natuurinclusieve leefomgeving: niet strak en aangeharkt, maar een meer natuurlijk beeld. Natuurlijke, wilde en inheemse beplanting wordt daarbij vaker gezien als nuttig voor bepaalde plekken. Het draagt bij aan verkoeling en biedt voeding aan bestuivers en vogels. Opdrachtgevers zijn steeds meer bekend met deze verschillende meerwaarden van een groene invulling. Ze beseffen dat verharding niet altijd goedkoper en makkelijker is te onderhouden dan groen.

Minder onderhoud

Recreatieve grasvelden mogen best wat bloeiende beplanting bevatten, zoals madeliefjes of klaver. Klaver in het gras is een natuurlijke groenbemester en ook nog eens goed voor hommels, bijen en vlinders! Boomspiegels worden beplant, waardoor de kans op beschadiging van de wortels bij werkzaamheden afneemt. Het groen neemt water op en remt ongewenste groei van andere planten. Groenstroken met robuuste vaste planten die snel dichtgroeien, doen dit eveneens. Het zijn goede manieren om onderhoud te verminderen.

Inheems

Ontwerpen met inheemse planten is een nieuwe ontwikkeling waar veel vraag naar is. De beplanting wordt dan afgestemd op het lokale klimaat en de bodem. Dit verhoogt de biodiversiteit. Deze planten hebben weinig onderhoud en meststoffen nodig, zijn beter bestand tegen ziekten en plagen en hebben een lange levensduur.

Bij zaaien van inheemse beplanting is het afwachten wat er precies opkomt. Als het belangrijk is om te weten wat het beeld qua structuur, kleur en hoogte gaat worden, is inheemse beplanting die met de juiste kennis is samengesteld een oplossing. Hier zijn goede ervaringen mee, waarbij ook is onderzocht in welke mate de beplanting bijdraagt aan de biodiversiteit. De praktijk leert dat de plantvakken zo dichtgroeien dat na twee of drie jaar nauwelijks nog onderhoud nodig is.

Inheemse kleurrijke beplanting.

Inheemse kleurrijke beplanting. Foto: Lageschaar Vaste Planten.

Urban Rewilding

Wie nog een stap verder wil gaan met stedelijke vergroening, kan denken aan ‘Urban Rewilding’. Hierbij krijgt de natuur – binnen bepaalde kaders – de ruimte om te verwilderen. De spontane vegetatie die dan opkomt, is optimaal aangepast aan de specifieke plek waar het groeit, wat het erg bestendig maakt. Voor de groei van deze planten is bovendien geen transport nodig, wat vanuit duurzaamheidsoogpunt een voordeel is.

Urban Rewilding kan een kostenefficiënte manier zijn om te helpen de biodiversiteit terug te brengen in stedelijke gebieden. Bijvoorbeeld door het zorgvuldig (her)invoeren van geschikte planten die passen bij het ecosysteem en het weghalen van planten die daar niet thuishoren. Neem de paardenbloem, een veelbestreden plant in de openbare ruimte. Echter in het vroege voorjaar is het de belangrijkste nectarbron voor honingbijen, hommels en zweefvliegen. Een zeer nuttige plant dus nuttig binnen lokale ecosystemen.

Urban Rewilding: niet alleen goed voor geliefde vogels, hommels, vlinders en zoogdieren, maar juist ook voor minder opvallende planten en kleine insecten.

Urban Rewilding: niet alleen goed voor geliefde vogels, hommels, vlinders en zoogdieren, maar juist ook voor minder opvallende planten en kleine insecten. Foto: NL Greenlabel.

Andere kijk

Door anders te kijken naar wat vaak als onkruid wordt beschouwd, kunnen we een meer gebalanceerd en duurzaam ecosysteem creëren. Het creëren van draagvlak bij beheerders en bewoners is hierbij wel cruciaal. Denk aan goede communicatie naar de omwonenden over de reden van bepaalde keuzes. Ook helpt het om hen waar mogelijk te betrekken bij onderhoud en beheer. De groenprofessional met zijn brede ecologische kennis in relatie tot de lokale omgeving, kan hierbij ondersteunen.

De Leidse Hortus heeft met een educatief programma de term ‘stoepplantjes’ in het leven geroepen als positievere benaming voor onkruid. Botanisch stoepkrijten - met stoepkrijt de naam bij plantjes schrijven - is een manier om passanten op de stoepplantjes te wijzen en ze op een leuke manier plantennamen te leren.

De Leidse Hortus heeft met een educatief programma de term ‘stoepplantjes’ in het leven geroepen als positievere benaming voor onkruid. Botanisch stoepkrijten – met stoepkrijt de naam bij plantjes schrijven – is een manier om passanten op de stoepplantjes te wijzen en ze op een leuke manier plantennamen te leren. Foto: Hortus Leiden.

Bekijk de VHG-handleiding De Levende Openbare Ruimte: goed voor klimaat, natuur, mens en economie. Deze handleiding, met meer dan 500 praktijkvoorbeelden, biedt veel inspiratie om groen in te zetten om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren.