Stresstest: hoe klimaatbestendig is uw gemeente?

Artikel delen

Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert risico’s op voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Het is van groot belang dat Nederland zich aanpast aan deze veranderingen. Het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie is onderdeel van het Deltaprogramma 2018 en voorziet in een gezamenlijk nationaal plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk met concrete acties en doelen voor de verantwoordelijke overheden. Wat betekent dit voor onze leefomgeving? GWW-Totaal ging op bezoek bij ingenieursadviesbureau Sweco, dat veel expertise heeft op dit gebied.

Deltaplan Ruimtelijke adaptatie

Tekst: ing. Frank de Groot

Nederland en Vietnam hebben sinds 2010 een strategische samenwerking op het gebied van klimaatadaptatie. Nederland adviseert Vietnam onder meer met een duurzame langetermijnaanpak voor de Mekong Delta en Ho Chi Minh City. “De inwoners van Ho Chi Minh City merken regelmatig de effecten van de klimaatverandering. De dichtbevolkte deltastad is gevoelig voor hevige regenval en overstromingen als gevolg van haar lage ligging. Met de verwachte zeespiegelstijging, een grotere waterafvoer door rivieren, toenemende neerslag en stijgende temperaturen nemen de risico’s alleen maar toe. Tegelijkertijd groeien de bevolking en de economie waardoor de druk op uitbreiding van de stad verder toeneemt”, zegt Martijn Steenstra, adviseur water en ruimte bij Sweco.
Hij is goed bekend met Ho Chi Minh Stad, omdat Sweco als leider van het Vietnam Climate Adaptation PartnerShip (VCAPS) van 2011 tot 2015 betrokken is geweest bij het ontwikkelen van Ho Chi Minh City tot een klimaatbestendige stad. Samen met Rotterdam, dat een vergelijkbare problematiek kent, is Ho Chi Minh City ondersteund in het opstellen en implementeren van een Klimaat Adaptatie Strategie. Zo brachten onder meer burgemeester Aboutaleb van Rotterdam en voormalig minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu een bezoek aan de Vietnamese stad. De gevolgen van klimaatverandering zijn dus niet alleen een nationaal, maar vooral een mondiaal probleem.

Robert van Eerden (links), senior projectmanager Civiele Techniek en Martijn Steenstra, adviseur water en ruimte bij Sweco Nederland BV, geven elkaar een high five:“We willen hiermee het belang van integrale samenwerking benadrukken om te komen tot de juiste klimaatadaptieve maatregelen.”

Toepassing van waterregulerende bestrating bij een parkeerterrein in de Amersfoortse wijk Vathorst.

Aanpassen aan klimaatverandering

“Door klimaatverandering neemt ook in ons land de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe”, zegt Steenstra. “Dat zijn dan ook de vier thema’s in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Dat is nu onderdeel van het Deltaprogramma 2018, dat zich richt op waterveiligheid, zoetwater en dus ook ruimtelijke adaptatie. “Bij veel gemeenten staat deze problematiek onvoldoende op de radar. Maar ook de gevolgen van een dijkdoorbraak op bijvoorbeeld nieuwbouwlocaties is vaak onvoldoende in kaart gebracht. Hoe ga je om met vitale infrastructuur als ziekenhuizen en datacentra en hoe evacueer je de mensen?”
Duidelijk is in ieder geval dat de klimaatverandering risico’s oplevert voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Als we niets doen, kan de schade in onze steden oplopen tot zo’n € 70 miljard in de periode tot 2050, lezen we in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. In het landelijk gebied kan eveneens aanzienlijke schade optreden. Stortbuien en langdurige neerslag veroorzaken ook daar wateroverlast. Op andere momenten ontstaat juist droogteschade, zoals we deze zomer hebben gemerkt. Hitte veroorzaakt uitzettingsproblemen bij spoorwegen, bruggen en andere infrastructuur. Ook raakt hitte de gezondheid van kwetsbare mensen, zoals ouderen en jonge kinderen.

Waterbeheer

Een belangrijk onderdeel van klimaatadaptatie is waterbeheer. “De aandacht gaat dan vooral uit naar de wijze waarop je met regenwater omgaat”, zegt Robert van Eerden, senior projectmanager Civiele Techniek bij Sweco. “We hebben in Nederland veel verhard oppervlak, waardoor het regenwater op veel plaatsen de bodem niet bereikt, maar het riool instroomt naar de zuiveringsinstallatie of open water. Bij heftige neerslagpieken neemt de kans op wateroverlast toe, doordat de afvoersystemen de toevloed niet meer aan kunnen. Daarom pleiten wij voor infiltratie van regenwater in de bodem, waardoor tevens de grondwaterstand op peil blijft. Hiermee herstel je de natuurlijke kringloop van wateropslag in de bodem en verdamping na opname door planten en bomen. En je voorkomt wateroverlast tijdens zware buien.”
Om de grondwaterstand op peil te houden en wateroverlast te voorkomen is het noodzakelijk dat regenwater ook in de stedelijke gebieden in de bodem kan infiltreren. Van Eerden: “Een hogere grondwaterstand gaat in het westen bovendien zoutindringing tegen, waarbij verzilting van zoet water wordt voorkomen. Ook is de flora en fauna beter bestand tegen lange droogteperioden, zoals de afgelopen zomer. Tot slot moet de hemelwaterafvoer helemaal worden afgekoppeld van de riolering, zodat deze kleiner gedimensioneerd kan worden en waterzuivering efficiënter kan werken. Hiermee bespaar je op kosten en blijft de grondwaterstand op peil.”

Hittekaart van het centrum van Groningen.

Robert van Eerden toont een waterdoorlatende drainvoegen in de waterregulerende bestrating.

Waterregulerende bestrating

Vertraagde afvoer via waterregulerende bestrating is één van de oplossingen om neerslagpieken op te vangen en water in de bodem te kunnen infiltreren. “Bij waterregulerende bestrating infiltreert het hemelwater via poreuze betonstraatstenen of stenen met uitsparingen en doorlatend voegmateriaal. Zo wordt afstroming aan het oppervlak voorkomen. Wij hebben dit systeem nu toegepast bij de rijwegen in een 6.000 m2 parkeerterrein in de wijk Vathorst in Amersfoort”, vertelt Van Eerden. “Als projectmanager ben ik al lange tijd betrokken bij de aanleg van deze wijk. Wij begeleiden het Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) en de gemeente in het nemen van klimaatadaptieve maatregelen. Voor die tijd heb ik dat ook gedaan in Vleuterweide, deelgebied van Leidsche Rijn, gemeente Utrecht.”
In Amersfoort is gekozen voor een waterregulerende bestrating met gebakken steen, de Drainflow van de Bylandt. Hierbij worden er tussen de betonstraatstenen van de rijwegen Drainvoegen van het bedrijf Drainvast bv aangebracht met een dikte van 4 en 8 mm. De waterdoorlatende drainvoegen bestaan uit stevige naaldvilt stroken van PP+PE die eenvoudig in het werk kunnen worden verwerkt. Bij herstraten kan het uitkomende materiaal hergebruikt worden.
Volgens Van Eerden moet er bij waterregulerende bestrating wel goed naar de ondergrond worden gekeken: “Bij een slecht doorlatende ondergrond kan de infiltratiesnelheid van water bij heftige buien een probleem vormen. Je kunt dan kiezen voor een grove puinfundering met holle ruimte als waterberging, al of niet in combinatie met drainagebuizen die een hogere overstort hebben naar open water. Hiermee voorkom je water op straat bij langdurige regenval. In Vathorst bleken bij dit parkeerterrein geen straatkolken nodig. De parkeervakken zijn op afschot gelegd, zodat het water afstroomt naar de rijwegen met Drainvoegen. Voordeel hiervan is dat de voegen in de parkeervakken niet dichtslibben met vuil. De rijwegen moeten minimaal twee keer per jaar geveegd worden om de bovenzijde van de Drainvoeg mosvrij te houden. In een bosrijke omgeving moet je dat trouwens vaker doen bij waterregulerende bestrating.”Ruimtelijke maatregelen
Er zijn talrijke andere maatregelen mogelijk om hemelwater adequaat af te voeren. Denk aan afvoer vanuit stedelijk gebied naar oppervlaktewater in een wijk of centrumgebied. “Een voorbeeld zijn wijken waarbij de hemelwaterafvoeren zijn ontkoppeld van de riolering en het water dus anders afgevoerd moet worden. Dat kan met wadi’s die bij piekbuien het water opvangen en infiltreren in de bodem. In sterk verstedelijkte gebieden, zoals centrumpleinen, kun je ook werken met kratsystemen, die water kunnen bufferen”, merkt Steenstra op.
“Terugkeer van de stoepranden is ook een optie, alleen al gezien de lage drempels bij winkels. Vooral voetgangersgebieden kennen geen stoepranden meer, waardoor bij een heftige bui het water soms zo de winkels instroomt. Het is niet voor niets dat je in regenrijke landen hoge stoepranden ziet”, merkt Steenstra op.

Integrale oplossingen

Het gesprek gaat veel over waterbeheer, maar feitelijk moeten we volgens de beide adviseurs veel meer werken aan integrale oplossingen. Van Eerden legt uit: “Groene daken en groene zones met lage beplanting, struiken en/of bomen bufferen ook water. Maar ze helpen ook tegen hittestress in stedelijke gebieden.” Steenstra laat een hitte-kaart zien van de binnenstad van Groningen (zie foto): “Hierop zijn oppervlaktetemperaturen te zien die zijn gemeten door een satelliet. Op basis van kleuren zie je dan waar er hittestress kan optreden. Want een heet oppervlak, straalt ook veel warmte uit. Daar kun je dan ingrijpen met behulp van bijvoorbeeld meer groen en schaduw. Zorg dan trouwens wel dat die groene zones lager liggen, zodat het water er ook vrijelijk naar toe kan stromen. Als er een hoge stoeprand omheen ligt, heeft het in het waterbeheer geen functie. En denk ook na over hitte- en droogtebestendige beplanting in stedelijke gebieden. We hebben deze zomer wel weer gezien dat veel beplanting in stedelijke gebieden de hitte en droogte niet hebben overleefd. Tot slot zal er vaak goed gekeken moeten worden naar de ligging van nutsleidingen: je kunt niet overal zomaar bomen planten. Daar ligt dus een flinke ontwerpopgave. Wat dat betreft zie ik ook wel kansen in de toekomstige Omgevingswet, waarbij gemeenten in Omgevingsplannen veel meer vrijheden hebben dan in de huidige bestemmingsplannen. Er kunnen dan bijvoorbeeld meer eisen aan de omgevingskwaliteit worden gesteld waarmee doelstellingen voor bijvoorbeeld hitte of wateroverlast kunnen worden verankerd.”
Een mooi voorbeeld vinden beide adviseurs Rotterdam, met zijn waterpleinen en groene daken. In juni vonden weer de Rotterdamse Dakendagen plaats, waarbij 20.000 mensen 56 gebruiksdaken bezochten. Rotterdam wil het gebruik van daken stimuleren en dat heeft ook met klimaatadaptatie te maken. Steenstra: “Interessant is dat je moet nadenken over de rol van de riolering, wegen, groen, water, openbare ruimte en platte daken. We moeten de grenzen tussen die domeinen afbreken. Vooral bij gemeenten vormen deze soms nog een obstakel. Door een goede samenwerking tussen de beleidsmakers en beheerders van openbaar groen, gebouwbeheer of riolering ontstaan nieuwe oplossingen: niet alleen functioneel, maar ook met een meerwaarde voor bewoners.”

Waterplein op het Benthemplein in Rotterdam: fraai voorbeeld van klimaatadaptatie. Foto: ACO.

Stresstest

Het in kaart brengen van de gevolgen van klimaatverandering kan door middel van een stresstest. Het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie heeft hiervoor een gestandaardiseerde stresstest opgesteld (zie kadertekst). Bij het ruimtelijk ontwerpen van een klimaatadaptieve omgeving speelt volgens Steenstra toekomstvisie een belangrijke rol: “Stel dat we gaan rekenen met een bui die eens in de honderd jaar optreedt (T=100, red.), houden we dan rekening met het feit dat die regenbui in 2050 25 procent zwaarder kan zijn? Daar moet je dus nu al rekening meehouden. Vooral voor stedelijk gebied is dit een belangrijk gegeven.”
Daarnaast is het verstandig om klimaatadaptieve maatregelen te koppelen aan natuurlijke momenten van onderhoud aan riolering of openbare ruimte. Maar moeten gemeenten nu vrezen voor extra investeringen? De beide adviseurs denken van niet: “In de eerste plaats voorkom je al schadeposten als gevolg van hitte, droogte en wateroverlast. Verder kunnen rioleringen en waterzuiveringsinstallaties kleiner worden gedimensioneerd; dat is ook kostenbesparend. En klimaatadaptieve maatregelen leiden ook tot een hoger verblijfscomfort en lagere klimaatrisico’s in de openbare ruimte, waardoor het voor bedrijven en personen aantrekkelijker is om zich ergens te vestigen. Integraal denken; daar gaat het om!”

Klimaatbestendig inrichten van straat of parkeerterrein? Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Robert van Eerden (rob.vaneerden@sweco.nl).