KNMI’23-klimaatscenario’s zetten infrasector op scherp

Artikel delen

Op 9 oktober 2023 zijn de KNMI’23-klimaatscenario’s uitgebracht. Deze vervangen de KNMI’14-klimaatscenario’s. Belangrijkste conclusie: de klimaatverandering die we nu meemaken zet de komende tientallen jaren door. Met grote impact op Nederland en beheerders van water, vaarwegen en harde infrastructuur.

Tekst: ing. Frank de Groot
Beeld: KNMI, tenzij anders vermeld

Hoogwater in Limburg

Hoogwater in Limburg in juli 2021. Foto: Paul van Baardwijk / Rijkswaterstaat.

Het klimaat in ons land verandert. Het wordt steeds warmer. Hittegolven, zware regenbuien en langdurige droogte komen vaker voor. Dat hebben we de afgelopen jaren gemerkt, maar ook weer in 2023. Zo was juni 2023 de warmste junimaand sinds 1901. Daarnaast was deze maand extreem zonnig en op veel plaatsen zeer droog. Maar de herfst toonde de andere kant met plaatselijk zeer veel regen. Elders in Europa zagen we ook heftige weersextremen, zoals bosbranden door droogte, zeer hoge temperaturen of juist zware overstromingen door hevige regenval.

Een ander punt van aandacht is de stijgende zeespiegel, zowel bij Nederland als bij Caribisch Nederland. Al deze veranderingen hebben gevolgen voor onze veiligheid, onze gezondheid en de natuur. We moeten ons land bijvoorbeeld beschermen tegen de stijgende zeespiegel en extreme regen (veel regen in korte tijd of regen die heel lang duurt). En onze bossen en de natuur moeten we beschermen tegen natuurbranden.

Invloed van de mens

Het klimaat verandert nu sneller dan in de laatste 2.000 jaar. Vergeleken met de periode waarin er nog nauwelijks industrie was (1850-1900), is het wereldwijd nu gemiddeld 1,2°C warmer. In Nederland zelfs al 2,3°C. De snelle opwarming komt vooral door de uitstoot van broeikasgassen door de mens. Het belangrijkste broeikasgas is CO2. Dat ontstaat als je aardolie, aardgas of kolen verbrandt. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de industrie, maar ook bij het verwarmen van gebouwen, bij vliegen en bij autorijden. Ook door veeteelt en door het kappen van bossen komen er broeikasgassen in de lucht. Zelfs als we nu meteen stoppen met het uitstoten van broeikasgassen, gaan sommige veranderingen nog honderden of duizenden jaren door. De veranderingen zijn dan wel veel kleiner dan als we hier niet mee stoppen.

klimaatscenario's

Klimaatscenario’s voor Nederland

Onderzoekers in de hele wereld proberen te begrijpen hoe het klimaat verandert en wat je ertegen kunt doen. Het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) schrijft de belangrijkste conclusies op in wetenschappelijke rapporten. Met de gegevens uit het laatste rapport berekende het KNMI wat klimaatverandering betekent voor Nederland, ook voor Caribisch Nederland. Het resultaat daarvan zijn de klimaatscenario’s. De KNMI’23-klimaatscenario’s bestaan uit vier paden die een mogelijk toekomstig klimaat in Nederland rond 2050, 2100 en 2150 beschrijven.

Vast staat dat hoe meer CO2 er uitgestoten wordt, hoe warmer het wordt en hoe meer de zeespiegel stijgt. Omdat het onzeker is hoeveel er wereldwijd wordt gedaan om de uitstoot te verminderen, zijn er scenario’s voor veel en voor weinig uitstoot. Die zijn allebei doorgerekend voor een droge en een natte situatie, dus in totaal zijn er vier scenario’s.

Zelfs in het lage-uitstootscenario kan de zeespiegel voor de Nederlandse kust vanaf 2100 met meer dan een meter gestegen zijn. Een stijging van zelfs 2,5 meter is al in 2100 mogelijk in het hoge scenario, als de ijskappen sneller dan verwacht smelten. Het proces van zeespiegelstijging gaat nog eeuwenlang door. Hoeveel de zeespiegel uiteindelijk stijgt, hangt voornamelijk af van hoeveel broeikasgassen we nog uitstoten en hoeveel ijs er nog smelt op de Zuidpool.

klimaatscenario's

Belangrijkste uitkomsten klimaatscenario’s

Nederland
Temperatuur Rond 2050 en 2100 is de opwarming het grootst in de zomer en het kleinst in de winter. Er zijn dan meer zomerdagen en tropische nachten en minder ijs- en vorstdagen. Hittegolven komen vaker voor en worden nog heter. Steden hebben de meeste last van de opwarming.
Neerslag In een warmer klimaat gaat het ’s winters meer regenen en komen extreme buien ’s zomers vaker voor. De winters worden nog natter, de zomers juist droger. Maar áls het regent in de zomer, regent het ook harder.
Droogtes Zomers regent het minder en verdampt er meer vocht uit de bodem. Daardoor komt langdurige droogte vaker voor.
Zonnestraling De lucht in Nederland wordt schoner en er zijn steeds minder wolken. Daardoor is er meer zon, en dus extra opwarming.
Wind en storm De kans op een stormvloed (door storm veroorzaakt hoogwater) verandert niet. Maar omdat de zeespiegel stijgt, moeten we wel rekening houden met hogere stormvloeden in de toekomst.
Zicht en mist Klimaatverandering heeft geen gevolgen voor mist. Maar omdat de lucht schoner wordt, is er toch minder kans op mist.
Zeespiegelstijging In de laatste 100 jaar steeg de gemiddelde zeespiegel in de wereld steeds sneller. Dit gaat nog eeuwenlang door, omdat de ijskappen bij de Noordpool en de Zuidpool nog verder afsmelten. Hoeveel de zeespiegel uiteindelijk stijgt, hangt af van hoeveel CO2 we nog uitstoten en hoeveel ijs er nog smelt op de Zuidpool, waar het meeste ijs ligt.
Caribisch Nederland
Orkanen Op de eilanden Sint Eustatius en Saba komen zware orkanen met veel regen in de toekomst vaker voor, maar op Bonaire niet.
Temperatuur en wind De temperatuur en de windsnelheid gaan omhoog, de hoeveelheid regen neemt af.

klimaatscenario's

Meer weersextremen

Welke weersextremen kunnen we verwachten de komende decennia? Hittegolven komen in de toekomst vaker voor, worden nog heter en houden langer aan. In de scenario’s met een hoge uitstoot komt 40°C aan het eind van de eeuw bijna elk jaar voor. Een temperatuur die sinds het begin van de metingen nog maar één keer eerder is voorgekomen (40,7 °C op 25 juli 2019 in het Noord-Brabantse Gilze-Rijen). Ook in de scenario’s met lage uitstoot heeft Nederland steeds vaker te maken met tropische hitte, maar komen de meest extreme temperaturen minder vaak voor dan bij hogere uitstootscenario’s.

In de zomer gaat het in de toekomst minder regenen en verliezen we meer vocht door verdamping. Daardoor komen langdurige of extreme droogtes vaker voor. De zomer van 2018 was zeer droog. In het hoge scenario is een gemiddelde zomer in 2100, zoals die van 2018. Ook in het lage scenario zien we een toename van droogte, al is de verandering aanzienlijk kleiner. Maar het wordt niet alleen droger: ook zware buien worden intenser. Dat maakt het lastiger om met deze stijgende risico’s om te gaan: we moeten voorbereid zijn op zowel meer regen in korte tijd, als langere periodes van hitte en droogte.

Gevolgen voor infrasector

“Als beheerder van water, wegen en vaarwegen zien we dat onze infrastructuur door het veranderende klimaat minder goed kan gaan functioneren”, aldus Carine Homan, Adviseur weer en klimaat bij KNMI en Anne Rhebergen, Adviseur Klimaatadaptatie bij Rijkswaterstaat, in een KNMI-klimaatbericht op de website van KNMI. “Hitte heeft bijvoorbeeld effect op beweegbare bruggen. Door de hoge temperaturen zet het materiaal uit waardoor bruggen moeite kunnen hebben met open of dicht gaan. Droogte kan leiden tot lage rivierstanden met gevolgen voor de scheepvaart. Bij droogte ontstaan er vaker bermbranden en wordt de waterkwaliteit slechter. Bij wateroverlast door hoosbuien kunnen wegen en tunnels onderlopen. Dit alles kan gevolgen hebben voor de bereikbaarheid en veiligheid van de infrastructuur. Daarnaast heeft de zware neerslag in Zuid-Limburg in juli 2021 laten zien hoe groot de impact van overstromingen kan zijn op de samenleving.”

Met de KNMI-klimaatscenario’s worden toekomstige rivierstanden doorgerekend en geanalyseerd. Wat betekent dit voor de bescherming tegen hoogwater? En wat betekent zeespiegelstijging voor onze dijken? De klimaatscenario’s worden volgens Rijkswaterstaat ook gebruikt voor stresstesten en de knelpuntanalyse. In een klimaatstresstest wordt gekeken waar er mogelijk kwetsbaarheden zitten binnen een gebied. Hoe gevoelig is een weg bijvoorbeeld voor extreem weer? “We kijken in de stresstesten niet alleen naar wateroverlast en overstromingen, maar ook naar de effecten van hitte en droogte”, aldus de adviseurs in het klimaatbericht.

De knelpuntanalyse is een manier om inzicht te krijgen in wat de risico’s zijn – nu en in de toekomst – in onze zoetwatervoorziening. Deze analyse levert belangrijke informatie voor bijvoorbeeld het Deltaprogramma Zoetwater.

Verder worden de klimaatscenario’s ook gebruikt om te komen tot nieuwe of geactualiseerde normen, kaders en richtlijnen voor het bouwen en onderhouden van onze infrastructuur. Hierbij gaat het zowel om de hoofdwegen, -vaarwegen als -watersystemen.

Droogte is een ingewikkelde puzzel

Ook voorbereiding op droogte is volgens het klimaatbericht soms een ingewikkelde puzzel. Volgens het hoge en droge KNMI’23-klimaatscenario (Hd) neemt het gemiddelde neerslagtekort in 2050 mogelijk toe met 35 procent. Dit betekent dat de droogte zoals we die in 2018 hebben meegemaakt tegen die tijd aanzienlijk minder uitzonderlijk is dan nu. Door tijdig maatregelen te nemen, kunnen we ervoor zorgen dat in 2050 voldoende zoetwater beschikbaar blijft in een droge periode.

De maatregelen bij droogte hangen volgens Anne Rhebergen en Carine Homan van veel zaken af: “Hoe is het water verdeeld over het land? Hoeveel neerslag valt er en waar? Hoe gaan buurlanden zoals België en Duitsland met water om? Ook is het relevant om te weten hoeveel water er gebruikt wordt en wat de waterkwaliteit is. Zuinig met water omgaan is hierin belangrijk. Voor de landbouw en voor de natuur kan het schadelijk zijn als door verdroging bijvoorbeeld het grondwater zouter wordt door binnendringend zeewater.”

Rijkswaterstaat kan maatregelen nemen: zo kan er bijvoorbeeld meer water worden vastgehouden. Het verhoogde waterpeil in het IJsselmeer en Markermeer van afgelopen voorjaar en zomer is hier een voorbeeld van. Daarnaast kan Rijkswaterstaat door het efficiënter bedienen van sluizen verzilting beperken, maar hier zitten wel gevolgen voor de scheepvaart aan. Er zijn ook maatregelen die door vervoersbedrijven of burgers genomen kunnen worden. Er kan gekozen worden voor andere vervoersmiddelen of ze kunnen zichzelf beter voorbereiden qua planning.

Klimaatadaptatie

Klimaatverandering en klimaatadaptatie zijn belangrijke onderwerpen voor Rijkswaterstaat om goed voorbereid te zijn op de toekomst. “De uitdaging de komende jaren is om antwoorden te vinden op de adaptatieopgave waar Nederland voor staat. Dit doet Rijkswaterstaat op basis van de beste kennis en kunde die we voorhanden hebben. De nieuwe klimaatscenario’s zijn hiervoor belangrijk”, aldus de beide adviseurs in het klimaatbericht.

Rijkswaterstaat moet ook vragen beantwoorden als: wat verstaan we precies onder klimaatbestendig? Hoe ver moeten we gaan om hinder door extreem weer te voorkomen en wat krijgt daarbij prioriteit? Hoe richten we ons land in? Rijkswaterstaat kan en doet dat niet alleen. De politiek, de beleidsmakers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, andere overheden en kennisinstellingen – waaronder het KNMI – maar ook de gebruikers, zoals het bedrijfsleven en burgers, spelen daarin een belangrijke rol.

Meer informatie: www.knmi.nl/klimaatscenarios