Meer waarde voor de maatschappij

Artikel delen

De vier grootste uitdagingen voor de infrastructurele sector in deze tijd zijn digitalisering, energietransitie, klimaatadaptatie en urbanisatie. Hoe zorgen netwerkbeheerders ervoor dat ze in de pas blijven met de ontwikkelingen? “Door gezamenlijk op te treden, kennis te delen en ontwikkelen, onze plannen op elkaar af te stemmen en te proberen onze kennis in te brengen in besluitvormingsprocessen”, zegt Aernout van der Bend. Hij is directeur van NGinfra, een samenwerkingsverband van netwerkbeheerders. 

Tekst: Arie Grevers, Beeld: Frank de Groot

Foto: Frank de Groot.

Als de gemiddelde Nederlander wakker wordt doet hij het licht aan, neemt een slok water en gebruikt de sanitaire voorzieningen. Daarna bereidt zij of hij zijn ontbijt, checkt zijn mail, doet een aankoop via internet bij een firma in bijvoorbeeld Japan en pakt de trein, fietst of neemt de auto naar het werk. Of zet thuis de laptop aan voor de online vergadering. Intussen wordt de internetbestelling via de haven van Rotterdam afgeleverd aan de voordeur. In vakantietijd of voor een zakenreis gaat hij of zij naar Schiphol, vanwaar alle delen van de wereld te bereiken zijn.

Niet vanzelfsprekend

“Dat vinden we allemaal heel normaal, maar dat is het niet. Sterker nog, deze beschikbaarheid, op dit niveau, hebben we alleen in Nederland, nergens anders op de wereld. We zijn koploper. Daar staat die gemiddelde Nederlander zelden bij stil, als dat al überhaupt in hem opkomt. En op infragebied staat Nederland tweede, na Singapore. Maar daar kennen ze geen poldermodel, zoals bij ons. In de vrije wereld zijn we ook daar nummer één. We hebben dus een geweldig uitgangspunt”, aldus Aernout van der Bend,  directeur van NGinfra.

De organisatie NGinfra is een cross-sectoraal samenwerkingsverband van publieke en private netwerkbeheerders (zie kader) die ervoor zorgen dat we al die genoemde zaken als volstrekt normaal ervaren. De aangesloten partijen werken met (inter)nationale wetenschappers samen om tot een integrale visie te komen op de infrastructuur van de toekomst. Binnen NGinfra vinden ze elkaar op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en de ambitie om het door samenwerking efficiënter en beter te doen.

Met Aernouts aantreden in 2017 is er een beleid ingezet waarbij de geformuleerde doelstellingen geconcretiseerd worden en tegelijkertijd ontstond de behoefte om resultaten en bevindingen te delen met een breder publiek. In eerdere functies is hij directeur geweest van De Verkeersonderneming, een organisatie die in de Rotterdamse regio werkt aan het verbeteren van de bereikbaarheid. Ook was hij adviseur van de minister van Verkeer en Waterstaat over grote projecten als de Betuwelijn.

Aernout: “Onze gezamenlijke inspanningen zijn er dus op gericht dat we onze koppositie behouden en impact blijven maken voor de maatschappij waar het gaat om economische waarde, intellectueel kapitaal, klimaat en sociaal kapitaal. We zijn in 2020 begonnen met analyse en meting van de impact op deze waarden. Je moet immers weten waar je staat, pas dan kun je werken aan de ambities voor de toekomst. Tegen de achtergrond van al die afwegingen willen we adaptief, flexibel en responsief kunnen meebewegen met de ontwikkelingen.”

Praktijkvoorbeelden

Zijn er concrete voorbeelden van hoe doelstelling en ambitie van NGinfra in de praktijk kunnen uitwerken? Voorbeelden van nu waar het handiger had gekund of waar andere afwegingen op termijn een meerwaarde zouden kunnen opleveren voor de maatschappij. Of misschien voorbeelden waarin de inzichten al een zichtbare meerwaarde voor de samenleving hebben opgeleverd.

“Daar zou ik er heel veel van kunnen noemen. Amsterdam is er bijvoorbeeld trots op een hub te zijn in het wereldwijde internetnetwerk. En dan wil je natuurlijk zoveel mogelijk datacentra aantrekken. Tegelijkertijd wil de stad Schiphol de ruimte geven en ook nog eens 200.000 woningen bouwen. Prachtige plannen. Maar is er wel voldoende elektriciteit beschikbaar om al die plannen waar ieder voor zich al nijver aan begonnen is, te realiseren? Wij zeggen: kijk aan de voorkant wat er nodig is en neem dat mee in al die ambities. Zorg dat er een instantie is die kijkt of de afzonderlijke plannen te matchen zijn.  Is dat het geval? Prima. Zo niet, dan moet je keuzes maken.

Waterberging Binckhorst

In Den Haag komt bedrijventerrein Binckhorst vrij. Misschien is het best een aardig idee om daar een waterberging aan te leggen. Dat lijkt misschien vreemd, maar zo gek is dat niet. Er is in de winter te veel water en in de zomer te weinig. Bovendien wil de stedeling een groene zone om te recreëren. Een park met een grote vijver erin zou op de lange termijn wel eens goedkoper kunnen zijn dan het zoveelste woningbouwproject, als je daardoor de wateroverlast kunt mitigeren. Wij zeggen: neem dat mee in de overwegingen.

Distributiecentra Tilburg

In Tilburg schieten de distributiecentra als paddenstoelen uit de grond. Allemaal langs de A58. Lekker handig want dan je ben je aangesloten op het wegennetwerk naar alle windrichtingen. Nu al staat daar echter al heel vaak file. Er wordt gewerkt aan een plan om het huidige verkeersaanbod op een duurzame wijze weer in beweging te krijgen. En dan helpt het niet als je daar extra gebruikers aan toevoegt. Wij zeggen: als je activiteiten op deze schaal uitbreidt, zorg dan eerst dat de infrastructuur op orde is. Nu zijn de infrapartijen veroordeeld tot een soort aansluitplicht die aan de slag moeten, als die distributiecentra er staan. En dat betekent nog meer oponthoud en even zoveel extra kosten. En dan heb ik het nog niet eens over de personeelstekorten op zo ongeveer alle niveaus in de infrastructurele wereld. Dat heeft bijvoorbeeld gevolgen voor wat de energiewereld kan faciliteren. Bovendien is het energiehoofdnet niet berekend op een forse toename van de vraag.

Opwekking duurzame energie in noorden

In Nederland stimuleren we al jaren de opwekking van duurzame energie. Dat gebeurt niet zelden in het noorden om een tweetal hoofdredenen: de grond is goedkoop en boeren zoeken neveninkomsten. En dan komen we erachter dat we die hoeveelheid opgewekte stroom helemaal niet op het netwerk kwijt kunnen, omdat de vraag niet in het noorden is. Het dilemma is dan: moeten we de activiteiten naar het noorden brengen of hadden we de energie daar niet moeten opwekken? Het ziet er raar uit als windmolens stilgezet moeten worden terwijl er een mooie strakke wind staat.

Randstad: congestie

In de Randstad met plannen voor 500.000 binnenstedelijke woningen neem je het omgekeerde waar van wat er zich in het noorden afspeelt: op alle fronten een congestie in de infrastructuur. Het vreemde is de argumentatie bij de plannen voor binnenstedelijke ontwikkeling: we bouwen hier, omdat de faciliteiten en infrastructuur beschikbaar zijn. Het moge duidelijk zijn wat wij hiervan vinden.

Internationale wegen: voor wie?

Infrastructurele voorzieningen zijn door de bank genomen erg lokaal georiënteerd. Het gaat over hoe we willen wonen, werken, recreëren en bewegen. We kunnen wel internationale wegen willen aanleggen. Maar voor wie doen we dat? Ongeveer 96 procent van de verkeersbewegingen wordt veroorzaakt door mensen die dertig kilometer of minder reisafstand moeten overbruggen. Internationale wegen leg je aan voor de overige vier procent. Moet je dat willen? Of kan dat voor die vier procent niet op een andere manier?

Kwetsbaarheid drinkwaterbronnen

En dan nog eentje over de zoektocht naar geothermie. Gemeenten verlenen vergunningen zonder rekening te houden met de kwetsbaarheid van drinkwaterbronnen. Als er een bron geraakt wordt dan is deze voorgoed verziekt. Overleg hierover is gecompliceerd geworden. Voorheen waren de provincies aanspreekpartner, nu lijkt het erop dat je met elke gemeente afzonderlijk hebt te overleggen. Dat is echt zorgwekkend, vooral als je een partij toestaat te grasduinen op grote dieptes onder de grond. Dan loop je het risico iets helemaal kapot te maken.

Schoon drinkwater is essentieel voor onze maatschappij. Maar uit een studie  (2017-2019) naar de waarde van infrastructuur die het CBS voor ons heeft uitgevoerd, blijkt dat drinkwatervoorziening niet relevant is, want het levert financieel helemaal niks op. Schoon drinkwater is een eerste levensbehoefte, maar economisch telt het niet mee. Duizend liter drinkwater kost anderhalve euro en een flesje spa op station kost 2.50 euro. Misschien moeten we voor schoon drinkwater uit de kraan eerst fors meer betalen om wakker te worden.

A2 ondertunneld

Gelukkig zijn er, ten slotte, ook voorbeelden waar het wel goed gaat. Neem bijvoorbeeld de A2 bij Maastricht. Die stad werd lange tijd min of meer in tweeën gesplitst omdat de rijksweg er dwars doorheen ging. Nu is de A2 ondertunneld en bovenop de tunnel is een mooie groenstrook aangelegd, de Groene Loper. De inwoners die eerst aan beide zijden van een snelweg woonden, wonen nu aan het groen. Er wordt gefietst, gewandeld, gesport en gespeeld. Ondertussen is de waarde van het onroerend goed flink gestegen nu de leefbaarheid zo sterk is verbeterd. Er zijn nog wel een paar van die voorbeelden. Wat opvalt: zo’n project lukte omdat alle betrokkenen het wilden en oog hadden voor belangen van een ander. Als je over je eigen grenzen heen stapt, bereik je meer. NGinfra zou dat graag als standaard willen hebben; nu is zo’n succes vooral toe te schrijven aan ambities en lef van de betrokkenen.”

Mkb’ers maken impact

Uitvoerende mkb-infrapartijen kunnen de impact vergroten door bijvoorbeeld intensiever op te trekken met hoveniers voor een uitgebalanceerd duurzaam pakket groen, water en verharding, vindt Aernout. “En ook zouden ze hun invloed kunnen laten gelden door gemeentelijke plannen op basis van hun expertise kritisch te begeleiden. Is het hier wel droog genoeg voor woningbouwontwikkeling? Is het plan überhaupt wel een nuttige toevoeging? Of kun je het niet beter elders realiseren? En waarom niet drie huizen vervangen door een vijvertje, want dat is goed voor de waterhuishouding? Dat soort kritische vragen stellen aan gemeenten, lijkt me buitengewoon zinvol. We moeten als individu, bedrijf en organisatie meer in de modus komen van: De transities dat zijn wij.”

Directeur NGinfra, Aernout van der Bend: “Mkb’ers zouden hun invloed kunnen laten gelden door gemeentelijke plannen op basis van hun expertise kritisch te begeleiden. Is het hier wel droog genoeg voor woningbouwontwikkeling? Is het plan überhaupt wel een nuttige toevoeging? Of kun je het beter elders realiseren?” Foto: Ton van Til.

NGinfra

NGinfra staat voor Next Generation Infrastructures en is de naam van het samenwerkingsverband waarin Rijkswaterstaat, Havenbedrijf Rotterdam, Alliander, Schiphol, ProRail en Vitens zich in 2004 hebben verenigd om de infrastructuur van Nederland adequaat in te laten spelen op toekomstige veranderingen.

Hoe is de ontwikkeling van NGinfra in grote lijnen geweest vanaf de oprichting tot nu? Directeur Aernout van der Bend: “In het begin dachten we, dat de netwerkbeheerders vooral op het niveau van assetmanagement van elkaar kunnen leren. Al gauw kwamen we erachter dat de onderlinge verwevenheden heel groot zijn. Als de één besluit iets aan te pakken, dan ondervindt de ander daar de gevolgen van. Dat is al vrij snel het meest belangrijke aspect geworden. Infranetwerken zijn in hun werking niet meer als zelfstandige netwerken te beschouwen.”

NGinfra onderscheidt een viertal aspecten: kennis delen, kennis ontwikkelen, kennis toepasbaar maken en ten slotte via alle mogelijke media de dialoog met politiek, bedrijfsleven en gebruikers aangaan. Dat doet de  organisatie op een aantal hoofdthema’s, de zogeheten  themacenters, waar de deskundigen bij elkaar komen. Deze zijn:

  • Beschikbaarheid. Dat is de corebusiness van ieder netwerk. Je moet beschikbaar zijn.
  • DataSecurity. Data en Security zijn vorig jaar twee aparte themacenters geworden. Bij Data wil je graag gegevens delen en bij Security wil je ervoor zorgen dat dat veilig kan.
  • Toekomst verkennen. In dit themacenter kijk je naar missie, doelstellingen, de onderlinge afstemming van groeiscenario’s, en dergelijke.
  • Waarde van Infra. De zoektocht naar wat infra toevoegt aan de maatschappij. En dat blijkt veel meer dan louter een economische bijdrage. Daartoe is in 2020 onder meer een impact journey van start gegaan.
  • Dit is een nieuwe loot aan de NGinfra-stam die zich bezighoudt met niet ontplofte oorlogsresten, populair gezegd: bommen en granaten. Alle beheerders moeten een onderzoek doen naar wat er in de grond zit. Dat gebeurt niet overal op dezelfde wijze. Bovendien werd duidelijk dat er op dezelfde locatie regelmatige hetzelfde onderzoek is uitgevoerd door verschillende organisaties. Dat kan efficiënter.

Movici

NGinfra heeft Movici, Modelling and Visualizing Critical Infrastructures ontwikkeld. Dat is een ict-tool voor netwerkbeheerders. Als ze hun data en modellen invoeren en daarin wijzigingen willen aanbrengen, dan kunnen ze van die ingreep de gevolgen voor andere netwerken zien. Je kunt dan vooraf precies inschatten waar je in de praktijk tegenaan zult lopen. Het maakt overigens niet uit welke taal die datamodellen spreken.

ISNGI

Op 7, 8 en 9 september 2022 organiseert NGinfra het International Symposium for Next Generation Infrastructure, kortweg ISNGI. Deze keer vindt dat  in Nederland, Rotterdam WTC plaats. Een keur aan wetenschappers en experts uit de praktijk buigt zich over de prangende transitievraagstukken van deze tijd. Reserveer alvast die datum!