Bouwen met elektrisch materieel in 2030 niet duurder

Artikel delen

Rijkswaterstaat werkt samen met de markt aan de verduurzaming van infraprojecten. Uit onderzoek van CE Delft blijkt nu dat bouwen met elektrisch materieel in 2030 even duur is als op diesel draaiende werktuigen en machines. De opdracht voor dit onderzoek komt van Rijkswaterstaat.

Elektrisch materieel

Foto: Hitachi.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en ProRail werken samen met marktpartijen aan klimaatneutrale en circulaire infraprojecten. Eén van de onderdelen is het realiseren van bouwplaatsen zonder uitstoot van schadelijke stoffen zoals CO2, NOx en fijnstof. Oftewel, schoon en emissieloos bouwen.

Eén van de manieren is de overstap van fossiel naar niet-fossiel. Dat kan door het gebruik van elektrisch aangedreven vrachtwagens en machines op bouwplaatsen, machines op waterstof of machines op netstroom.

Projectkosten emissieloos bouwen

Om een beter beeld te krijgen van de kosten van emissieloos bouwen heeft onderzoeksbureau CE Delft onderzocht wat de totale projectkosten van infraprojecten zijn wanneer er op de bouwplaats alleen wordt gewerkt met elektrisch aangedreven werktuigen en voertuigen. De studie is gebaseerd op de doorrekening van het elektrificeren van vier verschillende types bouwprojecten (cases) en geeft binnen een bandbreedte een goede indicatie van de verwachte kosten.

In 2020 leverde emissieloos bouwen nog een meerprijs op van gemiddeld 5% op de totale directe projectkosten voor de opdrachtnemer. Voor 2030 is de verwachting dat de kosten dalen en gemiddeld genomen vergelijkbaar zijn met conventionele bouwplaatsen waar diesel de standaard is. Een emissieloze bouwplaats levert daarmee een positieve businesscase op en kan zo concurreren met conventionele, op diesel draaiende bouwplaatsen.

Elektrisch materieel

Een belangrijke uitdaging bij emissieloos bouwen is de beschikbaarheid van laadcapaciteit om de batterijen van de machines op te kunnen laden. Voor projecten met een doorlooptijd van minder dan zes maanden kan een batterijcontainer op de bouwplaats uitkomst bieden.

Energievoorziening op bouwplaats

Een belangrijke uitdaging bij emissieloos bouwen is de beschikbaarheid van laadcapaciteit om de batterijen van de machines op te kunnen laden. Er zijn meerdere opties mogelijk, maar welke is economisch het meest rendabel? CE Delft ziet drie potentiële laadmogelijkheden: batterijcontainer, netaansluiting en wisselaccu’s. Voor projecten met een doorlooptijd van minder dan zes maanden kan een batterijcontainer op de bouwplaats uitkomst bieden.

Voor langlopende projecten is een netaansluiting op de bouwplaats interessant. Ook kan het gebruik van wisselaccu’s uitkomst bieden. Deze accu’s worden dan opgeladen op een locatie in eigen beheer en naar de bouwlocatie getransporteerd.

In het rapport ‘Zero-emissiebouwplaats’ schrijven de onderzoekers dat er nog meer combinaties van energievoorzieningen mogelijk zijn. Maar deze blijken voor veel infraprojecten economisch minder interessant te zijn.